Jan Soegies, Rebecca Wuffen, Joshua Dingjan en Jan Haddering. Foto's: Marcel Jurian de Jong
Ze vallen bijna niemand op. Toch zorgen ieder jaar tientallen medewerkers en vrijwilligers tijdens de TT van Assen voor hapjes, drankjes, logistiek en veiligheid. Vier van deze ‘stille krachten’ vertellen over hun werk tijdens het motorsportevenement.
Jan Soegies (55) uit Westerbork
Functie: brandweerman op het circuit
Nee, niemand hoeft medelijden te hebben met Jan Soegies omdat hij tijdens de TT moet werken. De brandweerman van korps Westerbork is groot auto- en motorsportliefhebber en al twintig jaar in zijn brandweeruniform op het TT Circuit te vinden. Hij past zelfs zijn vakanties erop aan. „Ik probeer altijd vrij te zijn met de TT. Als je van motor- en autosport houdt, dan is het circuit the place to be.”
Dat de brandweer aanwezig is op het circuit is volgens Soegies geen overbodige luxe. „Er kan natuurlijk iets in de fik vliegen, bijvoorbeeld een motor die uit de bocht vliegt.”
Jan Soegies (55) uit Westerbork is al twintig jaar brandweerman tijdens de TT. Foto: Marcel Jurian de Jong
Soegies zit dit jaar op de grote brandweerwagen en is verantwoordelijk voor het grotere bluswerk. „Alles wordt aangestuurd door race control in de toren. Als er brand is op het circuitterrein of de baan, zijn eerst de baancommissarissen met kleine brandblussers aan zet. Is de brand groter, dan komt er een fast fire car, die heeft een veertig liter-tank en schuimblussers en kan dus al wat meer aan. Als wij in actie moeten komen, dan staat er echt behoorlijk wat in de fik en moet de race stilgelegd worden, zodat wij de baan op kunnen.”
Brandweermannen moeten tijdens de TT onder nog meer publieke belangstelling en druk kunnen werken dan normaal, zegt Soegies. „Er kijken heel veel mensen met je mee. Als er iets op de baan gebeurt en de hele hoofdtribune zit vol, dan weet je dat zodra je klaar bent alles op sociale media staat. Mij maakt dat niet zoveel uit. Ik doe mijn ding en probeer dat zo goed mogelijk te doen.”
Rebecca Wuffen (44) uit Assen
Functie: EHBO’er in de Strubbenbocht op het circuit
Als een motorcoureur in de Strubbenbocht van het TT Circuit onderuitgaat, komt Rebecca Wuffen in actie. Het vrijwilligerswerk als EHBO’er tijdens de races doet ze dit jaar al voor de negentiende keer. „Ik was 24 toen ik begon en was meteen verkocht. Dichterbij de motorsport kom je niet.”
Wuffen is de eerste die moet beoordelen hoe de coureur eraan toe is en of hij of zij de race kan uitrijden. „Als de coureur bij bewustzijn is, is het heel makkelijk. Dan kan ik gewoon vragen waar het pijn doet en of hij verder kan. Kan hij niet terugpraten, dan moet ik een verpleegkundige van het circuit of een ambulance inschakelen.”
Als een motorcoureur onderuit gaat, komt EHBO'er Rebecca Wuffen (44) uit Assen in actie. Foto: Marcel Jurian de Jong
Daarnaast moeten Wuffen en haar collega’s kennis hebben van de motorsport en moeten ze de baan veilig houden. „Als wij niet op tijd een motor of een coureur van de baan afkrijgen, kan hij worden overreden. We moeten ook weten met welke vlaggen we moeten zwaaien en hoe je een lekkage aan een motorfiets herkent. Tijdens de race zijn wij de ogen en oren van zowel de coureurs als de organisatie. Wij zien alles. Als er opeens rook uit een motor komt, signaleren wij dat en geven we dat door aan race control.”
Negen van de tien keer willen de coureurs koste wat kost doorrijden na een ongeluk. „Zeker in ‘mijn’ bocht, de langzaamste bocht. Daar gaat het niet zo hard. In het racen gaan zoveel belangen om: geld, titels, noem maar op. De meeste coureurs willen daarom meteen weer door na een val.”
Joshua Dingjan (30) uit Den Haag
Functie: productieleider TT Festival voor plastic en toiletvoorziening
Alle plastic bekers op één plek krijgen zodat ze gerecycled kunnen worden en zorgen voor een prettig toiletbezoek voor elke bezoeker van het TT Festival: dat zijn de taken waarvoor productieleider Joshua Dingjan uit Den Haag eindverantwoordelijk is. En daar komt meer bij kijken dan je misschien denkt.
