Desten Kuiper grijpt soms naar een moderne rustmethode. „Vaak kijk ik video’s met rustgevende geluiden.” Foto: Corné Sparidaens
De 11-jarige Desten Kuiper uit Groningen speelt de hoofdrol in de familiemusical ‘Dolfje Weerwolfje & Foeksia de Miniheks’. „Mijn kinderbegeleider zegt dan: adem in, adem uit, je gaat het geweldig doen. Dat helpt soms wel.”
Het is juli, strandweer, kop in de zon. Terwijl vakantiegangers in de rij staan voor een ijsje, zit een jongen van 11 met een script in z’n handen. „Vaak als ik had gezwommen, ging ik daarna mijn tekst leren”, zegt Desten Kuiper (11) uit Groningen. „Op het strand, onder de parasol. Of in het vliegtuig.”
Desten speelt een van de hoofdrollen in de familiemusical Dolfje Weerwolfje & Foeksia de Miniheks (REP Entertainment). Eerder was hij te zien in 40-45, De Musical en in Pietje Bell. Maar ditis anders, zegt Desten. „Ik had het niet verwacht, omdat ik een andere huidskleur heb dan Dolfje altijd heeft gehad. Maar ik kreeg de rol en ik was heel erg blij.”
‘Dolfje Weerwolfje & Foeksia de Miniheks’
De familiemusical Dolfje Weerwolfje & Foeksia de Miniheks tourt door Nederland. In deze noordelijke voorstellingen speelt Desten Kuiper de hoofdrol: 29/11 Molenberg, Delfzijl; 21/12 Harmonie, Leeuwarden; 25/12 Meenthe, Steenwijk; 3/1 Odeon, Zwolle; 9/1 vanBeresteyn, Veendam; 31/1 Martiniplaza, Groningen; 1/2 Tamboer, Hoogeveen; 6/2 DNK, Assen; 21/2 Theater, Sneek. Zie ook repentertainment.nl.
Zijn moeder – zangeres en vocal coach Sandy Goeree – knikt. „Het is een wit jongetje in de boeken, ook in de film. Maar als je goed bent, ben je goed.”
Lucia Marthas
Als peuter zong Desten al mee met Frozen. Op zijn 6de ging hij naar de Telekids Musicalschool, daarna werd hij aangenomen op het Lucia Marthas Institute for Performing Arts in Groningen. „We dachten dat het ook een acteerschool was, maar dat geldt blijkbaar alleen als je wat ouder bent. Ik had alleen maar ballet, dansen en zingen.”
De auditie voor Dolfje ging in stappen, vertelt hij. Eerst moest hij zich überhaupt zien te plaatsen, daarna volgde de rolkeuze. „Op een gegeven moment is de vraag: ben je een Dolfje of een Foeksia”, zegt Desten. Hij haalde alle rondes. „Toen moest ik een week wachten voordat ik het wist.”
De auditie voor 'Dolfje' ging in stappen, vertelt Desten. Foto: Corné Sparidaens
Pas daarna begon het échte werk: repetities, teksten leren, staging. „Dat betekent dat je op de vloer de hele show gaat doen.”
En dan de eerste try-outs. „Bij elke eerste show van een seizoen denk ik: oké, hier zijn echt honderden mensen in de zaal... Niet in paniek raken, Des, niet in paniek raken”, zegt hij. „Mijn kinderbegeleider zegt dan: adem in, adem uit, je gaat het geweldig doen. Dat helpt soms wel.”
En als dat niet genoeg is, grijpt hij naar een moderne rustmethode. „Vaak kijk ik video’s met rustgevende geluiden.”
Keihard
De musicalwereld is professioneel en strak. En soms keihard. Hij en ‘zijn’ Foeksia – er zijn vier verschillende koppels, omdat kinderen niet onbeperkt mogen optreden – maakten een vrolijke kleedkamervideo. Toen die online stond, kwamen de commentaren. „Dolfje is geen neger, Dolfje is niet blacka”, zegt hij zacht. „Dat is niet leuk om te lezen.”
Goeree: „Ik ben het gewend. Maar op het moment dat je kinderen krijgt, hoop je dat zij het niet meemaken.”
