Inzegening van de Mariakapel in Emmer-Compascuum in 1951. Foto: Parochie Hertogin van Drenthe scn Jan Willem Horstman
In Emmer-Compascuum staat een Mariakapel. De historie ervan heeft alles te maken met de onafhankelijkheidsstrijd in Nederlands-Indië.
Boerenzoon Willie Teiken uit Munterscheveld (bij Emmer-Compascuum) zag er niet tegenop. Sterker nog, hij vond het wel interessant om in de tweede helft van de jaren veertig als dienstplichtig militair af te reizen naar Nederlands-Indië. Soekarno had de onafhankelijkheid van Indonesië uitgeroepen en Nederland trok alle registers open om haar kolonie te behouden.
,,Ik was nog nooit ver van huis geweest en was best avontuurlijk ingesteld. Pas toen ik daar was, realiseerde ik me dat het beslist niet ongevaarlijk was. Ik heb geluk gehad. Ik keek daar wel eens in de loop van een geweer en ben ook beschoten toen ik met andere militairen door de sawa’s liep. Geen van die kogels trof doel.’’
Willie Teiken (links) tijdens een oefening als dienstplichtig militair in Nederland.
De inmiddels 93-jarige Teiken woont tegenwoordig in Ter Apel. Is het Tweede Pinksterdag, dan stapt hij net als voorgaande jaren in de auto om naar Emmer-Compascuum te rijden. Dan is daar een kleine bedevaart rond een Mariakapel die Teiken zeer dierbaar is. Het gebouw heeft veel te maken met de persoonlijke geschiedenis van de negentiger.
De kapel werd gebouwd als teken van dankbaarheid dat alle 24 soldaten uit de parochie in Emmer-Compascuum ongeschonden terugkwamen uit Nederlands-Indië. ,,Ik was een van die 24 soldaten. Ik ben dankbaar dat ik het nog kan navertellen en heb het gevoel dat Maria mij voor veel onheil behoedde.’’
Teiken was de vierde in een gezin met zes kinderen. Toen in Nederlands-Indië de onafhankelijkheidsstrijd uitbrak, werd Willie Teiken als enige van het gezin opgeroepen om als dienstplichtig soldaat in ‘ons Indië’ de Nederlandse belangen te behartigen. ,,Via de kazerne in Oldebroek gingen we naar Rotterdam.
En vanaf daar met de boot via Engeland naar Nederlands-Indië. De tussenstop in Engeland was mooi, we kregen de mogelijkheid om iets van Londen te zien. Daarna volgde een lange bootreis waarbij heel veel jongens zeeziek werden. Ik zie ze nog met grote groepen over de reling staan kotsen.’’
Drie jaar lang bleef Teiken in Nederlands-Indië en het waren om meerdere redenen indrukwekkende jaren. ,,Ik was wel blij dat ik na die drie jaar weer naar huis kon.’’ In Emmer-Compascuum dacht pastoor Swilders vaak aan de jongens uit zijn parochie die naar Nederlands-Indië waren gegaan.
Tijdens de kerstdagen van 1948 bad hij voor een behouden terugkeer van deze soldaten. Zou de wens uitkomen, dan zou er uit dankbaarheid een Mariakapel moeten komen met daarin een beeld van Maria, Hertogin van Drenthe, zo vertelde hij de parochianen.
Willie Teiken en Herman Thole in de Mariakapel in Emmer-Compascuum. Foto: DvhN
Waar Swilders voor bad, gebeurde. En dus kwam het dorp in beweging. Een inzameling bracht 4000 gulden op en medio 1950 werd begonnen met de klus. Herman Thole (83) uit Emmer-Compascuum was een jochie in die jaren en was lid van van de padvinderij. ,,Wij werden ingeschakeld om mee te helpen.
Voor de bouw van de kapel werden kloostermoppen uit Ter Apel gehaald en die stenen werden bij de weg langs de kerk afgeleverd. Samen met andere verkenners sjouwde ik die kloostermoppen naar de plek waar de kapel moest worden gebouwd.’’ Teiken zegt zich nog te herinneren dat hij meehielp om de stenen in Emmer-Compascuum te krijgen.
Op zondag 24 juni 1951 werd de met vele bloemen versierde kapel nabij de Willehaduskerk ingewijd door deken Veltman. In de kapel stond een door Leo Jungblut uit Bilthoven gemaakt Mariabeeld van grijze Franse tufsteen. Hij liet zich hierbij inspireren door de afbeelding van Maria in het provinciewapen van Drenthe.
Pastoor Swilders, die in 1949 met emeritaat was gegaan, maakte het niet meer mee. Hij was twee jaar daarvoor bezweken aan een ongeneeslijke ziekte. Zijn broer, die pastoor was in Harmelen, was wel bij de plechtigheden.
Inzegening van de Mariakapel in Emmer-Compascuum in 1951. Foto: Parochie Hertogin van Drenthe scn Jan Willem Horstman
Niet lang na de inwijding maakte Jungblut op verzoek een ontwerp voor een kleine kopie van het beeld. De beeldjes die vervolgens van Maria Hertogin van Drenthe werden gemaakt, vonden gretig aftrek. Nog altijd zijn ze bij veel katholieke huisgezinnen in Emmer-Compascuum te vinden.
Maar ook weten nog altijd mensen de weg naar de kapel te vinden en niet alleen op Tweede Pinksterdag. Vaak branden er kaarsjes in het gebouw dat er kwam omdat 24 jonge jongens heelhuids terugkeerden uit het verre Nederlands-Indië.