„Vorig jaar hebben we voor het eerst een proef gedaan met rpet-bekers bij alle horecagelegenheden en bars op het festivalterrein. Dat zijn de bekers die het beste te recyclen zijn”, vertelt Dingjan. „Bezoekers betalen één keer een milieutoeslag voor zo’n plastic beker, die ze moeten inleveren voordat ze een nieuw drankje krijgen.” De proef beviel goed, de straten blijven er een stuk schoner van. Dit jaar wordt de proef dus voortgezet.
Joshua Dingjan coördineert in de Asser binnenstad de inzameling van alle plastic bekers en de toiletten. Foto: Marcel Jurian de Jong
Het team van Dingjan, dat voor een deel bestaat uit vluchtelingen uit de crisisnoodopvang, zorgt er tijdens de festivaldagen vervolgens voor dat de bekers naar de verzamelplekken worden gebracht. In grote big bags gaan ze daarna naar de fabriek. „Het kan in theorie zo zijn dat je volgend jaar bij het TT Festival dezelfde beker in je hand hebt als dit jaar.”
Ook het coördineren van de toiletvoorzieningen is een taak van Dingjan. „Toch een belangrijk onderdeel van festivalbezoek”, lacht hij. „We moeten allemaal naar de wc.” Omdat de organisatie het toiletbeheer dit jaar in eigen hand heeft, probeert het festival net wat extra service te verlenen. „Toiletdames geven bijvoorbeeld ook informatie over het evenement.”
Vorig jaar kwam de Hagenees voor het eerst op het TT Festival werken en dat was een bijzondere ervaring. „Iedereen in Nederland kent de TT, maar het festival was voor mij als inwoner van de Randstad veel minder bekend. Ik was positief verrast over hoe groot en georganiseerd het is.” Vooraf was hij een beetje bevreesd voor cultuurbotsingen, maar dat viel alles mee. „Haagse humor en Asser humor blijken erg op één lijn te zitten. Als ik dit jaar ergens naar binnen loop kennen ze me allemaal nog. Dat vind ik heel erg leuk.”
Jan Haddering (75) uit Assen
Functie: cateraar op het TT Circuit
Jan Haddering is onderdeel van de catering-tandem Haddering/Menssies. Onder hun aansturing zorgt een vrijwilligersteam van tien mensen ervoor dat de honderden medewerkers rondom het circuit op de racedagen genoeg eten en drinken krijgen. „Jeannette Menssies doet het theoretische gedeelte, ik ben de uitvoerende factor”, zegt Haddering, die motorsportbloed door de aderen heeft stromen.
Als 15-jarige ging Haddering al kijken bij het circuit. In 1988 begon de nog altijd fanatieke amateurfilmer met zijn eerste baan op het circuit. „Als cameraman. Dan hing je zeven tot acht meter boven het asfalt. Dat was formidabel gewoon. Tegenwoordig is dat allemaal digitaal.”
Jan Haddering zorgt ervoor dat iedereen rondom de baan te eten en drinken heeft. Foto: Marcel Jurian de Jong
Later was Haddering jarenlang baancommissaris. „Door mijn leeftijd mag ik dat niet meer doen”, vertelt hij met enige spijt. „Als je geluk hebt zoals ik mag je in een andere functie doordraaien.” Ook als cateraar hoeft hij niets van de racedagen te missen. „We zijn dinsdag begonnen, toen heb ik de hele tent en de zitjes voor vrijwilligers klaargemaakt. We hebben duizenden flesjes frisdrank ontvangen, die staan in de koeling klaar.”
Haddering wordt dezer dagen al ruim voor het afgaan van de wekker om 5.00 uur wakker. Hij fietst naar het circuit om ervoor te zorgen dat voor 6.00 uur alle lunchpakketten klaarstaan. „Als dat voorzien is, gaan we ‘s middags naar het restaurant. Daar halen we voor de medewerkers van alle zeventien posten op de baan warme maaltijden op, die we vervolgens rondbrengen.” Zondag is het het hard aanpoten. Dan moeten er maar liefst 900 pakketten klaarstaan.
Het meest kijkt Haddering uit naar de afsluitende borrel voor alle medewerkers, op zondagmiddag. „Dat vind ik heel gezellig, al heb ik dan de pijp ook volledig leeg. Ik heb kanker en een hartinfarct gehad en heb zware artrose. Dit kost energie, maar het levert ook zoveel energie op. Zolang dat het geval is, wil ik dit blijven doen.”