Zelfbenoemd vrijheidsstrijder Jan Huzen uit Nieuw-Weerdinge veroordeeld voor opruiing: 'Als de één volledig zijn rechten neemt, beperkt dat de vrijheid van een ander'

Een grijze muis is de Nieuw-Weerdinger absoluut niet. Gehuld in een kleurrijk overhemd, bedrukt met afbeeldingen van clowns, zit hij in de rechtszaal. Zijn zwarte hoed ligt voor hem op tafel. Als voorman van de Steungroep Boeren en Burgers organiseerde hij op 15 november 2020 een demonstratie voor het behoud van Nederlandse tradities. Met een groep demonstranten reed hij in colonne door Oost- en Noord-Nederland.

In januari van dit jaar liet hij opnieuw van zich horen in het coronadebat. Via sociale media zocht hij medestanders om een demonstratie tegen de avondklok op te tuigen. ,,Nu eens kijken hoeveel macht Rutte heeft”, schreef hij bij een oproep op Facebook. Met de avondklok is Huzen het niet eens. ,,Je moet niet te makkelijk opgeven als iemand je vertelt dat iets niet mag. Dan moet je de grens een beetje opzoeken.” Dat doet hij niet alleen bij het coronabeleid. Eerder demonstreerde hij voor de boerenzaak en het behoud van Zwarte Piet.

Bij de demonstratie in november ontstond volgens de officier van justitie een gevaarlijke situatie op de A28. Een auto werd ter hoogte van Zuidwolde geschampt door een vrachtwagen, die moest uitwijken toen het verkeer voor hem tot stilstand kwam. Omdat Huzen de karavaan aanvoerde wordt hij door het Openbaar Ministerie verantwoordelijk geacht. Terwijl de officier spreekt, zakt Huzen zuchtend onderuit in zijn stoel.

Dat hij voor de politierechter moet verschijnen vindt hij belachelijk, zo verklaart hij na het betoog van de officier. ,,Ik heb al twee boetes voor toeteren gekregen, de politie heeft ons de hele dag in de gaten gehouden. Mij wordt hier iets verweten waarvoor ik eigenlijk al gestraft ben. Eigenlijk heel raar. Ik vind het sowieso heel raar, alles bij elkaar.”

Volgens zijn advocaat Judith Kwakman is Huzen een vrijheidsstrijder. ,,Je zou kunnen zeggen dat hij een beroepsactivist is.” Kwakman benadrukt dat zijn acties eigenlijk altijd binnen de grenzen van de wet vallen. ,,Het demonstratierecht is een groot goed, en daar heeft hij gebruik van gemaakt.”

Die wettelijke grens heeft hij volgens de rechter ruimschoots overschreden. ,,Daarin heeft de officier gelijk, en dat weet u ook wel.” Dat de demonstratie plaatsvond tijdens een periode van grote crisis rekent hij Huzen extra aan. Hij veroordeelt hem tot een werkstraf van 60 uur en een geldboete van 500 euro. ,,En als u nogmaals de fout in gaat, mag u hier een maand cel komen halen.”