De Japanse duizendknoop wordt bij Havelte met stroom bestreden Foto: Gerrit Boer
Hoe kom je nou van die verduvelde Japanse duizendknoop af? Natuurmonumenten probeert dit jaar allerlei nieuwe manieren uit en kreeg voor exotenbestrijding 1 miljoen euro subsidie.
De Japanse duizendknoop is een exoot die hard groeit en vrijwel niet is uit te roeien. Het dichte bladerdek zorgt ervoor dat er geen andere planten kunnen groeien. De wortels reiken diep en vernielen gebouwen en wegen.
Het is duur en moeilijk om de plant te verwijderen. En niet zonder gevaar. Want stukjes weggehaalde Japanse duizendknoop kunnen elders weer ontspruiten. Het leidt tot verhitte discussies: ga je er miljoenen tegenaan gooien om die plant op sommige plekken weg te krijgen? „Dat is een interessante discussie”, vindt boswachter Sanne van Gemerden van Natuurmonumenten. „Wij hebben die ook. De een is voor, ‘het is te veel moeite, hij zit toch al overal’, zegt de ander.”
Als je niks doet, weet je zeker dat de plant alleen maar verder gaat woekeren. Daarom grijpt Natuurmonumenten op bepaalde plekken in. Al blijven de dilemma’s. Als buren – gemeente of particulieren – niets doen, is het dweilen met de kraan open.
Bovendien mag ook de consument volgens Van Gemerden wel bewuster zijn. De duizendknopen kwamen vaak als snoeiafval in de natuur. En hoewel tuincentra deze exoot niet meer verkopen, hebben we ons gedrag nog niet aangepast. „We moeten bewuster met de wereld omgaan. We slepen onszelf, planten, dieren en ziektes van hot naar her.”
Allerlei methoden
De Japanse duizendknoop verspreidt zich in Nederland nog niet of nauwelijks via zaad, maar via de wortelstokken. Uit één wortel komt de plant talloze keren op. Weghalen kan door te spitten, begrazen, beschaduwen, maaien, elektrocuteren, verhitten, afgraven, luchtdicht afdekken en vergiftigen. De keuze is reuze. Maar niet alles werkt even goed. En de beste methode is niet altijd mogelijk door natuur, archeologie of bebouwing.
Nieuws over een Japanse bladvlo die de plant om natuurlijke manier zouden kunnen bestrijden, geeft volgens Reinders potentieel nieuwe problemen. „Ook zulke kevers zijn exoten. Je weet niet waar het beestje stopt.’’
In een rondrit rond het Dwingelderveld laten duizendknoopexpert Jan en boswachter Sanne van Gemerden zien welke dillema’s er samenhangen met de bestrijding.
Locatie 1 – De Klinke, Darp
Langs De Klencke bij Oosterhesselen is niets meer te zien dan een laag zand op een stuk zeil. Niet lang geleden, graasden hier geiten. Ze vraten de duizendknoop weg, maar de plant bleef bovenkomen. Twee weken geleden is de duizendknooplocatie omgeploegd en afgedekt met zeil. Die methode heet roots reset.
Er is daarbij een speciaal voedingsstof in de grondlaag toegevoegd, waardoor bepaalde bacteriën zich in de zuurstofloze bodem goed ontwikkelen en de wortels afbreken. De plant fermenteert; de wortels sterven binnen zes maanden af. Binnen één groeiseizoen wordt er korte metten gemaakt met de exoot.
De Japanse duizendknoop bij Oosterhesselen is wegbegraasd en omgeploegd. Daarna wordt het toegedekt en met een speciaal mengsel bestreden. Foto: Gerrit Boer
„Deze methode zou ik het liefst op de meeste plekken toepassen. Hiervan heb ik hoge verwachtingen”, zegt Reinders, terwijl hij in de auto stapt voor de volgende locatie. Dat dat niet altijd kan, blijkt op de volgende locaties.
Langs een akker bij camping Midzomer in Diever staan een heus woud aan levensgrote Japanse duizendknopen. Reinders wijst aan: „Dít hier is grond van de gemeente. En dát is de akker van Natuurmonumenten.” Ertussenin een droge sloot. Natuurmonumenten wil bestrijden, maar dan moet de gemeente wel meewerken. Reinders: „De gemeente is misschien nog niet wakker. Je zit met verschillende beheerders. Niet elke partij ziet de noodzaak of heeft er geld voor. Nu is de hele slootkant – 100 meter – potentieel besmet. Een paar jaar geleden was dat slechts een paar meter.”
Bestrijder Jan Reinders laat de Japanse duizendknoop even goed zien. Foto: DVHN/Wouter Hoving
Onduidelijk is nog wat hier de beste methode is. Helemaal afgraven kan niet vanwege de weg. Reinders: „Maar het moet in ieder geval rigoureus.” De bestrijder speurt de roggeakker af en wijst met zichtbare tegenzin af en toe een plantje aan. Door het ploegen, komen stukjes duizendknoop verderop in de grond. Daar komen bij iedere knoop in de plant weer wortels, waarna een nieuwe ‘moederplant’ ontstaat.
Een buurtbewoner komt langs met de hond en knikt met zijn hoofd naar de manshoge duizendknopen langs de droge sloot. „Dit is geweldig snel gegaan. Het begon als een klein bosje in de hoek. In één jaar is het geëxplodeerd.” Hij wijst richting het einde van de straat. „Daar groeien ze ook al in de berm.”
