Van Morrison op het Grolloo Bluesfestival in 2019, in juli treedt hij op in het Stadspark in Groningen. Foto: Harry Tielman
Het klinkt als een makkelijke vraag aan een Van Morrison adept: noem tien essentiële elpees en tien memorabele songs. Maar dat is het niet. Want: waar te beginnen? Van Morrison heeft bijna vijftig albums (compilaties en uitgaven van eerder onuitgebracht werk meegerekend) uitgebracht.
Is Neil Young - ook op 1 juli live te zien in het Stadspark - een artiest met meerdere gezichten, bij Van Morrison is daar eigenlijk geen sprake van. Zijn imago overbekend: een norse, ongeïnspireerde knorrepot die tijdens optredens zowel zijn publiek als de muzikanten in zijn band behoorlijk op de proef kan stellen, wegloopt als het hem niet bevalt (zoals in Utrecht in de jaren 90), het volgende nummer al aankondigt in het outro van het huidige liedje (Bluesfestival Grolloo 2019) en een dikke zonnebril zonder glimlach op z’n gezicht eerder uitzondering dan regel is.
Maar daarmee doen we de Noord-Ier natuurlijk behoorlijk te kort. Er maar zijn weinig artiesten van zijn kaliber en generatie die dankzij hun eigenzinnigheid altijd weer verrassend voor de dag komen - zowel op het podium als op de plaat. Wat voor greep uit zijn omvangrijke oeuvre doet Van The Man voor een optreden? En welke richting kiest hij op een nieuw album? Dan is hij zo onvoorspelbaar als het maar kan, zo onderstreept zijn nieuwe album Remembering now. En met welke setlist zal hij in Groningen voor de dag komen?
TIEN ESSENTIËLE ALBUMS
Laten we in het kader van de voorpret - volledig arbitrair en in chronologische volgorde - eerst tien essentiële albums uit zijn discografie onder de loep leggen.
Astral weeks (1968)
Van Morrison - Astral Weeks. Foto: Warner Bros.
Over Astral weeks, Van Morrisons tweede album uit 1968, zijn letterlijk boeken volgeschreven. Een compromisloos album dat nog steeds opzien baart, vanwege de vrije vorm vol soul, jazz en r&b. Vooral contrabassist Richard Davis (die we ook kennen van zijn werk op Bruce Springsteens debuut uit 1973) zorgt voor het kloppende hart in de acht songs. Vans stem is krachtig en fel en zijn teksten klinken aan als één grote improvisatie die puur vanuit gevoel lijkt te zijn ontstaan. Astral weeks heeft talloze musici beïnvloed en is tegelijkertijd een essentiële plaat voor wie popmuziek uit de tweede helft van de jaren 60 op waarde wil schatten.
Moondance (1970)
Van Morrison - Moondance. Foto: Warner Bros.
Ook de opvolger van Astral weeks is een ‘classic album’ – en het beste startpunt om in zijn oeuvre te duiken. Moondance bevat compactere liedjes, waarvan het titelnummer, Caravan en Crazy love gelden als de prijsnummers. Wederom wordt Van begeleid door een groep klassemusici, van wie we drummer Gary Mallaber later terugvinden bij de Steve Miller Band. Achtergrondzangeres Emily Houston is niemand anders dan Cissy Houston, de moeder van Whitney.
Tupelo honey (1971)
Van Morrison - Tupelo Honey. Foto: Warner Bros.
Net als bij Bob Dylan sijpelt de gospel en soul regelmatig in de liedjes van Van Morrison door. Je kan zelfs spreken van typische gospelalbums en typische soulalbums. Tupelo honey valt in die laatste categorie, maar wel met een flinke scheut country. En dat maakt het geluid van dit album zo bijzonder. Wild night is de pure r&b-opener en openbaart het geluk dat Morrison samen met z’n vrouw Janet ‘Planet’ Rigsbee inmiddels in upstate New York – Woodstock, of all places – heeft gevonden.
It’s too late to stop now (1974)
Van Morrison - It's Too Late To Stop Now. Foto: Warner Bros.
