Wie goed keek, zag hem al wel een tijdje aankomen. De officiële breuk tussen de initiatiefnemers van het windpark Drentse Monden en Oostermoer en de dorpsverenigingen, voormalig actievoerders en omwonenden die in Aa en Hunze de Omgevingsadviesraad (OAR) vormen. Die staat symbool voor onderlinge verhoudingen die nog altijd niet zijn hersteld.
Vorig jaar mei klonk in kringen van de OAR al eens kritiek op algemeen windparkdirecteur Wim Wolters. Een man die bij zijn aantreden nog zei met de omgeving in gesprek te willen gaan en te willen blijven, maar volgens gesprekspartners belangrijke punten voor zich uitschoof en amper een millimeter een andere kant op wilde bewegen.
Die houding van Wolters is in lijn met die van zijn opdrachtgevers. In 2019 lieten twee van de vroege boerenkartrekkers van het windpark in NRC Handelsblad optekenen dat ze in het hele traject met terugwerkende kracht niet anders hadden gehandeld, hadden ze geweten dat de komst van hun vijfenveertig windturbines van 210,5 meter hoog zoveel onrust en onenigheid zou veroorzaken.
Terug naar de loopgraven
Met de officiële mededeling niet verder te willen praten met de OAR vanwege een aantal ‘onwrikbare’ lieden lopen de windboeren terug naar de loopgraven waar voor- en tegenstanders jarenlang in zaten.
Boeren maakten in het geheim hun plannen voor een nieuw en stevig gesubsidieerd zogenoemd ‘vijfde gewas’ en geschrokken en overrompelde inwoners gingen verbaal in de tegenaanval. De provincie Drenthe had de kaart van de Veenkoloniën echter al uitgerold en de Rijksoverheid voegde daarop maar wat graag en met onuitwisbare inkt de plannen samen van drie initiatiefnemers: twee boerenorganisaties en Raedthuys Windenergie. Drenthe had de Haagse ingreep maar te slikken en de windboeren mochten zelf het draagvlak onder de bevolking regelen.
Initiatiefnemers willen niet meer praten over die geschiedenis. Ze kregen in 2018 gelijk van de Raad van State. Hun plannen voeren ze uit zoals ze op papier staan. Compensatie voor de omgeving - geld dat ze volgens de richtlijnen van hun eigen branchevereniging NWEA beschikbaar moeten stellen - staat nergens juridisch bindend op papier. Ze noemen het zelf een ‘geheel vrijwillige’ bijdrage. Lees: ze hóeven niet te betalen.
Klopt dat?
En strikt genomen hebben de windboeren gelijk. Maar die houding is wel een klap in het gezicht van mensen die zich achter de schermen al heel lang sterk maken voor een burenregeling. Een regeling waarbij mensen die dichtbij de turbines wonen worden gecompenseerd. Een regeling die de windboeren onzinnig vinden. Per huishouden per jaar is het tientjeswerk. Wie zit daar op te wachten?
Om die mening te onderbouwen hielden ze recent zelf een online enquête met de vraag: waar moet ons geld aan worden uitgegeven? ‘Een groot succes’ dat ‘veel enthousiaste reacties en telefoontjes’ opleverde, aldus de woordvoerder.
Met die actie doorkruiste het windpark bewust de zorgvuldig gekozen trajecten waar onder aansturing van de gemeenten Aa en Hunze en Borger-Odoorn al twee jaar aan wordt gewerkt. Mensen weer bij elkaar aan tafel krijgen en ideeën verzamelen voor grote en kleine projecten die (met geld dat het Rijk, de provincie en de gemeenten beschikbaar stellen) kunnen worden gerealiseerd.
‘Subsidiegeld’, benadrukte de gedeputeerde
De Drentse windboeren en het landelijk opererende Raedthuys geven via hun ingehuurde krachten Wim Wolters en diens woordvoerder al twee jaar het signaal af dat ze zich niet al te veel aan willen trekken van mensen waar ze het al jaren mee oneens zijn. Dus die mensen moeten al helemaal niet bepalen hoe hun geld wordt besteed. ,,Subsidiegeld’’, benadrukte een gefrustreerde gedeputeerde deze week.
Jaren geleden, nog voordat de vergunningen werden afgegeven, hadden misschien bindende afspraken kunnen worden gemaakt. Maar de stem van sommige actievoerders was dusdanig luid en indringend dat noch bestuurders, noch omwonenden het gesprek op dat moment aandurfden met de windboeren. Dat werd toch gezien als onderhandelen met de vijand.
En dus gingen de windboeren hun eigen weg. Sinds 2018 is dat wat hen betreft de enige weg die er is in de Veenkoloniën.