Dennis Vos (l.) en Jari Vlak worden kritisch bevraagd. Foto: Lute Kiers
Wat hij het leukst vindt op de open dag van FC Emmen? „Voetbal!”, straalt de 4-jarige Miro terwijl hij vanaf de schouders van zijn vader geniet van de spelerspresentatie.
Telkens als omroeper Peter Möhlmann een nieuwe speler of iemand van de technische staf aankondigt op het podium op het #Hierkomikwegplein bij stadion De Oude Meerdijk gaan de handjes van Miro uit Noord-Sleen enthousiast op elkaar. Als vader Leon van der Heide zijn zoon, gehuld in een fonkelnieuw FC Emmen-shirt even van zijn nek haalt, klinkt het al snel weer: „Papa, nek.”
Papa heeft zelf vroeger ook gevoetbald en het lukt al aardig zijn zoon enthousiast te maken voor de sport. Als Miro klaar is met zwemles mag hij gaan spelen bij VV Sleen.
Het is een drukte van belang voor en in het stadion; er zijn springkussens voor de kinderen, de spelersbus kan bezichtigd worden, evenals enkele brandweervoertuigen en er zijn allerlei kraampjes. Miro en zijn ouders hebben al een tijdje rondgelopen. „Straks thuis gaan we nog even voetballen, hè!’’ zegt hij tegen zijn vader.
Jong talent trapt een balletje. Foto: Lute Kiers
De eveneens 4-jarige Brenn uit Musselkanaal, die met zijn vader Mart Tieben een eindje verderop de spelerspresentie heeft gevolgd, zit al wel op voetbal, maar dat is voor hem nu even niet zo belangrijk. „Gaan we weer naar de springkussens?” wil hij weten.
Huisdier
In de perszaal van De Oude Meerdijk is het ondertussen tijd voor serieuzere zaken. „Wat vind je het leukst van FC Emmen?”, wil een jonge fan weten van verdediger Dennis Vos. Leden van de Kids Club, kinderen van basisschoolleeftijd, mogen tijdens korte persconferenties vragen stellen aan telkens twee selectiespelers. „Het is een warme club, met fijne fans”, antwoordt de 21-jarige Brabander. „Leuke spelers ook”, grijnst middenvelder Jari Vlak naast hem.
Zo’n vijftien kinderen zitten achter de perstafels. FC Emmen-perschef Freddy Donker geeft ze allemaal een keycord waar ze hun naam op mogen schrijven en geeft daarna iedereen de beurt om vragen te stellen. Ouders houden achterin het zaaltje gespannen in de gaten of hun kroost al aan de beurt is. De telefoons in de aanslag.
De kinderen hebben een hoop vragen in petto. Foto: Lute Kiers
„Heb je een huisdier?” wil een journalist in spe weten weten van de 24-jarige Vlak. „Ja, sinds kort hebben mijn vriendin een hondje, Semmy. Hij is heel lief.” Dankzij de vele vragen is inmiddels ook bekend dat Vlak zich op wedstrijden voorbereidt door vooral te rusten, dat Vos zich van tevoren altijd met een witte handdoek afdroogt en dat de profs graag nog eens met Ronaldo en Messi zouden willen voetballen. „Al acht ik de kans klein dat het gebeurt”, zegt Vlak. En wat ze eigenlijk van Drenthe vinden? Vlak: „Mooi en groen. Fijn om met de hond te lopen.” Zijn buurman bevallen de terrasjes in Emmen erg goed.
Fantasie
„Wat stellen jullie leuke vragen, zeg!”, complimenteert Maikel Kieftenbeld de kinderen die tijdens de volgende persconferentie tegenover hem en Mike te Wierik zitten. Wie zijn beste vriend is bij FC Emmen? „Dat is Mike. We komen allebei uit Twente en dan kun je elkaar verstaan”, grapt de 33-jarige middenvelder. En, als van zijn buurman ook een antwoord wordt verwacht: „Dan moet jij nu ook mij noemen natuurlijk.”
„Wie is je grote voorbeeld?”, wil een andere jonge fan weten. „Toen ik zo oud was als jullie, hadden we een huis met een grote tuin. Mijn voorbeeld was altijd de speler die dat weekend goed gespeeld had en die was ik dan, in mijn fantasie”, vertelt Kieftenbeld. „Dus de ene week was ik Zlatan Ibrahimović en de andere week Fernando Torres. Dan fantaseerde ik in de achtertuin dat ik de Champions League-finale speelde.”
Handtekeningen jagen bij keeper Eric Oelschlägel. Foto: Lute Kiers
Het favoriete eten van verdediger Mike te Wierik? „Aardappelpuree met vissticks en wortels van mijn moeder.” „Iew...”, gruwelt een klein jongetje als Kieftenbeld bekent dat hij af en toe graag een dikke zak patat met satésaus lust.
Bij de laatste vraag, op welke plek in de Keuken Kampioen Divisie ze denken te eindigen, kaatst Kieftenbeld de bal terug. „Wat denken jullie?” „Eén!” klinkt het uit verschillende mondjes tegenover hen. De Tukkers kijken elkaar aan. „Daar gaan we ons best voor doen, dat beloven we jullie.”