De Drentse Anna wordt al jaren lastiggevallen door een man uit Zwolle. Hij wordt verliefd op haar als zij 9 jaar is. Hij terroriseert ook zijn ex-vriendin Marjolein. Niets helpt om de stalker te stoppen.
„Overal waar ik ben, kijk ik achterom. Ik ben bang dat hij mij ergens in de bosjes staat op te wachten of dat hij mijn vader iets aandoet.”
Het begint onschuldig. Anna Wolters uit Zuidlaren is met haar zusje bij haar vader op een camping in Hardenberg. Het is de zomervakantie van 2011. Op een avond spreekt de vader van Anna af met een kennis om te gaan barbecueën op de camping. De kennis vraagt of het goed is dat hij een vriend meeneemt. Die vriend is L.P., de nu 34-jarige man die Anna al jaren lastigvalt.
Op de camping is niets aan de hand. Tenminste zo lijkt het. Want P. wordt verliefd op het meisje. Zij is dan 9 jaar. Hij laat niets van zijn verliefdheid merken en speelt leuk met de kinderen. De mannen gaan op de camping nog een paar dagen met elkaar om. Er is daarna af en toe contact, maar uiteindelijk verwatert het. Denkt de familie.
Een jaar na het laatste contact belt P. uit het niets met de vader van Anna. „Hij vroeg wat haar lievelingskleur was. Ik vond het een vreemde vraag. Hij zei dat hij een schilderij van haar aan het maken was. Ook daar had ik een vreemd gevoel bij. Aan de andere kant: hij kon echt prachtig tekenen.” P. stuurt een whatsapp-bericht met een foto van het schilderij van Anna. En het is inderdaad schitterend. Haar vader gaat met zijn twee dochters naar P. om het schilderij op te halen. Het is dan kerstvakantie 2014.
Bij hem thuis in Zwolle voelt Anna, die dan 12 jaar is, dat zijn belangstelling voor haar niet normaal is. Haar vader is even naar de auto en haar zusje zit op de wc. Zij is alleen met hem in de kamer. „Hij keek me heel raar aan, heel indringend. Ik kreeg een paniekaanval. Ik ben op de deur van de wc gaan bonken en loog dat ik ook moest plassen. Ik was heel bang.”
Thuis ontvangt het meisje een complete liefdesverklaring van P. op haar whatsapp. Haar vader krijgt een brief van zes kantjes. In die brief staat dat P. het gevoel heeft dat hij de relatie tussen Anna en hem in de weg staat. Vrij snel daarna ontdekken Anna en haar ouders dat hij naar haar middelbare school is geweest. De vrijdag voor de kerstvakantie geeft hij een cadeau voor haar af. Anna, die in de eerste klas zit, is er niet.
Voor de ouders is de maat vol. Ze gaan begin 2015 naar de politie. Maar P. stopt niet. Als hij op whatsapp wordt geblokkeerd, zoekt hij zijn toevlucht tot Facebook. Hele stukken schrijft hij over Anna. Hoe verliefd hij op haar is sinds hij haar zag op de camping. Maar tussen de regels door zijn ook dreigementen te lezen. Hij maakt seksuele toespelingen en dreigt Anna te ontvoeren.
Het meisje leeft continu in angst. Zij mag nergens alleen naar toe. Ze wordt gehaald en gebracht naar school en als ze thuis is, is er altijd iemand bij haar. „Sommige vriendinnen mochten van hun ouders niet met mij omgaan. Ze waren bang dat mijn stalker hen iets aan zou doen. In die periode belde hij mij ook dagelijks drie keer. Altijd op dezelfde tijdstippen en dan hoopte hij dat ik opnam. Als mijn moeder dat deed, verbrak hij de verbinding.”
In november 2015 wordt de Zwollenaar veroordeeld voor stalking van Anna. Hij krijgt vier maanden voorwaardelijk en een contact- en straatverbod. Ook wordt hij opgenomen in een psychiatrische kliniek. Het meisje en haar familie hopen dat de stalker hierdoor zal stoppen. Maar zelfs vanuit de psychiatrische inrichting blijft hij berichtjes over Anna op Facebook plaatsen. Ellenlange verhalen. Soms helder, maar meestal totaal onsamenhangend.
In juli 2016 wordt P. opnieuw veroordeeld voor stalking. Hij krijgt dan zeven maanden celstraf, waarvan drie voorwaardelijk. Omdat P. nog steeds niet stopt, bepaalt de rechter in maart 2017 dat hij ook die drie maanden moet uitzitten.
Het meisje krijgt depressieve klachten en gaat in therapie. In de periodes dat haar stalker vastzit, is er een beetje rust bij Anna en haar familie. Een beetje. Wat overheerst, is de wanhoop. Ze voelen dat hij na zijn vrijlating doorgaat. De angst is groot dat Anna wordt ontvoerd, of erger, dat hij haar in zijn gekte om het leven brengt. In overleg met de politie krijgt Anna een SOS-knop. Die draagt zij dag en nacht.
Als Anna op de alarmknop drukt, staat zij direct in contact met de meldkamer van de politie en zijn de dichtstbijzijnde agenten binnen een paar minuten bij haar. „Ik heb er een training voor gehad. Als hij bijvoorbeeld met een wapen voor me zou staan, moest ik zeggen: ‘Doe dat wapen weg’, zodat ze het in de meldkamer zouden horen.”