Hij blijft spelen, ook omdat het vak zelf hem steeds weer aanjaagt. Nadat hij de première van 40-45 mocht spelen voor een zaal vol prominenten, werd hij benaderd voor allerlei nieuwe opdrachten. Zo sprak Desten al animaties in – onder meer RoboGobo op Disney Junior – en had hij een paar regels tekst in Dit is geen kerstfilm met Georgina Verbaan. „Van De Kleine Zeemeermin tot Frozen: ik wil overal inspreken”, zegt hij vastberaden.
Dat betekent wel dat zijn moeder geregeld uren met hem in de auto zit: dit soort klussen spelen zich doorgaans af in de Randstad. Soms vertrekt hij iets eerder van school. Elke afwezigheid moet worden goedgekeurd door de schoolleiding en de producent. „Ze maken dan een overeenkomst die de directeur moet tekenen”, zegt zijn moeder.
En er zijn ook praktische offers: verjaardagen van vriendjes, zaterdagmiddagfeestjes, buitenspelen. „Eerste kerstdag moet ik optreden”, zegt Desten. „En ik kan niet altijd naar de McDonald’s – soms, maar pas ná het optreden.”
Op school wordt dat niet altijd begrepen. „Bij Pietje Bell vonden ze het nog cool”, zegt Desten over zijn klasgenoten op De Beijumkorf. „Toen vroegen ze steeds wat ik ermee verdiende. Maar bij 40-45 ben ik gepest.” Zijn moeder: „Zijn beste vriend zat erbij. Dat was een verdrietige tijd.”
Bewegende tribunes
De oorlogsmusical was intens, niet alleen vanwege het zware thema. De bewegende tribunes en technische snufjes maakten het ingewikkeld. En zelfs gevaarlijk. Goeree: „De kinderen mochten bijvoorbeeld nooit alleen van het podium af. Volwassen acteurs kregen instructies om hen bij de hand te nemen en naar de juiste plek te begeleiden.”
Desten speelde een jongen die werd neergeschoten. „Tijdens één voorstelling had mijn tegenspeler z’n losse flodders al verschoten in de scène ervoor”, vertelt hij. „Dus klik... niks.” Het publiek kreeg een showstop te zien. „Ik was zó teleurgesteld. Dat was míjn scène.”
Goeree: „We hebben ook meegemaakt dat een voorstelling door technische storingen uitliep tot na half 11. Dat is voor de kinderen te laat om nog voor het publiek te mogen buigen.”
Ondanks alles: dít is wat Desten wil. Hij is even ambitieus als zijn voetballende broer Jay (21), die dit seizoen de jeugd van FC Groningen verruilde voor een profcontract bij Almere City. Zijn debuut in ‘het eerste’ lijkt slechts een kwestie van tijd – blessureleed zit hem nog even dwars.
Desten speelde in '40-45, De Musical' een jongen die werd neergeschoten. „Tijdens één voorstelling had mijn tegenspeler z’n losse flodders al verschoten in de scène ervoor. Dus klik... niks.” Foto: Corné Sparidaens
Goeree: „Desten mag als minderjarige maximaal 24 keer per jaar optreden. Als dat quotum op is, móét hij stoppen tot zijn verjaardag in september. Je ontneemt dat kind eigenlijk waar hij het meest van houdt”, zegt ze. „Terwijl Jay jarenlang elk weekend en doordeweeks bij FC Groningen op het veld stond en niemand daar ooit ‘kinderarbeid’ bij dacht.”
Omdat er in de jeugd geen geld wordt verdiend, heet het officieel geen werk, zegt ze. „Maar ook Jay gaf dingen op. Alleen noemen ze het daar talentontwikkeling.”
Aantrekkingskracht
De wereld van topsport en showbizz heeft voor buitenstaanders een bijzondere aantrekkingskracht. Maar wie van boven Zwolle komt, begint met een achterstand. Goeree: „In 40-45 hadden we meer dan honderd figuranten. Slechts drie kinderen kwamen uit het Noorden, de rest woonde in de Randstad. Maar hier is talent genoeg.”
Veel ouders haken af zodra ze horen dat ze op zaterdagmiddag om 4 uur in Amsterdam moeten zijn, zegt ze. „Dan praat je over tankbeurten, parkeerkosten en tijd. Als je dat niet kunt dragen, houdt het op.”
Voor Desten is dat geen optie. Het liefst van alles staat hij op de planken. Soms ook sámen met zijn moeder: op 8 december zijn moeder en zoon geboekt op het Sportgala in Martiniplaza. Goeree: „Desten mag die avond op het grote podium staan. En ik treed op in de foyer. Wat je zegt, verschil moet er zijn.”