De Kometenlaan in Hoogeveen, waar het geweld plaatsvond. Foto: DvhN
„Ik heb mijn familie verdedigd, uit angst. Ik dacht: straks gaan er doden vallen.” Dat zei een Hoogevener die met zijn broer een man in elkaar sloeg die bij zijn huis was gekomen met een mes.
Met een enorme knal vliegt 26 september 2021 een stoel door een ruit van het huis aan de Kometenlaan in de wijk Krakeel waar de broers met hun familie wonen. „Doe die deur open. Ik maak je dood!”, klinkt het niet mis te verstaan op de camerabeelden uit de buurt, die maandagochtend in de rechtbank in Assen worden getoond.
Als de moeder van de broers van 35 en 24 jaar de deur opent, staat de schreeuwende man volgens hen met een mes te zwaaien. „Hij duwde mijn moeder half de gang in en wilde erin”, zegt de oudste van de twee broers maandag tegen de rechters.
Hij grijpt een knuppel uit de gangkast en stormt naar buiten, waar hij tussen de geparkeerde auto’s op de man begint in te slaan. Zijn jongere broer komt erbij en doet hetzelfde, met een stok. „Ik moest mijn familie verdedigen. Hij viel onze woning aan. Ik dacht: straks gaan er doden vallen”, zegt de oudste. „Dat mes moest uit zijn handen”, reageert zijn broertje.
Naar winkelcentrum
Het slachtoffer krijgt vele harde klappen, zo is op de beelden te zien. Het mes raakt hij kwijt. Ondertussen proberen familieleden en buren de broers te stoppen. Als dat gebeurt, ziet het 29-jarige slachtoffer kans om weg te lopen, richting winkelcentrum De Grote Beer. Daar komen de broers ook naartoe en proberen hem, volgens getuigen, nogmaals te slaan.
De politie komt erbij. De broers worden opgepakt en het slachtoffer wordt naar het ziekenhuis in Zwolle gebracht. Hij heeft een bloeding in de hersenen, een schedelbreuk, wonden op het hoofd en twee gebroken polsen. Hij was naar het huis aan de Kometenlaan gekomen, omdat beide broers een dag eerder betrokken waren bij een incident waarbij zijn broertje werd bedreigd, verklaart hij bij de politie.
De broers erkennen in de rechtszaal dat ze te ver zijn gegaan. „Toen ik las over het letsel, schrok ik zelf ook”, zegt de oudste. Volgens de officier van justitie hebben ze zich schuldig gemaakt aan poging tot doodslag, omdat het slachtoffer had kunnen overlijden door het geweld. Hij eiste drie jaar cel tegen de broers.
Hun advocaten stellen dat sprake was van noodweer, oftewel zelfverdediging. Advocaat Ernst Eujen spreekt van een „extreem gewelddadige aanslag” op de woning van de broers. De vriendin van de oudste broer en hun baby kregen volgens hem glasscherven over zich heen toen het raam ingegooid werd. In het huis, waar nog meer kleine kinderen waren, was de schok enorm. „Dit was een ernstig bedreigende en uiterst levensgevaarlijke situatie”, zegt hij over het gooien van de stoel en het zwaaien met het mes door het latere slachtoffer.
De officier van justitie vindt ook dat de broers zichzelf mochten verdedigen tegen het geweld bij hun thuis. „Maar toen ze het mes hadden weggeslagen, had het moeten stoppen.” Het geweld van de broers noemt hij „disproportioneel”. Op 13 februari doet de rechtbank uitspraak.