Livealbum opgenomen in The Troubadour (Los Angeles) en The Rainbow (Londen) waarop Van samen met zijn Caledonia Soul Orchestra de balans opmaakt van de voorgaande jaren. Eigen werk wisselt hij moeiteloos af met covers van Ray Charles, Sam Cooke en Muddy Waters, die Van zingt alsof hij ze zelf heeft geschreven. Zelfs de Them-klassiekers Here comes the night en Gloria hult hij in een avontuurlijk en fris jasje. Alsof ze gisteren zijn ontstaan. Een essentiële registratie die laat horen hoe intrigerend Van op het podium kan zijn. Met de nadruk op ‘kan’.
Veedon fleece (1974)
Van Morrison - Veedon Fleece. Foto: Warner Bros.
Na zijn scheiding is Van terug in Noord-Ierland en schrijft - volgens de overlevering - in een paar weken tijd tien songs die zijn roots in alle toonaarden ruiken, proeven en aanvoelen. Van Fair play tot Country fair, Veedon fleece klinkt als een warme trui, waarbij de muzikale begeleiding ook van een zeldzaam hoog niveau is. Luister bijvoorbeeld naar de betoverende pianopartij van Linden Arden stole the highlights – een stuk dat Elvis Costello later als een groot favoriet noemde. Ook Sinéad O’Connor was groot fan van dit album - en gezien Vans zangstijl is dat niet gek. Klein minpuntje: zijn zang klinkt wat nasaal, maar laten we dat afschuiven op de opnametechniek. Dit is na Astral weeks zijn tweede meesterwerk.
Into the music (1979)
Van Morrison - Into The Music. Foto: Universal Music
Van op de lichtvoetige toer. Toegankelijke liedjes gehuld in spaarzame arrangementen, inclusief soulvolle achtergrondzang. Bright side of the road en Full force gale zijn de klassiekers. Pas op de aloude kant 2 van deze plaat verandert de sfeer en klinkt de muziek indringender, waarbij de laatste drie tracks voelen aan als een lange suite, vol expressie en veel herhalingen in de teksten. In feite is Into the music een overgangsplaat naar zijn spirituele platen uit de jaren 80. Net als Moondance geldt dit album ook als prima startpunt om Vans oeuvre te ontdekken.
Common one (1980)
Van Morrison - Common One. Foto: Universal Music
De elpees die Van Morrison in de jaren 80 uitbrengt, staan grotendeels in het teken van de zoektocht naar z’n roots en de gemoedsrust die hij daarin probeert te vinden. Common one is een uitgesponnen, traag en vrij kaal gearrangeerd album. Van de ijle opener Haunts of ancient peace, het soulvolle Satisfied, de duik in de Britse geschiedenis (Summertime in England) tot de broeierige afsluiter When heart is open: zes liedjes in een uur tijd pakken je niet meteen bij de kladden, maar moeten rijpen en hebben tijd nodig om te imponeren. Saxofonist Pee Wee Ellis en drummer Peter van Hooke leveren topprestaties op deze indrukwekkende en vooral meeslepende plaat.
No guru, no method, no teacher (1986)
Van Morrison - No Guru, No Method, No Teacher. Foto: Universal Music
Na Astral weeks en Veedon fleece is No guru, no method, no teacher het derde meesterwerk van Van Morrison. Een plaat vol warme, haast pastorale songs met hetzelfde intuïtieve en geïnspireerde gevoel als op zijn andere twee grote mijlpalen. Vooral Ivory tower, In the garden en Oh the warm feeling zijn van grote klasse. En ook muzikaal; met prachtig hobospel van Kate St. John, subtiel pianospel van Jeff Labes en oudgediende bassist David Hayes in de hoofdrollen.
Irish heartbeat (1988)
Van Morrison & The Chieftains - Irish Heartbeat. Foto: Universal Music
Eindelijk bundelt Van de krachten met The Chieftains, een belangwekkende traditionele Ierse folkband. Een combinatie die goed uitpakt en resulteert in een bezielde plaat over Ierland, diens cultuur en diens bevolking. Van doet een greep uit wat ouder werk (zoals Celtic ray en het titelnummer, die beide in het teken staan van ‘hunkeren naar thuis’), maar kiest ook acht Ierse traditionals uit. Na z’n eerdere flirts met Ierland op o.a. Veedon fleece is Van eindelijk muzikaal thuisgekomen. En voor wie Raglan road bekend voorkomt: Rowwen Hèze coverde dat liedje jaren later (November).
