‘Dit gaan jullie zelf maar ophemmelen, bliksteense kwajongens’

Zo trappeerde hij onlangs nog een zekere Jeroen Flik en Ludo Jalving in het magazijn vol school- en andere benodigdheden. ,,Bliksteense kwajong!”, aldus bovenmr. dhr Elting, ,,wat moet dat hier rond te schuimen al! Jullie moogt hier aginnig niet toehouden! Voort, gaat direct op de rekken hierzoot”, en foeterde bovenmr. in deze trant nog enige tijd voort, in nedersaksische tongval alhier op school Zonder de Bijbel. Tot diens oog viel op een omgevallen inktpotje op tafel met een grote doch zwarte vlek er omheen.

,,Verkommerde koenavels!”, aldus hij, ,,lelijke mijghummels en zwijnhonden! Wie van jullie heeft dit omhands gehad? Nou? Kijk eens wat weer een stel. Maar dit gaan jullie hier en ginder zelf maar ophemmelen, houdt er goed rekenschap mee. Bah, wat kan ik hier toch grammijtig en hellig van worden en roppig in de huid seins”, aldus bovenmr. dhr. Elting. ,,Meester, dit hebt wij niet edaone!”, meende de leerling Ludo Jalving, ,,nou kuj ’t oens wel op de schuld geven, mar grootkaans hej ’t zelf umhaans had, mit oen kiepige ogen achter dat rare ronde brillegie van oe”, aldus Ludo Jalving. ,,Wij laot oens gloeiende garriet in gien ende niet vals beschuldigen, dèenkt der goed umme!”, vervolgde hij., ,,nog íén keer zun geintie en wij doet angifte bij de plietsie, Jeroen hein? Mien opa zit zelf bij de plietsie en opa zegt ook: Ludo mien jongie, even íén ding hein: as dat schoelmeistertie oe ammit ooit bij de bok doen wil, dan drekt de plietsie waorschouwen. Wij hebt dat mannegie gloeiende glunige garriet al veule langer in de gaten mit zien mietjesachtige maneuvels. As ’t niet aans kan dan zal opa hum wel ies even goed de gummielatte aover de ribben halen heur, dan is ’t seins zo gebeurd mit dat gedoe”, aldus Ludo Jalving, welke later zelf ook bij de politie gaat. ,,Gloeiende garriet man, ie speult mit vuur; ik snappe in de wereld niet hoej ’t waogen duurt”, aldus hij nog aan bovenmr. dhr. Elting.

Thans deed ook de leerling Jeroen Flik een duitje in diens zak, wiens vader supermarkt De Vlijt alhier bezit. ,,Mien va lèevert oe de sukelaomelk, sinieappels, marsen, chips encetera encetera veur de schoelkantine zowat gratis en veur niks”, aldus Jeroen Flik, ,,hij zegt ook van: ik verdiene der gien cent op, feiluk mut der geld bij, mar toe mar: òfpriezen zit de Flikkies doodgewoon in de genen. Al generaties lange nimt de familie Flik heur verantwoordelijkheid naor de klaanten toe; as die ’t mar goed hebt, dan binne wij ok tevreden”, aldus Jeroen Flik, vervolgende: ,,Mar aj zien opvolger vals beschuldigt dan kan ’t mar zó weden dat zelfs mien va een beste marge bij de bosschuppen opdrökt, dat ik zol mij waren a’k oe ware, vaderman”, dit alles tot grote ergernis van bovenmr. dhr. Elting.

,,Nou kan ik wel heengaan en geven jullie twee garenkloppers een best rabbelement en lezen jullie eens flink de levieten”, aldus hij, ,,mar ik wil liever geen foetertrijntje zijn en zo wat heen. Toch ligt dit zaakje mij erg gelegen, dat ik ben op ’t moment niet zo bar wijs met jullie twee omzwijnders”, aldus bovenmr. met een gezicht als een gaffeltang. Toch heeft bovenmr. zelf maar de inktrommel in het magazijn opgeruimd. ,,Wat moet je?”, aldus hij aan zichzelf, ,,ik heb liever geen drukte met politie Jalving; daar heb ik helemaal geen verlet van; ’t is wat dat aangaat een onhemmel van een man. Laten we maar eerlijk zijn”, aldus bovenmr..