Bert Moormann: ,,In Drenthe hebben we niet geprofiteerd van drie energietransities; eerst de turf, toen olie en gas en nu wind- en zonne-energie. Onvoorstelbaar.'' Foto: Marcel Jurian de Jong
Tien jaar lang was Bert Moormann uit Emmen directeur-bestuurder van woningcorporatie Domesta. Deze week nam hij afscheid. Gesprek over zijn gedrevenheid, columns en krassen op de ziel. ,,Waar gaat het nou écht om in het leven?’’
Zijn emmer was vol en liep begin dit jaar over. Bert Moormann (57) heeft een organisatorisch en emotioneel erg pittige periode achter de rug. Of, zoals hij zelf zegt, ‘een heel ingewikkeld jaar’.
Zijn vertrek is een optelsom. Domesta begint aan een nieuwe fase, meer gericht op de bedrijfsvoering en het borgen van beleid na jaren van focus op vernieuwing en samenwerking. Dat is niet zijn stiel. Verder had de woningcorporatie veel verloop: één op de vijf medewerkers veranderde van baan of ging met pensioen. Daarnaast overleden vier collega’s, een partner en kinderen van personeelsleden.
Die gebeurtenissen en ontwikkelingen gingen Moormann niet in de koude kleren zitten. Het greep hem zelfs zo aan dat hij een tijdje halve dagen werkte. Net toen het weer de goede kant op leek te gaan, werd zijn schoonmoeder ernstig ziek. ,,Dat was echt kantje boord’’, zegt hij.
Tijd voor serieuze reflectie op zijn toekomst, als bestuurder en als mens. ,,Ik vroeg me af: ga ik dit nog langer volhouden, al die ballen in de lucht houden? Of kies ik voor mezelf?’’
Uw vertrek kwam voor uw werkgever, de Raad van Commissarissen van Domesta, als een verrassing. Kunt u dat verklaren?
,,In december vorig jaar, tijdens het vaste eindejaarsgesprek, zat een mogelijk afscheid ook nog niet in mijn hoofd. Natuurlijk was er veel gebeurd en veel in beweging, maar ik vond dat ik er als bestuurder moest staan. De ziekte van mijn schoonmoeder, eerder dit jaar, kun je beschouwen als de spreekwoordelijke druppel. Toen drong meer dan ooit het besef door: waar gaat het nou écht om in het leven? Na overleg met mijn vrouw heb ik besloten te stoppen.’’
Wat gaat u nu doen?
,,Nou, eerst even goed vakantie vieren. Twee, drie maanden. Daarna hoop ik me ergens tussen Groningen en Gramsbergen in een maatschappelijke organisatie nuttig te kunnen maken. Waar gebouwd moet worden aan relaties met de omgeving, waar vernieuwd moet worden, waar ondernemerschap gevraagd wordt. Er is meer in deze wereld dan geld verdienen. En ja, er is al belangstelling getoond, maar ik weeg alles op een goudschaaltje.’’
Waar komt u weg?
,,Mijn roots liggen in Emmen en omgeving. Dit veenkoloniale gebied begrijp ik. Mijn voorouders komen uit het gebied Wildervank, Veendam, Zuidbroek. Oost-Groningers. De trek naar het noorden voelt voor mij natuurlijker dan naar het zuiden. Vandaar die onzichtbare grens bij Gramsbergen. Die plaatsnaam bekt trouwens lekker met Groningen. En die alliteratie heeft weer een link met mijn taalgevoeligheid.’’
Daarmee raakt Moormann aan zijn andere passie: schrijven. Het helpt hem zijn gedachten te ordenen en is een dankbare uitlaadklep. Het laat ook zien wie hij is. Van zijn hand verschenen al honderden columns, over uiteenlopende onderwerpen. Van windmolens, ziekenhuiszorg tot betaalbaar wonen en muziek. Zijn blogs kenmerken zich door een verzorgde stijl, mooie taallenigheid en ze zijn bijna altijd voorzien van een boodschap of punch. Voedingsbron is zijn diepgewortelde interesse voor journalistiek. Volgens Moormann essentieel in de huidige wereld van nepnieuws en complottheorieën. Als kind al las hij kranten. Nog steeds heeft hij drie abonnementen.
Bent u uw roeping misgelopen?
,,Nou, dat niet. Mijn échte roeping is om van betekenis te zijn voor andere mensen. Maar mijn interesse in journalistiek is wel serieus. Een jaar of zes geleden heb ik stiekem gesolliciteerd op een vacature bij het Financieele Dagblad, als redacteur wonen. Ik had mijn sollicitatiebrief expres een dag te laat gestuurd. Met de begeleidende zin: ‘Nu al een deadline gemist, maar dat zal me niet weer overkomen’. Ik hoopte er mee op te vallen. Helaas is de vacature later ingetrokken. Misschien waren ze door mijn sollicitatie in blinde paniek, haha. Maar zonder gekheid: het is wel een wereld die mij trekt.’’
Ik las dat u al van kind af aan longpatiënt bent. Beperkt dat u in het dagelijks leven?
Brede grijns. ,,Nu wel, maar dat komt omdat ik wat te zwaar ben en te weinig sport. Ik gebruik dagelijks medicijnen. Mijn bronchiën zijn altijd ontstoken, chronische bronchitis noemen ze dat. Daardoor kom ik soms adem te kort. Het is niets ernstigs hoor, ik kan er prima mee leven. Vóór het sporten moet ik een paar pufjes nemen en dan komt deze diesel op gang. Daarnaast heb ik nog een paar kwalen, maar daar kun je heel oud mee worden.’’
