De provincie koopt landbouwgrond om de natuur te kunnen ontzien. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het provinciebestuur van Drenthe houdt vast aan het omstreden plan om 70 miljoen euro extra uit te trekken voor grondaankoop. De aankopen zijn nodig voor de natuurbescherming.
Volgende maand bespreekt het Drents Parlement het voorstel om die 70 miljoen euro uit te trekken. Dit komt bovenop de 140 miljoen die de provincie eerder al op tafel legde. Dit geld raakt langzamerhand op, met het extra geld kan de provincie verder.
Soort ruilverkaveling
De provincie Drenthe koopt grond op van bijvoorbeeld boeren die willen stoppen met hun bedrijf. Hiermee kan zij een soort ruilverkaveling tot stand brengen. Boeren die land hebben vlak bij beschermde Natura 2000 gebieden, kunnen dit land dan minder intensief gebruiken of helemaal afstoten in ruil voor grond van de provincie. Daarmee kan Drenthe een deel van de stikstofdoelstellingen halen.
Het plan kwam in december al tevoorschijn uit de koker van BBB-gedeputeerde Egbert van Dijk, die de scepter zwaait over financiën en natuur, en van zijn partijgenoot en collega Jisse Otter van landbouw. Het voornemen kreeg echter kritiek van de BBB-fractie in het Drents Parlement.
BBB kritisch
De BBB’ers zien de ontwikkelingen met argusogen aan, omdat ze vrezen dat er sluipenderwijs steeds minder ruimte is voor boeren. Bij een eerdere gelegenheid stelden ze voor om van die extra 70 miljoen af te zien. De BBB wees erop dat er nu toch veel onduidelijk is over het landelijke stikstofbeleid en dat een nieuw kabinet de bakens wellicht weer verzet.
Dit leidde weer tot veel kritiek van de linkse fracties, die het juist belangrijk vinden om met volle kracht verder te werken aan natuurherstel en vermindering van de neerslag van stikstof op de natuurgebieden.
Regie provincie
Als compromis werd besloten om het besluit uit te stellen tot dit voorjaar. De beide gedeputeerden leggen nu nogmaals uit dat het extra geld hard nodig is omdat de provincie binnen afzienbare tijd anders geen grond meer kan aankopen en de provincie de regie niet meer kan nemen bij de plannenmakerij voor het landelijk gebied. Dit gaat niet alleen over natuurherstel en stikstof, maar ook bijvoorbeeld over waterbescherming.
En, zeggen de gedeputeerden, het geld dat de provincie hieraan uitgeeft, is niet helemaal weg. De provincie steekt het geld in de aankoop van grond, die zij ook weer kan verkopen. Wel zijn er aan deze transacties kosten verbonden die ten koste gaan van de provinciekas. Door de impasse in de landelijke politiek is het verder onduidelijk hoe groot de vergoeding is die de provincie krijgt voor het stikstof- en natuurbeleid.