Een woning die versterkt wordt, hier op archieffoto. Foto: Vincent Jannink
Hoe gaat dat eigenlijk van stap tot stap, de versterking van een huis in het aardbevingsgebied in Groningen? En waardoor kan vertraging ontstaan? Twee medewerkers van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) leggen het uit.
Dat niet alles goed gaat bij de versterking van huizen in het aardbevingsgebied, is geen geheim. De krant stond er de afgelopen jaren vol mee. Pas rond 2032 zijn ook de laatste huizen versterkt, denkt directeur Marieke Ferwerda van de NCG. Ruim 6000 huizen zijn versterkt of nieuw gebouwd, ongeveer 9000 huizen moeten nog. Maar wat komt er eigenlijk kijken bij zo’n versterking?
Projectleider Dominiek van Vliet (34) en bewonersbegeleider Annet Westert (44) weten daar alles van. Zij zijn betrokken bij de versterking van veertig huizen in Midden-Groningen en Oldambt en proberen bouwprojecten zo veel mogelijk in goede banen te leiden. Als projectleider heeft Van Vliet veel contact met aannemers. Westert is het eerste aanspreekpunt voor bewoners. „Een versterking kan overweldigend zijn. Voor ieder gezin is dat maatwerk”, zegt zij.
Computermodel
De versterking van een huis verloopt grofweg in vijf stappen. Eerst onderzoekt een ingenieursbureau of een huis veilig is of niet. Tijdens een opname verzamelen ze alle bouwtechnische gegevens van het huis. Dat doen ze aan de hand van beschikbare gegevens, zoals bouwtekeningen en gegevens in het kadaster. Maar ook door het huis zelf te bekijken. Het onderzoek kan met het maken van foto’s een uur duren, maar ook twee dagen. Dat hangt af van hoe uniek en complex het huis is.
Een huizenblok in Zijldijk wordt versterkt. Foto: Archief Huisman Media
Tijdens de tweede stap berekent het ingenieursbureau met behulp van alle verzamelde gegevens of het huis aardbevingsbestendig is of niet. Dit gebeurt aan de hand van een computermodel. Het opnemen en beoordelen van een huis duurt ongeveer een jaar. Er zijn vervolgens drie mogelijkheden: 1. de woning blijkt op basis van de berekeningen voldoende veilig en hoeft niet versterkt; 2. er is aanvullend onderzoek nodig, of 3. het is duidelijk dat het huis inderdaad versterkt moet worden.
Eigen wensen
Moet een huis versterkt worden? Dan wordt een plan gemaakt voor de versterking of voor nieuwbouw. Dat begint met een kennismakingsgesprek. Als bewonersbegeleider gaat Westert – vaak samen met de projectleider – op bezoek bij de bewoner. Tijdens dit gesprek kan de bewoner ook vertellen welke eigen wensen hij of zij heeft, bijvoorbeeld om een huis te verduurzamen (voor eigen rekening) of bijvoorbeeld een dakkapel of nieuwe keuken te plaatsen.
De bewonersbegeleider en projectleider kijken samen met de bewoner(s) hoe het versterkingsadvies kan worden verwerkt in een plan voor het uitvoeren van de versterkingsmaatregelen. Als het lukt, haakt een aannemer zo vroeg mogelijk aan. En als dat nodig is, wordt een constructeur erbij betrokken.
„Een bewoner kan zelf dingen aanwijzen die niet duidelijk in het beoordelingsrapport genoemd worden, zoals een vloer waar twijfels over zijn of gebinten die aangetast zijn”, zegt Westert.
‘Die moet het praktisch uitvoeren’
Soms kan binnen enkele maanden al een versterkingsplan gemaakt worden en de uitvoering starten. In andere gevallen duurt het jaren voordat de versterking begint. Dat kan bijvoorbeeld komen omdat eerst nog ecologisch onderzoek naar vleermuizen nodig is, of omdat een omgevingsvergunning geregeld moet worden.
Het kan ook voorkomen dat een bewoner ziek wordt of meer tijd nodig heeft om een bepaalde keuze te maken. „Tussen het eerste kennismakingsgesprek en het definitieve versterkingsplan zit daarom best een lange periode”, zegt Westert.
Het uitvoeringsplan is een totaalplan voor de versterking of de nieuwbouw. Daarin staat welke versterkingsmaatregelen nodig zijn en hoe ze worden uitgevoerd, of er verduurzaamd wordt, of schade hersteld wordt en of de eigenaar zelf investeert in een aanpassing aan het huis. Ook het versterkingsbudget en de planning staan in het uitvoeringsplan. De planning wordt zoveel mogelijk gemaakt in overleg met de bewoner(s).
Altijd op de loer
De vierde stap is de daadwerkelijke versterking. Vertraging ligt altijd op de loer, zeker tijdens de bouwwerkzaamheden. Het plan blijft namelijk altijd een papieren werkelijkheid. Een uitgekozen aannemer kan bij een eerdere klus uitloop hebben. Of de bouwvakkers kunnen tijdens het werk verrassingen tegenkomen, zoals een zijgevel die na het strippen verzwakt blijkt.
In 2016 werd een nieuwe techniek ingezet om huizen in Zijldijk te versterken. Foto: Huisman Media
Daar moet dan eerst een constructeur naar kijken en beoordelen hoe daar mee om moet worden gegaan. Nog een mogelijkheid: asbest tegenkomen dat bij de opname vooraf niet zichtbaar was. Ook daar moet dan een speciaal bedrijf voor langskomen.
‘Ik ben niet van steen’
Als de versterking moeizaam gaat of het lang duurt voor de versterking begint, richten bewoners soms hun frustratie op bewonersbegeleiders zoals Westert. „Dat raakt me wel. Ik ben niet van steen. Maar ik kan het me ook voorstellen”, zegt zij. „Het helpt als ik hen persoonlijk uitleg waarom het niet goed verloopt.”
Wat kunnen bewoners zelf doen om een positieve invloed op hun versterking te hebben? „Wij vinden het fijn als ze ons bellen, wat er ook maar is. Stel dat de schilder een muur niet wil verven, en dat stoort de bewoner. Dan kunnen wij zeggen: verf dat muurtje wél. Als je als bewoner het gevoel hebt dat je geen grip hebt, leidt dat tot frustratie”, zegt projectleider Van Vliet. „Het is belangrijk om regelmatig te praten over de stand van zaken. Dan begrijpen we elkaar beter.”
Voor haar is het belangrijk om goed te luisteren en altijd transparant te zijn. „We moeten het goed kunnen uitleggen als iets niet kan”, zegt de projectleider. „Wij begrijpen hoe ingrijpend het is dat we ongevraagd iemands thuis binnenkomen. Het kan een heftig en intensief traject zijn. Maar als het nieuwe huis dan eindelijk klaar is, zie ik mensen vaak weer stralen. Na afloop geef ik sommige bewoners een dikke knuffel. Dat zijn de mooiste momenten in een zwaar proces.”