Jaap Geerts rijdt elke dag nog een rondje door stad zijn BSA Spitfire. Foto: Marcel Jurian de Jong
Zijn oude König-zijspan staat in de kamer. Hij was coureur en kroegbaas. ,,Geen ideale combinatie”, zegt Jaap Geerts (85) uit Assen aan de vooravond van de TT. „Ik rij elke dag 25 kilometer op de mountainbike en drink door de week geen druppel drank.”
De woning van Jaap Geerts ademt een en al TT. Herinneringstegeltjes vanaf 1949, toen de eerste Grand Prix-races op het circuit in Assen werden verreden, hangen in het trapgat. ,,Ik heb ze allemaal.” Er hangen tientallen foto’s met racecoryfeeën aan de kamermuur en ook een enorm bord vol met stickers. ,,Dat hing in mijn café Ongeregeld. Coureurs die bij mij in de kroeg kwamen plakten er hun sticker op. Kijk, die is van Kenny Roberts en die van Wayne Gardner.”
Het zijspan waarmee Jaap Geerts twee keer Nederlands kampioen werd staat bij hem in de kamer. Foto: Marcel Jurian de Jong
Maar het meest opvallend in de kamer is zijn rode König-zijspan in de hoek. De driewieler met nummer 1 waarmee Jaap Geerts met zijn bakkenist Jan van der Veen twee keer Nederlands kampioen werd en alle wedstrijden voor het wereldkampioenschap reed. Een bijzondere man, deze Jaap Geerts, 85 jaar. Bijna elke dag rijdt hij nog op zijn rode motor, een BSA Spitfire uit 1968, een rondje door Assen, zijn stad. Of naar zijn vriend en collega-zijspancoureur Egbert Streuer in Grolloo, meervoudig wereldkampioen en tweemaal winnaar van de TT.
De wand van herinneringstegeltjes van de TT, vanaf 1949 toen de eerste Grand Prix-races op het Circuit van Drenthe werd verreden. Foto: Marcel Jurian de Jong
Maar het leven lachte Geerts niet altijd toe. Hij scheidde van zijn vrouw en zijn dochter Lilian kreeg op jonge leeftijd multiple sclerose (ms), belandde in een rolstoel en emigreerde desondanks naar Nieuw-Zeeland, naar haar man en hun tweeling. September vorig jaar overleed Lilian, 56 jaar oud. ,,Daar heb ik veel verdriet van.”
Waar komt u ‘weg’?
„Ik ben geboren en getogen aan de Vaart in Assen, een paar honderd meter van mijn huidige woning aan de Kerkstraat. Mijn vader was verzekeringsagent en later werkte hij op het provinciehuis, op de afdeling rijbewijzen. Hij was vaak ziek en is vijftien keer geopereerd. Hij rookte als een ketter. Onze kamer stond blauw van de rook. Als ik thuis kwam van het boksen, dat deed ik als conditietraining, hing die vieze lucht in de kamer. Toen mijn vader voor de laatste keer geopereerd is, werd zijn long weggehaald. De chirurg zei: ‘we hebben geen long weggehaald maar een pak teer.’ Hij heeft nog een jaar geleefd, toen is hij gestorven. Ik heb nooit een sigaret in de brand gestoken. Nooit.”
Jaap Geerts draagt altijd stickers met twee ogen op zijn helm, net als John Cooper vroeger, één van zijn favoriete coureurs. Foto: Marcel Jurian de Jong
Paspoort
Naam: Jacobus Franciscus Hendrikus Adam (Jaap) Geerts
Burgerlijke staat: Alleenstaand, twee kinderen Karin en Lilian
Wat bent u gaan doen?
,,Ik heb de ambachtsschool, zeg maar de technische school, in Assen gevolgd. Daarna ben ik aan het werk gegaan. Eerst bij een metaalbedrijf, maar dat lag mij niet. Mijn hart lag bij motoren en auto’s. Ik ben autoverkoper in Emmen en bij Harmanni in Assen geweest. En later heb ik het café van mijn achterneef Jan Geerts in de Groningerstraat overgenomen. Hij had een tumor in het hoofd en wilde graag dat ik de zaak overnam. Er waren drie café Geerts in de Groningerstraat. Mijn ooms Boele en Roel hadden er ook één.”
En u deed aan motorsport.
„Ik ben gek van motoren en auto’s. In 1955 reden de zijspannen voor het eerst op het vernieuwde circuit in Assen. Ik zag het en dacht: dat wil ik later ook. Maar ja, wegrace is een dure sport. Ik ben begonnen met motorcross en grasbaanraces. Ik hoorde dat Piet Jan Bremer van de drukkerij uit Assen een wegracezijspan, een BMW, had gekocht. Hij wilde toen zelf niet rijden. Ik ben naar hem toegegaan en op zaterdagmorgen trainden we op het TT Circuit, met Jan van Veen van het tankstation in de bak. We hebben vier jaar voor Bremer gereden. Later hebben we op een Kawasaki, König en Yamaha gereden. Ik was een ruige rijder, geen stylist zoals Egbert Steuer. Aanvankelijk reden we in de middenmoot mee, maar toen we de 500 cc König aanschaften haalden we in 1976 twee WK-punten en werden we Nederland kampioen. In 1977 wonnen we opnieuw het NK, Egbert Streuer en Johan van der Kaap werden tweede met twee punten achterstand. Kijk, daar staat het zijspan, ik heb hem terug gekocht. Ik denk dat niemand zo’n ding in de kamer heeft staan. Egbert en Jaap waren stamgasten in mijn café en kwamen daardoor in contact met het zijspanracen. Egbert heeft wel eens gezegd ‘Het is jouw schuld dat we zijn gaan rijden.”
