In Emmen waren vorig jaar 99 incidenten waarbij een mes werd gebruikt. Burgemeester Eric van Oosterhout maakt zich zorgen, vooral over het groeiende aantal jongeren dat het doodnormaal lijkt te vinden met een mes rond te lopen. „Pubers kunnen heel impulsief reageren. Hebben ze een mes, dan is de kans groot dat iemand om helemaal niets wordt doodgestoken.”
Emmen, 29 december 2020, rond kwart voor zeven ‘s avonds. Johan van Veen is met zijn vriendin bezig met het schoonmaken van zijn cafetaria aan de Boslaan. Opeens hoort hij geschreeuw. De snackbarhouder loopt naar voren en ziet twee jonge jongens. Mondkapje voor, petje op, dikke jas aan, capuchon over hun hoofd. Ze komen niet met lege handen. Ze hebben elk een groot mes bij zich en slaan daarmee op de balie.
Als de jongens de eigenaar zien, schrikken ze en proberen ze weg te komen. Het lukt Van Veen om een van de twee te pakken. De andere vlucht, maar wordt later die avond alsnog aangehouden. Niet lang daarna is de snackbarhouder landelijk nieuws. Niet zo zeer vanwege de overval, maar vooral vanwege de leeftijd van de beide daders. Ze zijn 12 en 13 jaar oud. Een van de twee kwam bovendien geregeld als klant in de snackbar.
‘Grote kerel had zich in zijn leven nog nooit zo bedreigd gevoeld’
Burgemeester Eric van Oosterhout van Emmen herinnert het zich nog goed. Hij sprak een paar dagen later met de overvallen ondernemer. „Een grote kerel, beslist niet bang uitgevallen. Maar hij was nog diep onder de indruk van wat hem was overkomen. Jongetjes van 12 en 13 die met enorme messen zijn snackbar binnenliepen. Het was goed afgelopen, maar het had ook heel anders kunnen gaan. In alle hectiek hadden ze die man ook zo dood kunnen steken. Hij had zich in zijn leven nog nooit zo bedreigd gevoeld.”
Afgelopen jaar telde Emmen 99 incidenten waarbij steekwapens zijn gebruikt. In de meeste gevallen ging het om dreigen met een mes, maar ook meerdere steekpartijen. Zo stak in februari vorig jaar een Emmenaar van 15 jaar een 14-jarige plaatsgenoot drie keer met kracht een mes in zijn bovenlichaam op de Laan van der Bork.
In De Haar, eveneens in de wijk Emmerhout, werd in november een 21-jarige man neergestoken. „Het aantal incidenten met messen loopt op”, zegt Van Oosterhout. Hij is ongerust, ook omdat steeds meer jongeren met een mes op zak de straat opgaan. „Als volwassenen dit doen, is het uiteraard ook zorgelijk. Maar ik denk dat de drempel om een mes te pakken en er daadwerkelijk mee te gaan steken bij pubers lager ligt.”
De komende week is de landelijke Week van de Veiligheid, met onder meer een inleveractie voor messen. Foto: DvhN
‘De kans dat er iemand om helemaal niets wordt doodgestoken is heel groot’
Dat heeft volgens de burgemeester te maken met het jonge brein van pubers. „Ze kunnen heel impulsief reageren. Het kan in één keer van de kelder naar de zolder gaan. Zelfs bij kleinigheden. Een bal die je in je gezicht geschoten krijgt of een opmerking die net even verkeerd valt. Heeft zo iemand een mes op zak, kan er zomaar een steekpartij ontstaan. Ga je door het lint en sta je met een mes tegenover iemand, dan is het nog maar een kleine moeite om door te prikken. De kans dat er iemand om helemaal niets wordt doodgestoken is heel groot.”
Waarom steeds meer jongeren met messen rondlopen? Van Oosterhout weet het niet precies. „Ik ben geen socioloog, maar kopieergedrag speelt ongetwijfeld een rol. Ik denk aan de drillrap-cultuur, filmpjes waarbij rappers wapens neerzetten als statussymbolen. En als een je stiletto wilt, is het niet moeilijk om die ergens op te scharrelen.”
