Stichtingvoorzitter Ali Edelenbosch spreekt genodigde gasten toe in de nieuwe historische plantenkas tijdens Open Monumentendag. Foto: Harry Tielman
De gerestaureerde plantenkas uit 1890 op Landgoed Bosch en Vaart in Vries werd gisteren geopend; een laatste onderdeel wat weer in originele staat is, na een decennialang opknapproces op het landgoed. De kas – een bijzonder groot exemplaar in Italiaanse stijl – was één van de 72 bezienswaardigheden in Drenthe tijdens de Open Monumentendag.
Aan de zijkanten in de brede kas bloeien roze dahlia’s. Genietend van de vochtige warmte onder beslagen raampjes, die in een zwart, stalen skelet vastzitten. Maar de berging van plantjes zal niet de hoofdfunctie worden van het glazen bouwsel. Concerten gaan er komen, en vergaderingen. Dat een concert er volstrekt niet misplaatst is, bewezen muzikanten Tamar Tanasale en Erik de Vries ter plaatse. Hun klanken met gitaar en zang klonken dromerig in de akoestiek van de kas.
Commissaris van de Koning, Jetta Kleinsma, liet gisteren weten een vergadering in deze kas wel te zien zitten. Op deze plek trapte ze de landelijke monumentendag namens de provincie.
Volgens bouwer en architect Simon Weststrate van bureau Buiten-Goed zijn de afmetingen van de kas bijzonder. Het is zo’n zeven meter breed en heeft geen steunpilaren nodig. De grootte van de Italiaanse boog laat volgens Westrate zien hoe welgesteld de bouwer van de kas was in 1890. De man, een bonthandelaar uit Groningen, bouwde het landgoed in 1881.
Voorgeschiedenis
Het landgoed uit 1881 werd 37 jaar geleden in vervallen staat gekocht door Groninger Pieter Battjes (68). Het was zo vervallen, dat Battjes in het eerste jaar op veertig plekken van zijn zolder potjes, pannetjes en teiltjes neerzette om het water op te vangen. Buiten tierden esdoorns, berken en huizenhoge braamstruiken. ,,Wat maar kon groeien, dat groeide. Het was woest en ledig, zoals in Genesis staat.”
Zomers kon Battjes er douchen, ’s winters niet. Dan was het water te koud. ,,De badkuip waarin ik stond zakte door de vloer. Als ik had gedoucht, dan moest ik vervolgens het water uit de kelder scheppen. En als ik daarmee klaar was kon ik wel weer douchen.”
Langzaamaan knapte Battjes alles op. In de jaren die volgden haakten zijn zus Greet (74) en zijn partner Kees Andriesse (73) aan. Ze kochten de bijgebouwen, het koetshuis, het achterliggende land en knapten alles op. Inmiddels beheert het drietal vijftien hectare en vijf Rijksmonumenten op hun gebied: het landhuis, koetshuis, stookhuis, de tuinkoepel en de oranjerie. Alles met eigen geld opgeknapt.
Ook vrijwilligers helpen daarbij. Voormalig boer Doeke Schrage (74) is bijvoorbeeld al 17 jaar vrijwilliger en helpt in de tuin. Daarom mag hij ook bij de besloten opening van de plantenkas zijn. Twee ochtenden per week schoffelt en snoeit hij. ,,Ik hoop dat ik het nog een aantal jaren volhoudt, want de tand des tijds gaat knagen”, zegt hij. Leunend op zijn knieën. ,,Dit is zo’n mooie plek en je houdt er goede contacten aan over.”
Zonder vermogen, mét vrijwilligers
Al dat opknappen gebeurt niet van een groot vermogen, vertelt Andriesse. ,,Wij werken hard, dan hebben we geld, en dan knappen we weer wat op. En dan moeten we eerst weer geld verdienen. We leven daarom – het klinkt misschien wat dramatisch – sober. Dit jasje is veertig jaar oud. We gaan nooit uit eten. Als we een stuk gaan fietsen, nemen we eigen thee en koffie mee.”
De restauratie van de plantenkas is betaald uit een nalatenschap van een voormalig werkster van Battjes, Annette Kroon. Ze hadden een goede band. Hij hielp haar bij het ouder worden aan goede huisvesting en medische verzorging.
Behouden
Het huis is nu in handen van een stichting. Daardoor zal het landgoed, na overlijden van Pieter, Kees en Greet, overgaan in handen van de stichting. Voorzitter Ali Edelenbosch sprak daar lovend over. ,,Pieter zet zich al 37 jaar persoonlijk in voor behoud van de natuurwaarde en het cultureel erfgoed van dit landgoed. Het blijft voor de openbaarheid behouden. Een hoogwaardig streven.”
,,Tjongejonge, weergaloos”, vulde Kleinsma die woorden aan. ,,Natuur en cultuur komen hier zó prachtig samen. Wat is het fijn dat er mensen zijn die dit allemaal in stand houden om het door te geven aan de volgende generatie.”
Open Monumentendag met het thema 'inclusie'
In heel Drenthe zijn 72 Rijksmonumenten te bezoeken, zoals kerken, molens, havezaten. Het motto van dit jaar is inclusie. Bij de opening van de monumentendag benadrukte Commissaris van de Koning, Jetta Kleinsma, dat we in ons land niet altijd trots zijn op de geschiedenis van sommige Rijksmonumenten. In de zeventiende eeuw hebben we prachtige dingen gebouwd, met geld waar we – met de wijsheid van nu – minder enthousiast over zijn. Dan druk ik met eufemistisch uit.”
Juist daarom vond de Kleinsma het van belang dat het thema inclusie is: iedereen is welkom bij de monumenten. ,,Dat is inclusie: dat alle mensen in deze wereld mee kunnen doen. We moeten nergens drempels opwerpen.”