Bert Moormann vertrok na tien jaar directeur-bestuurder bij Domesta. ,,Ik vroeg me af: ga ik dit nog langer volhouden, al die ballen in de lucht houden? Of kies ik voor mezelf?’’ Foto: Marcel Jurian de Jong
Kunt u uw karakter omschrijven? Wie is Bert Moormann?
,,Privé ben ik geen ander persoon dan op mijn werk. Ik heb veel vertrouwen in mensen en ben erg van de relaties, zowel op het persoonlijke als op het zakelijke vlak. Als corporatie hebben we ook altijd met het gezicht naar de huurder gestaan. Mensen gaan vóór regels en procedures. Ik ben bevlogen in wat ik doe. Bij mij ligt de lat hoog, ik ben niet snel tevreden. Nadeel daarvan is dat ik dat ook verwacht van de persoon aan de andere kant van de tafel. Daar heb ik wel wat energie in verbrand. Maar het is ook leerzaam. Soms zat ik ergens te vierkant in, te scherp. Wel koester ik een diepgeworteld wantrouwen tegen instituties. Dat zit ook wel een beetje in de cultuur van de veenkoloniën. Gesprekspartners moeten laten zien dat ze écht oprecht zijn. Verder ben ik wat ongeduldig. Ik denk altijd dat dingen sneller kunnen. Thuis, met vier dames, word ik af en toe even op mijn plek gezet.’’
In een opiniërend artikel in Trouw schrijft u: ‘Mijn drie puberdochters zullen het minder goed hebben dan mijn generatie. Een eigen huis, huur of koop, is in grote delen van het land pas tegen hun dertigste bereikbaar. We zijn weer terug in 1956.’ Een sombere constatering.
,,Toen ik als bestuurder begon hadden we Stef Blok als VVD-minister voor Wonen. Hij heeft tien jaar lang niets aan woonbeleid gedaan omdat het volgens hem wel af was. Het ministerie werd zelfs opgeheven. De praktijk was echter dat we op het gebied van wonen achteruit holden. De economie groeide als een tierelier, maar er werd amper gebouwd. Dat we nu weer woningen moeten delen om mensen te kunnen huisvesten is een herhaling van de jaren 50. Woningdelen heet nu een creatieve oplossing, maar het is gewoon een noodgreep. Wonen is een basisbehoefte, net als water en stroom. Dat moet je niet aan de markt overlaten. Je ziet het bijvoorbeeld ook in de zorg.’’
Wat moet er gebeuren?
,,Maak een integrale visie op wonen. Want de situatie is enorm complex. We hebben de stikstofproblematiek, volle stroomnetten en schaarse grond. Dat is allemaal met elkaar verweven. En inwoners moeten ook realistisch zijn. Vroeger stonden mensen te juichen bij een bouwplan, nu procederen ze vaak omdat het uitzicht vermindert. Maar wel klagen dat hun 28-jarige zoon nog steeds thuis woont. Mijn advies: betrek de buurt al heel vroegtijdig bij een plan. Neem mensen serieus en wees eerlijk: er moeten wel woningen gebouwd worden.’’
Ergens schreef u dat Drenthe het Dubai van Europa had kunnen zijn. Wat bedoelt u?
,,In deze provincie hebben we niet geprofiteerd van drie energietransities; eerst de turf, toen olie en gas en nu wind- en zonne-energie. Onvoorstelbaar. En waardoor? De regio zorgt onvoldoende voor zichzelf. We komen te weinig voor Drenthe op, bestuurlijk maar ook als inwoners met het oog op de toekomst. We zijn erg gehecht aan onze vrijheid. We hebben houtkachels, crossmotoren, geheime zenders en stoken onze jenever zelf. Daar mag je niet aankomen! Niet mee bemoeien, is de houding. Maar het algemene belang wordt daarbij nogal eens uit het oog verloren.’’
Als bestuurder van Domesta maakte u ook een aantal heftige momenten mee, waarbij zelfs doden zijn gevallen.
,,Dan moet ik meteen aan drie calamiteiten denken. Alle in Hoogeveen en relatief kort na elkaar. In 2015 de enorme explosie bij woonzorgcentrum Ama Ina en de fatale val van het 8-jarige meisje Sharleyne van flatgebouw De Arend, waarvoor de moeder veroordeeld is. En een jaar later blies de bewoner van een woning in Noordscheschut zich op. Wat mij en onze organisatie frustreerde, naast het grote menselijke leed, was het langs elkaar heen werken van instanties. In Noordscheschut waren we al een jaar bezig om te voorkomen wat er uiteindelijk gebeurde. En ook bij Sharleyne wisten we dat er van alles speelde. Je wijst op risico’s en trekt aan de bel. Het voelt dan erg onmachtig als je daar onvoldoende of niets mee is gedaan. Wat zeg je dan tegen nabestaanden en buren? Zoiets vreet aan mij.’’
Bert Moormann: ,,Ik kan wat ongeduldig zijn en denk altijd dat dingen sneller kunnen. Thuis, met vier dames, word ik af en toe even op mijn plek gezet.'' Foto: Marcel Jurian de Jong