Tijdelijke opvang voor asielzoekers in voormalige penitentiaire inrichting Bankenbos. Foto: Rens Hooyenga
De Drentse gemeenten zijn goed op stoom met de noodopvang van asielzoekers. Tegelijkertijd rijzen er vragen over het democratisch gehalte van de besluitvorming hierover.
Deze week geven de gemeenten Hoogeveen, Meppel en Aa en Hunze nog een flinke slinger aan de noodopvang van asielzoekers. Daarmee groeit het aantal plaatsen, zo vertelt woordvoerder Bart Raaijmakers van de Veiligheidsregio Drenthe, van 264 naar 491. Dat is ruim boven het aantal van 450 waartoe Drenthe zich in september verplichtte.
„We zorgen altijd voor wat extra plaatsen voor het geval er mensen ziek worden of iets dergelijks, waardoor er extra bedden nodig zijn”, vertelt Raaijmakers.
Hij is blij dat de twaalf Drentse gemeenten allemaal hun schouders onder de opvang zetten. Vanuit de PVV komen er ook kritische geluiden. Statenlid Bert Vorenkamp stelt de Drentse gemeenten scherpe en kritische vragen. In eerste instantie alleen aan Emmen en Coevorden, maar hij wil dit uitbreiden tot alle gemeenten.
Hij vindt het niet kunnen dat de Veiligheidsregio besloot dat alle gemeenten hun steentje moeten bijdragen aan de opvang van in totaal 450 asielzoekers voor heel Drenthe. Concreet komt dat er op neer dat elke gemeente enkele tientallen asielzoekers moet huisvesten, afhankelijk van de beschikbare accommodaties.
Twaalf Drentse burgemeesters
Veiligheidsregio Drenthe moet allerlei zaken op het gebied van veiligheid regelen. Omdat de regio in dit gebied samenvalt met de provincie, bestaat het bestuur uit de twaalf Drentse burgemeesters. Die van Hoogeveen, Assen en Emmen vormen het dagelijks bestuur. Burgemeester Marco Out van Assen staat aan het hoofd ervan. De Veiligheidsregio werkt samen met brandweer, Defensie en waterschappen en neemt de touwtjes in handen als zich een crisis voordoet.
De Veiligheidsregio kreeg dus ook een taak toen afgelopen zomer de situatie bij het Asielzoekerscentrum in Ter Apel compleet uit de hand liep. Alle 25 regio’s in Nederland kregen het dringende verzoek ieder 450 asielzoekers noodopvang te bieden, in principe voor drie maanden.
Dit is dus bij Bert Vorenkamp en zijn mede-PVV’ers in het verkeerde keelgat geschoten. Burgemeesters zijn niet-gekozen bestuurders en zij moeten volgens hem niet dit soort beslissingen kunnen nemen.
Mond vol tanden
Hij heeft een punt, vindt staatsrechtgeleerde Douwe Jan Elzinga. De Veiligheidsregio’s zijn volgens hem de afgelopen jaren steeds meer zaken gaan regelen, zonder dat ze daarvoor een duidelijke bevoegdheid hadden. „Het begon met de coronacrisis”, blikt hij terug. „Toen moesten er snel allerlei maatregelen worden genomen. Toen kwamen de vluchtelingen uit Oekraïne, vervolgens zat het asielzoekerscentrum in Ter Apel overvol.” Telkens stonden de democratisch gekozen gemeenteraadsleden in wezen met de mond vol tanden.
Elzinga: „Het is zaak om beter te regelen wat de bevoegdheden van de Veiligheidsregio’s precies zijn. Nu werken ze vanuit een schemergebied. Landelijk is daarover al discussie ontstaan en dit moet leiden tot nadere wetgeving.”
Diefstalletjes
Volgens Vorenkamp kan de opvang van asielzoekers grote gevolgen hebben voor omwonenden, zoals overlast in de buurt of een toename van kleine criminaliteit. Hij stelt dat de overgrote meerderheid van de bevolking geen asielzoekers wenst. Dat de gemeenten nu weer oplossingen bedenken, soms ook in de vorm van leegstaande luxueuze resorts, leidt in zijn ogen tot een aanzuigende werking op vluchtelingen.
Woordvoerder Raaijmaker van Veiligheidsregio Drenthe gaat niet in op de vragen van de PVV. Die moeten de gemeentebestuurders zelf maar beantwoorden, vindt hij.