Linda de Jong in 't Egelhuus met een verzwakte egel. Foto: Gerrit Boer
Het gaat slecht met de egel, horen we bijna ieder najaar. Maar deze keer is het nog erger dan anders. Dat zien ze ook bij ’t Egelhuus in Hollandscheveld.
„Sommige egeltjes wegen minder dan 200 gram als ze hier worden binnengebracht”, verzucht Linda de Jong, eigenaresse van egelopvang ’t Egelhuus in Hollandscheveld. ‘Dat is niet genoeg om de winter te overleven. Daarvoor moeten ze eigenlijk minstens 500 gram wegen.”
In de maanden september, oktober en november is het ieder jaar topdrukte bij de egelopvang, maar nog nooit was het zo druk als dit jaar, zegt De Jong. „Het zijn allemaal jonge dieren die nu binnenkomen. Vorig jaar stond de teller in december tussen de 275 en 300, daar zijn we nu al overheen. En nog iedere dag kloppen mensen aan met een gevonden egeltje.”
Wat is de oorzaak?
Ook in andere opvangcentra in Nederland is het ongekend druk, weet De Jong. De boosdoener? Misschien is het een toevallige samenloop van omstandigheden waardoor moederegels hun kroost dit jaar te vroeg in de steek laten om zelf aan te kunnen sterken voor de winter. De droge zomer speelt een rol en ook het aantal insecten lijkt ieder jaar maar verder af te nemen.
„Zeker als het zo droog is als afgelopen zomer, kruipen de wormen en insecten die nog wel in leven zijn, diep de grond in”, zegt De Jong. „Voor een egelmoeder wordt het dan heel lastig om voldoende voedsel te vinden om een nestje groot te brengen.”
Bij ’t Egelhuus, dat De Jong samen met haar man Eddy runt, zitten de meeste van de twintig hokken in de blokhut vol. Als een egeltje mager en verkleumd binnenkomt, gaat deze meestal eerst de couveuse in. Na de nodige controles en eventuele medische hulp mag het egeltje daarna naar de blokhut, bij de andere egels.
Uitzetten kan niet meer
Deze egeltjes op korte termijn uitzetten kan niet, legt De Jong uit terwijl ze een exemplaar uit een van de hokken pakt. En dus gaan de jonge egeltjes, als ze voldoende zijn aangesterkt, naar allerlei plekken waar ze de winter doorbrengen bij vrijwilligers. Een ‘uitwenadres’ noemt De Jong zo’n plek. En die zijn hard nodig in deze tijd. Net als donaties.
„Daar moeten we het van hebben”, zegt ze. „Vooral oude handdoeken en kattenvoer is nodig. En vrijwilligers die een dag in de week de hokken willen verschonen, mogen zich ook melden.”
Wie in eigen tuin iets voor de egels wil doen, doet er goed aan kunstgras en tegels zoveel mogelijk weg te doen. En zet je schutting niet lager dan 10 centimeter boven de grond. „Dat is genoeg voor egels om onderdoor te kunnen”, zegt De Jong. „En je mag gerust het hele jaar bijvoeren met kattenbrokjes. Dat doen we met de vogels ook. Je helpt de egels er enorm mee.”