‘Vrees dat er ook ouders zijn die het toejuichen’
Van Oosterhout gaat ervan uit dat er ook jongeren zijn die messen meenemen om zich te kunnen verdedigen als ze worden aangevallen. „Zo van, als ze me iets willen aandoen, heb ik in ieder geval een mes op zak. Veel ouders zullen hiervan niet op de hoogte zijn. Al vrees ik dat er ook ouders zijn die dat toejuichen. Terwijl uit alle onderzoeken blijkt dat er ongelukken groter worden als aan alle kanten de bewapening wordt versterkt.”
Om het bezit van messen in de openbare ruimte terug te dringen, stelde de gemeente eind mei, op initiatief van de burgemeester een messenverbod in. De voltallige gemeenteraad stemde in. Op straat en in publieke gebouwen is het nu verboden om messen of andere voorwerpen bij je te dragen die als wapen kunnen worden gebruikt. Volgens Van Oosterhout zijn er meerdere Drentse gemeenten die eerder al zo’n verbod invoerden.
Dat het geen wondermiddel is, bleek in Emmen al enkele dagen later.
De Emmer burgemeester Eric van Oosterhout maakt zich grote zorgen over het groeiend aantal jongeren dat met een mes de straat opgaat. Foto: Marcel Jurian de Jong
Jongen neergestoken vlak onder werkkamer burgemeester
Bij de skatebaan op het Raadhuisplein in het stadscentrum werd een 17-jarige jongen met een keukenmes gestoken, bijna onder de werkkamer van de burgemeester. Een 19-jarige verdachte meldde zichzelf een dag later bij de politie. Hij moet zich in november voor de rechter verantwoorden. „Natuurlijk los je met zo’n messenverbod alleen het probleem niet op. Het is een van de middelen die je inzet. Hierdoor kan de politie meteen ingrijpen als iemand zonder goede reden een mes bij zich draagt.”
Dat gebeurde onder meer bij de kermis in Emmen, die deze zomer pal naast het gemeentehuis werd gehouden en waar de sfeer tussen bepaalde groepen jongeren verre van plezierig was. Bij controles werden meerdere messen in beslag genomen. Het gaat bij handhaving van het verbod vooral om de context, benadrukt Van Oosterhout. „Als twee oudere mensen op een bankje een appeltje schillen, zullen we daar niet gauw mensen op afsturen. Maar als jongeren met messen rondlopen, is dat een ander verhaal. Ja, ook met een aardappelschilmesje. Want ook daar kun je iemand mee doodsteken.”
Wapeninleveractie
De komende week doet Emmen mee aan de landelijke Week van de Veiligheid, die zich vooral op jongeren richt. De gemeente biedt middelbare scholen lespakketten over wapenbezit om in klaslokalen het gesprek op gang te brengen. Van Oosterhout gaat ook zelf bij een school langs om met leerlingen in gesprek te gaan.
Ander onderdeel van de actieweek is de wapeninleveractie, dit keer met de slogan . In het politiebureau staat een ton waar iedereen zijn (steek)wapen in kan leveren zonder dat hij of zij daar een boete voor krijgt. Wie onder deze voorwaarden van zijn vuurwapen af wil, moet een afspraak maken met de politie. Agenten komen het vuurwapen dan ophalen. Na inbeslagname van een vuurwapen wordt wel onderzocht of het wapen te linken valt aan een misdrijf.
Van Oosterhout: „Natuurlijk zal niet iedereen met messen of andere wapens hier gehoor aan geven. Maar elk wapen dat wordt ingeleverd, is er eentje. Wat je ook bereikt met deze actie, is dat de problematiek bij een grote groep mensen onder de aandacht komt. Hopelijk komt in veel gezinnen met pubers het gesprek hierover op gang. Zo van, hoe kijk jij hier tegen aan? En ken je jongens met messen op zak? Of heb je misschien zelf wel eens een mes bij je? Ik zou het toejuichen als heel veel ouders dit thuis aan de keukentafel bespreekbaar maken.’’
Johan van Veen, de snackbarhouder die eind 2020 door twee jochies werd overvallen, denkt er precies zo over. ,,Persoonlijk denk ik dat veel ouders niet in de gaten hebben waar hun kinderen mee bezig zijn en waar zij mee rondlopen. Laten we hopen dat deze actie ook daarin verbetering in brengt.’’