Ruud ten Wolde samen met zijn twee zussen Fleur en Sanne (r.). Foto: Sanne ten Wolde
Sanne ten Wolde (31) verloor haar broer - RTL Boulevard-verslaggever en auteur van Ziek Gelukkig - Ruud ten Wolde vorige maand op 29-jarige leeftijd aan kanker. Het afscheid was groots en meeslepend, want Ruud was alom geliefd. Theater De Meervaart in Amsterdam zat vol mensen die hem een laatste eer wilden bewijzen. Ruud wilde dan wel écht niet dood, maar als er dan toch een uitvaart moest komen, dan zo.
Voelde je aankomen dat Ruud zou overlijden?
„Nee. Als je zoveel van iemand houdt, bestaat die optie gewoon niet – ondanks dat artsen zeggen dat er geen hoop meer is. Hij was al zo vaak zo ontzettend ziek geweest en telkens weer kwam hij er bovenop. Vorig jaar kerst nog, toen dacht ik dat hij er tussenuit zou knijpen, maar hij herstelde weer. De hoop is altijd groter geweest dan de angst. Op een gegeven moment zaten de tumoren in zijn longen, ruggenmerg en hals, maar door immunotherapie was alles geslonken tot één klein stipje. We vertrouwden erop dat er wel iets zou worden uitgevonden waardoor hij beter zou worden. Hij had zelf ook een enorm onsterfelijkheidsgevoel. Wij gingen daarin mee. Maar toen bleek het dus naar zijn hersenen uitgezaaid. We snapten de kanker ook gewoon echt niet.”
Heb je wel echt bewust afscheid van hem genomen dan?
„Nee en dat is niet erg, ik voel me daar niet schuldig over. Of dat moment nou wel of niet bewust was geweest, dat maakte niet uit. De eeuwige liefde blijft hetzelfde. We zijn de dag dat hij stierf wel de hele dag als familie bij hem geweest. Bij Ruud had ik een gevoel van totaal thuis zijn. We hebben nog met z’n drietjes, samen met ons zusje, zitten kletsen en we zijn samen stil geweest. ’Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik doodga’, zei hij nog. De hele dag kwamen er mensen langs, Ruud had daar eigenlijk geen puf meer voor.”
Na zijn overlijden kwam je in een enorme rollercoaster terecht; iedereen leefde mee.
„Ja, dat heeft álles voor ons betekend. Het is best vreemd om zo’n groot gevoel van kwetsbaarheid te delen met zoveel mensen. Naar de vijf minuten waarin ik over en tegen Ruud sprak op zijn uitvaart luisterden 15.000 mensen mee, maar dat maakte me niks uit. We wilden het zo graag zo doen zoals Ruud het gewild zou hebben. Hij had het echt prachtig gevonden dat de opkomst zo massaal zou zijn. Het was ook geen kwetsbaarheid waar we ons voor hoefden te schamen. Zijn baas en goede vriendin Georgette heeft de uitvaart aan elkaar gepraat. Dat deed ze zo krachtig en ook zo kwetsbaar.”
Verliep alles volgens plan?
„Nou, niet helemaal. Ruud wilde echt geen bloemstukken met linten met teksten erop. Ik kwam aanlopen bij zijn kist en zag er een stuk mét lint liggen. ’Verdorie, hoe kan dit’, dacht ik. Maar toen las ik de tekst: ’Geen woorden, Evert’. Het rouwstuk was niet voor Ruud bedoeld, het lag bij het verkeerde lichaam. We hebben daar zo ontzettend om gelachen en dat kon, want Ruud was zelf ook vaak heel grof – maar nooit respectloos. Ik wist gewoon dat als hij dit van boven zag, hij zich zou hebben opgevroten over dat lelijke stuk. Het is gek om te lachen als je zo verdrietig bent, toch kan dat. Zo kreeg ik pas ook een appje van een leerling en in plaats van doei tikte hij per ongeluk dooie. Ook daar kan ik dan weer keihard om lachen.”
Hoe is het nu met jou? Ben je alweer aan het werk?
„Nee, ik ben filosofiedocent op een middelbare school en dat werk kun je niet een beetje doen. Elk uur dertig nieuwe kinderen lesgeven lukt me momenteel nog niet zo goed. Ik kan me nog niet bezighouden met stomme dingen als toetsen nakijken. Wel ben ik een filosofiecafé aan het op zetten; een plek waar kinderen koffie kunnen komen drinken en over dingen kunnen praten die ze bezighouden. Ik heb even gedacht dat ik misschien wel helemaal geen les meer wil geven. Als ik iets van Ruud heb geleerd is dat ik niets moet doen waar ik geen zin in heb. Hij wist altijd heel goed wat hij wilde, ik ben een enorme twijfelaar. Maar vorige week stond er ineens een oud-leerling voor mijn deur met een prachtige tekening over Ruud in de hemel, omringd door Descartes, Nietzsche en Poetin. Op zo’n moment weet ik dat ik helemaal niet moet stoppen. Bij de dood komt zoveel liefde kijken heb ik gemerkt. Ik vind dat heel mooi.”
Hoe vul je je dagen momenteel?
„Mijn familie en ik zijn best druk met de publiciteit rondom Ruuds boek, Ziek Gelukkig, dat enkele dagen na zijn dood werd gelanceerd. Het boek gaat nu al een derde druk in, volgens mij. En we hopen dat hij de NS Publieksprijs wint. Ik onderhoud Ruuds Twitterpagina. Mijn moeder vroeg me pas nog of ik daar niet beter mee kon stoppen. Het kan inderdaad een beetje luguber overkomen dat er nog berichten worden geplaatst op een account van iemand die er niet meer is, maar ik moet iets doen om zoveel mogelijk mensen op Ruuds boek te laten stemmen. Ruud wil die prijs, dat weet ik zeker. Het is betekenisvol dat ik daar zo een beetje aan kan bijdragen.”
Leer je ook iets van Ruuds dood?
„Ja, dat er dus zoveel liefde bij een verlies komt kijken. Het zou mooi zijn als die liefde er in het leven ook wat meer was, maar die was er dus bij ons wel. Wij zijn altijd een ongelooflijk hechte en open familie geweest, een eenheid, het voelde alsof we van elkaar waren. We hadden zijn dood niet nodig om te realiseren hoeveel geluk we hadden.”
Hoe belangrijk is de NS Publieksprijs voor jullie?
„Ach, ja hoe belangrijk is zoiets? Het is voor ons extra waardevol, omdat hij het niet meer zelf kan doen. Hij zou dan na zijn dood toch nog iets teweegbrengen. Ik heb ook voortdurend het gevoel dat ik een boks naar de hemel moet geven, zo van: ’Kijk eens broentje! Kijk dan!’ Broentje, zo noemde ik Ruud al mijn hele leven. Waarschijnlijk dacht ik als klein Drents meisje met een verkeerde tongval dat ik het zo goed zei. Ik heb het nooit gecorrigeerd.”