Een tegel van Jaap Geerts als onderdeel van de TT Walk of Legends ligt bij zijn woning in de Kerkstraat in Assen. Foto: Marcel Jurian de Jong
Een café en wegracen, geen ideale combinatie.
,,Hou op, kroegbaas is het allerslechtste beroep voor de wegracerij. Lange dagen, tot diep in de nacht werken. Ik stond tijdens de TT ‘s morgensvroeg te knokken met een Duitser die niet wilde betalen en ‘s middags stond ik aan de start van de TT. Gekkenwerk, maar ik deed het. Voor mijn conditie fietste ik elke dag drie rondjes over het circuit, zette de fiets achter de pits en liep nog een ronde hard. Ruim een week voor TT was het al een gekkenhuis in het café. Rijders en monteurs kenden mij van de Grands Prix en stonden ‘s avonds aan de bar. Dat trok ook vrouwen aan. Sporters en vrouwen zijn een ideale combinatie. Ik kreeg veel verpleegsters in de zaak. Die voelden zich veilig bij mij in de kroeg. Als iemand vervelend deed tegen een vrouw, waarschuwde ik één keer. Als hij niet ophield bonjourde ik hem er uit. Ik was goed getraind en heb een breed postuur.”
Je hebt veel bekende coureurs over de vloer gehad?
,,Heel veel. Kenny Robert, Wayne Gardner en ook Boet van Dulmen en Jack Middelburg waren vaste klanten tijdens de TT. In het café van Jaap Geerts hoor je de laatste roddels van de motorsport, zo stond het bekend. Jack had in 1980 goed getraind in Assen. We zaten met een groepje aan de bar en toen zei hij: ‘Morgen kan ik de TT winnen. Mijn motor loopt goed en ik voel me goed.’ Iedereen begon te lachen. Maar Jack won de 500 cc race wel. Met grote voorsprong.” Ach, er kwamen niet alleen motorcoureurs over de vloer, maar ook ijshockeyers van Assen. Ik had Canadezen en Tsjechen in de kroeg. Sporters in de zaak zijn altijd goed, die trekken anderen aan. Ja, ook vrouwen. Acteur Rijk de Gooyer kwam ook geregeld, die had een scharrel in de buurt.”
Jaap Geerts Foto: Marcel Jurian de Jong
Privé ging het minder goed.
,,Mijn vrouw ging bij mij weg toen ik in de veertig was. Lilian ging als au-pair naar Boston en toen ze op terugreis in Ierland een paar dagen langs vrienden ging, ontmoette ze daar een vrachtwagenchauffeur uit Nieuw-Zeeland. Ze werden verliefd en gingen in Assen wonen. Toen Lilian in het café kwam zag ik haar trekken met haar been. Ze ging naar het ziekenhuis en bleek een agressieve vorm van ms te hebben. Binnen een half jaar zat ze in een rolstoel en belandde in een verzorgingstehuis. Maar Dave bleef bij haar, totdat hij heimwee kreeg. Lilian zei ‘Ga jij maar met de kinderen naar Nieuw-Zeeland, daar hoor jij.’ Het lukte Dave na veel moeite een visum voor Lilian en een plek in een verzorgingstehuis vlakbij zijn huis in Nelson te regelen. Probleem waren de kosten van de vlucht, want Lilian moest op een speciaal bed en met twee verpleegkundigen aan boord vervoerd worden. Een vermogende bekende van mij heeft de vlucht betaald. Ik ben zes keer twee maanden naar Nieuw-Zeeland gereisd om mijn dochter en haar gezin te bezoeken. Elke dag moest ze twee keer een lepel vol medicijnen innemen. Ms is een verschrikkelijke ziekte die je lichaam sloopt. Op het laatst ging het niet meer. Begin september vorig jaar is Lilian overleden, 56 jaar oud. Mijn oudste dochter belde me ‘s morgens vroeg. Lilian?, vroeg ik. Ja, zei ze. Ik ben boos geweest en heb veel verdriet om haar overlijden. Het hoort niet dat een kind voor zijn ouders dood gaat. Het is het dieptepunt in mijn leven.”
Hoe bent u met de tegenslagen omgegaan?
,,Toen ik het café verkocht was ik op. Ik sprak in het ziekenhuis in Meppel met een arts die net als ik van zeilen hield. ‘Koop een grotere boot en ga varen. Dat geeft rust en ben je alles kwijt.’ Dat heb ik gedaan en de arts had gelijk. Het is de beste therapie die ik gehad heb. Ik heb tien jaar alleen op de boot gevaren. Op de Noordzee en de meren. Ik heb geen vaste relatie meer gehad. Vrijheid is voor mij belangrijk. Ik moet geen vrouw die in het café zegt ‘Kom je om vijf uur thuis, want het eten staat klaar.”
De BSA Spitfire van achteren gefotografeerd. Foto: Marcel Jurian de Jong
Wat zou u doen als u nog een dag te leven had?
,,Een laatste rondje op mijn BSA Spitfire door de stad rijden. Motoren is mijn alles en ik ben stapelgek op Assen en de TT. Ik erger er me dood aan die jongeren op het Koopmansplein. Ze zitten met hun voeten op de bankjes en gooien papier en blik op straat. En niemand die wat doet. Ik heb er deze week een gesprek over met de burgemeester.”