In februari dit jaar kondigt P. aan dat hij naar Anna in Zuidlaren komt. Daar woont zij met haar moeder. Haar vader is direct op zijn hoede. „Ik had een onderbuikgevoel en ben naar Zuidlaren gereden. Daar zag ik hem in de straat staan praten met buren van mijn dochter.” Snel rijdt hij weg en belt de politie. De stalker staat bij Anna voor een dichte deur. Hij heeft een briefje door de bus gegooid. „Het duurde 20 minuten voor de politie er was. Hij was ondertussen alweer op de bus gestapt.”
Anna, die op dat moment bij haar vriend is, krijgt het advies van de politie onder te duiken. Zij mag niet naar Zuidlaren komen totdat P. gepakt is. De volgende ochtend wordt hij gearresteerd in zijn woning in Zwolle.
Dat hij in de gevangenis zit, is ook voor Marjolein Wiersma (33) uit Hardenberg een grote opluchting. Ook zij wordt al jaren geterroriseerd door P. Hij is haar ex-vriend. Ze hebben drie jaar een relatie gehad. Marjolein en haar moeder doen hun verhaal aan de keukentafel bij de vader van Anna.
Acht jaar geleden heeft Marjolein hem de deur uitgezet. „P. zei dat hij met mijn moeder naar bed wilde.” Ze woont op dat moment met P. en hun baby Myrthe bij haar ouders. P. vertoont al langer vreemd gedrag. Ook ontdekt zij dat hij geregeld cocaïne snuift en veel drinkt.
Dat Marjolein hem niet eerder de deur uitzette, had een reden. „Ik wilde voorkomen dat hij door een omgangsregeling alleen met Myrthe zou zijn. Ik vertrouwde hem niet met haar. Die indringende blik die Anna beschrijft, heb ik bij hem gezien toen Myrthe een keer naakt op de commode lag. Ik droogde haar af. De manier waarop hij naar keek, daar kreeg ik de kriebels van. Zo kijkt een vader niet naar zijn kind.”
De eerste tijd na hun breuk regelt Marjolein dat hij Myrthe kan zien, in haar gezelschap. „Maar toen had hij nauwelijks oog voor haar. Het ging hem alleen om mij. Hij nam ook cadeautjes voor mij mee.” Zijn gedrag is onvoorspelbaar. Op een dag belt hij de kinderbescherming. „Hij hoefde geen contact meer en zei dat hij wel zou wachten tot Myrthe 18 was. Ik voelde me bevrijd, er viel een last van me af. Maar daarna begon alle ellende eigenlijk pas.”
‘De ellende’ is een korte samenvatting van acht jaar stalking. P. valt Marjolein lastig met telefoontjes, facebookberichten, kaarten en brieven. „Hij heeft mij en Myrthe klemgereden met de auto. Ook heeft hij gedreigd haar te vermoorden, gewoon om mij een hak te zetten. Het is toch niet normaal dat de school van mijn dochtertje overdag de deur op slot moest doen?” Marjolein schiet vol. En dan komen bij Anna, die stilletjes meeluistert, ook de tranen.
De dochter van Marjolein is nu bijna 9 jaar. „Ze kan nooit alleen naar een vriendje of van en naar school. Ik moet 24 uur per dag over mijn schouder kijken. Je weet nooit of hij opduikt en wanneer. Hij kan er morgen staan, volgende week of volgend jaar; je weet het niet. Nu zit hij al een paar maanden vast, maar nog ben ik niet rustig. Myrthe krijgt er wel wat van mee, maar lang niet alles, gelukkig. Wat Anna heeft meegemaakt, wil ik mijn dochter besparen”, zegt ze huilend.
Zelf kampt Marjolein met klachten die wijzen op een posttraumatische stress-stoornis. Ondanks dat ze psychische hulp heeft, voelde ze zich jarenlang niet gehoord. „Ik ben vaak bij de politie in Hardenberg geweest, maar ik kon geen aangifte doen. Volgens hen moest ik bij wijze van spreken zes weken lang 24 uur per dag worden lastiggevallen, maar het gebeurde bij mij met tussenpozen. Dat vond de politie geen stalking.”
Een paar jaar later komt de politie wel aan de deur om Marjolein te waarschuwen. „P. had tegen de reclassering gezegd dat hij Myrthe van school wilde ontvoeren. Ook kreeg ik toen te horen dat er een strafzaak liep. Ik dacht meteen aan Anna en haar vader. Ooit had ik foto’s van mijn ex en Anna op Facebook gezien, van die tijd op de camping. Ik had er meteen al een slecht gevoel over. Toen de politie bij ons was geweest, ben ik naar haar vader gaan zoeken op Facebook. Na een week had ik hem gevonden.”
De vader van Anna brengt haar in contact met de politie in Assen en dan gebeurt wat Marjolein al jaren wil: ze kan op het politiebureau in Assen aangifte doen tegen haar ex-vriend. Het duurt twee dagen om alles te vertellen.
Haar omgeving snapt niet altijd goed in welke hel zij leeft, zegt Marjolein. „Soms vraagt iemand: ‘Hoe is het met je ex?’ Als ik dan zeg dat het al drie maanden rustig is, is de reactie vaak ‘Oh, wat fijn.’ Maar zo voelt het niet. Het maakt geen verschil of ik veel van hem hoor of een tijdje niets. Ik blijf er dagelijks mee bezig, want het houdt niet op. Hij houdt niet op.”