Boerin Eline Vedder bij haar koeien. Foto: Gerrit Boer
Eline Vedder stelde donderdag in de Tweede Kamer een emotionele vraag aan ecologen en andere deskundigen in de Tweede Kamer. ,,Hoe moet ik mijn koeien beschermen tegen de wolf?’’
De deskundigen bleken het eigenlijk niet goed te weten en ook uit de politiek kwamen geen hapklare antwoorden, behalve dan betere rasters en een kwestie van wennen. De wolf verjagen of doodschieten gaat onvoldoende werken, want vanuit Duitsland komen er toch wel weer nieuwe roedels.
Vedder, het 44-jarige CDA-Kamerlid uit Ruinerwold, zat als enige veehouder bij een rondetafelgesprek in het parlement over de wolf en schetste haar dilemma. ,,Ik heb 65 koeien die elke dag grazen op verschillende percelen. De weg er naartoe varieert van een paar honderd meter tot twee kilometer.
,,Ik weid mijn koeien zo veel mogelijk. Ik geef ze vrij koeverkeer zodat ze zelf heen en weer kunnen lopen naar de stal. Ik heb een schouwsloot dwars over mijn percelen waarvoor ik verplicht ben het waterschap vrij toegang te geven, dwars door rastering heen. Hoe moet ik dan mijn koeien beschermen?’’
Zonder rasters ook geen vergoeding
Betere rasters, was toch telkens het antwoord van de deskundigen. Verreweg de meeste gedode dieren zijn niet beschermd door die hekken, of niet goed genoeg. Ecologen en andere wetenschappers vonden zelfs dat de schadevergoeding die veehouders krijgen afhankelijk gemaakt moet worden van of iemand wel goede rasters heeft. Ook omdat veel boeren die rasters vaak weigeren omdat ze dan mee lijken te werken aan de terugkeer van de wolf.
Vedder schudde haar hoofd. ,,Het is hondsmoeilijk om een raster op natuurlijk terrein kilometers lang zo neer te zetten dat er nergens een gaatje is.’’
Dierenarts Karina Beuving uit Vollenhove die vooral werkt rond het Drents-Friese Wold zei even daarvoor dat zij en haar collega’s het eigenlijk niet meer trekken. ,,Elke keer staan we weer naast een huilende of radeloze eigenaar’’, begon ze. ,,We treffen een compleet slagveld aan met dieren die niet allemaal dood zijn maar ook zwaar verminkt. Hun ingewanden buiten hun lijf, hun vel van hun botten gescheurd. En soms staat de wolf ons even verderop gewoon aan te kijken. Soms staan er verderop ook schapen niet achter een raster waar ze eigenlijk gemakkelijker bij konden komen.’’
‘Ze zouden geen groot wild aanvallen. Kijk nu’
Beuving en Vedder klaagden over de beloftes van ecologen die vaak niet uit blijken te komen. ,,De wolf zou schuw zijn naar mensen toe en zou geen groot wild aanvallen. Maar kijk nu.’’
Ecologen zoals Hugh Jansman en vertegenwoordigers van Natuurmonumenten en de Dierenbescherming ontkenden dat Nederland te klein en dichtbevolkt is voor de wolf. Er zijn andere landen en regio’s die ook vol zijn en er toch mee weten te leven. Het is volgens hen toch vooral een kwestie van goede rasters en minder vee.
Een boswachter uit de Hoge Veluwe vertelde hoe daar alle ruim driehonderd moeflons waren opgegeten. Dat kwam volgens de ecologen doordat het park omheind is door een hek, waardoor grote grazers nergens heen kunnen vluchten. Bovendien horen moeflons van nature niet thuis in Nederland en de wolf wel.
Wat te doen tegen Roodkapjesyndroom?
Uiteindelijk moest ook Laura Bromet van GroenLinks-PvdA erkennen dat ze niet goed weet wat er te doen is tegen het ‘Roodkapjesyndroom’, dus de angst dat kinderen aangevallen worden.
Pieter van Geel, de vooraanstaande oud-CDA’er die tal van commissies over de wolf voorzat, schetste hoe het een zoektocht is naar goede maatregelen. Grote kuddehonden zijn ook lastig in het drukke Nederland en het perfecte hekwerk is nog niet uitgevonden, erkende hij. ,,We moeten ontdekken wat wel en niet werkt en goed kijken in het buitenland. Helemaal tegenhouden kunnen we de wolf niet. We hebben in het begin misschien gedacht dat hij veel schuwer zou zijn.’’