Locatie 3 – Holtingerveld, Havelte
Terug in de auto wijst boswachter Van Gemerden naar de bermen langs de weg. „Hier groeien ze.” Even later: „Oh, en hier ook.” Reinders: „Ik denk dat de maatschappij nog niet wakker is. Als je ermee bezig bent, zie je hoe groot het probleem eigenlijk is.”
Reinders rijdt intussen naar een bestrijdingslocatie in de achtertuin van Havelte. Daar ligt de Grote Startbaan Holtingerveld. Dat is zeldzame natuur; heischraal grasland, waarvan minder dan 100 hectare in heel Nederland is. Van Gemerden „Dit is echt een parel van Drenthe.” Door de zure en kalkrijke bodem groeien er allerlei zeldzame planten zoals liggende vleugeltjesbloem, gelobde maanvaren en allerlei soorten orchideeën. Ooit dumpte iemand hier zijn tuinafval. Nu is de Japanse duizendknoop er vrijwel niet weg te krijgen. Afgraven kan niet vanwege de zeldzame natuur.
Twee weken geleden begon daarom bestrijding door middel van elektrocutie. Ieder duizendknoopstengeltje kreeg een stroomstoot totdat het sissend ter aarde stortte. Zo’n elektrische schok doet de plant pijn, je hoort de wortels verkolen. Zes keer per jaar krijgen de exoten deze oplawaai. Na drie tot vijf jaar zou de plant de strijd moeten opgeven. De eerlijkheid gebiedt te zeggen: elektrocutie is een laatste redmiddel. Het werkt niet zo goed en is zeer arbeidsintensief. Er hangt een stevig prijskaartje aan: 7000 euro per jaar.
Zo’n elektrische schok doet de plant pijn, je hoort de wortels verkolen. Foto: Gerrit Boer
Reinders bekijkt de locatie met een grote frons. Het valt hem tegen. „Er staat nu alweer meer dan twee week geleden. Het schiet er als haren op een hond weer uit.” Hoe deze methode dan ooit moet helpen bij de uitroeiing? ,,Het is een kwestie van lange adem. We moeten deze aanpak blijven herhalen.”
„Het is tijd kopen”, zegt Reinders. „We weten dat geen enkele methode honderd procent dekking geeft. Gevoelsmatig klinkt dat zwak, maar we weten gewoon nog niet helemaal hoe we het moeten doen.”
Sanne van Gemerden struint ondertussen over het heischrale land op zoek naar mooie orchideeën. Ze stuit daarbij vooral op exoten waar ze niet blij van wordt. Canadese guldenroede, rimpelroos en zevenblad. „Als ik zevenblad in mijn tuin zie, krijg ik al een rode waas voor mijn ogen.”
Locatie 4 – Dwingelderveld, Dwingeloo
Op een open plek in het bos van het Dwingelderveld zijn de Japanse duizendknopen enórm. Van Gemerden begint aan een van de stengels te sjorren. Ze ropt ‘m eruit. „Het is een beetje rabarberachtig. Het is nu lekker vers.” Ze neemt een hapje van de plant. „Hij smaakt inderdaad naar rabarber.” De stengel verdwijnt in een vuilniszak om er thuis een taart van te maken.
Niet verspreiden, hè Sanne?”, zegt Reinders tegen haar, terwijl ze met de plant loopt te slepen. Restjes van haar recept moeten in de grijze kliko, niet de groene. Het moet de verbrandingsoven in.
Sanne van Gemerden bekijkt het stevige wortelstelsel van haar pas geplukte stengel. Foto: DVHN/Wouter Hoving
Ook hier is weghalen van de duizendknoop ingewikkeld. Onder de planten liggen raatakkers, landbouwvelden stammend uit de late bronstijd tot in de Romeinse tijd. Bestrijder Reinders mag de grond niet dieper dan 20 centimeter beroeren om de archeologische schatten niet te beschadigen.
Dat maakt de uitdaging groot, zegt Reinders: „Hier moeten we echt pionieren.” Het liefst zou hij hier roots reset doen. Beschaduwen kan ook, want de bomengrens is ook de natuurlijke grens waar de duizendknoop ophoudt. Toch raak je ‘m daar niet helemaal mee kwijt.
Locatie 5 – Mantingerzand, Mantinge
Bij Mantinge laat Reinders drie plekken dicht bij elkaar zien. Bij het Mantingerzand is op één plek de grond afgegraven en thermisch verhit zodat alles dood is. Even verderop zijn de exoten handmatig gerooid, maar kleine plantjes steken alweer voorzichtig de kop op. „Je moet nazorg blijven toepassen. Soms schrik je ervan hoe snel het er weer staat.”
Jan Reinders markeert een behandeld gebied bij Mantingerzand. De grond is hier afgegraven en thermisch verhit. De Japanse duizendknoop is hier dusver nog weggebleven. Foto: DVHN/Wouter Hoving
Weer een stuk verderop groeit de duizendknoop langs een akker. Het gebruik van landbouwgif heeft de duizendknopen vervormd, maar niet gedood. Ze groeien het achterliggende bos in. „Het liefst zou ik dit helemaal willen afgraven.” Dat zou betekenen dat ook een deel van de bosstrook plat moet. „Je zit ook met het terrein van de boer. Die moet ook willen meewerken.”