The healing game (1997)
Van Morrison - The Healing Game. Foto: Universal Music
Na de reeks topalbums in de jaren 80 is het alsof Van in het daaropvolgende decennium qua inspiratie aan het opdrogen is. Met The philosopher's stone (1998) trekt hij z’n archief leeg en af en toe verschijnt er nog een plaat die ergens doet denken aan zijn hoogtijdagen. Zoals deze. The healing game doet bij uitkomen in 1997 vrij weinig, maar geldt bij herbeluistering wel als een topper in zijn oeuvre, vooral omdat zijn stem erg goed uit de verf komt en met deze plaat de r&b weer ruimschoots aan bod komt. Zoals in Rough God goes riding, inclusief een teruggekeerde Pee Wee Ellis. Op The healing game brandde het heilige vuur weer, maar dat bleek van korte duur.
TIEN MEMORABELE SONGS
Vans oeuvre staat bol van bekende, minder bekende en zelfs volslagen onbekende liedjes. Een kleine greep uit zijn bijna 60-jarige catalogus.
Brown eyed girl (1967)
Met dit liedje beleeft Van in 1967 een droomstart van zijn solocarrière. Daarmee schudt hij zijn periode in beatbluesband Them en de chaotische tour met Cuby + Blizzards door Nederland eerder dat jaar van zich af. Hij zoekt zijn heil in New York en tekent bij Bang Records, waar op dat moment ook Neil Diamond onder contract staat. Brown eyed girl is luchtig, swingt en heeft zelfs voor die tijd – de Summer of love van 1967 – een controversieel tintje: de zin ‘Making love in the grass green’ wordt voor uitzending op de Amerikaanse radio gekuist. Dat maakt overigens weinig verschil: Vans eerste solohit is gelijk een popklassieker.
Cyprus avenue (1968)
Onmiskenbaar het hoogtepunt van Astral weeks, Vans doorbraakalbum uit 1968. Autobiografisch, terugblikkend op zijn jeugd in Belfast; Cyprus avenue ligt op een steenworp afstand van zijn ouderlijk huis in Hyndford street. Al zingend haalt Van herinneringen op en improviseert hij lustig op de voortkabbelende begeleiding. Jarenlang sloot hij zijn concerten hiermee af, totdat deze ‘epic’ hem ging tegenstaan. Hij had inmiddels naar eigen zeggen betere liedjes op z’n repertoire staan over zijn jonge jaren in Belfast.
The way young lovers do (1968)
Zijn de meeste songs op Astral weeks traag en voortslepend, kant 2 van het album opent met dit vrolijke en uptempo jazzpopliedje. Subliem blazersarrangement, al flirtend met Vans soulvolle zangpartij en waarbij hij af en toe over z’n eigen woorden lijkt te struikelen. Na amper 3 minuten is de energiekick voorbij; zo’n liedje had wel twee keer zo lang mogen duren. The way young lovers do werd onder meer gecoverd door de Ierse band Starsailor en The Stranglers-zanger Hugh Cornwell, maar bovenal door Jeff Buckley die het in zijn begindagen vaak live uitvoerde en er zijn eigen draai aan gaf.
Caravan (1970)
Over uptempo gesproken: ook in Caravan bespeur je Vans levensvreugde; en nu in Woodstock, het gebied dat hij in zijn eerste solojaren zo glorieus bezong, met een stem vol zeldzame kracht en dynamiek. Caravan was eind 1976 zijn prijsnummer tijdens het afscheidsconcert van The Band en als zodanig te zien in Martin Scorsese’s film The last waltz. Daardoor groeide dit liedje uit tot één van Vans bekendste nummers uit de jaren 70. Eentje die niet mag ontbreken op iedere best of-playlist van de Noord-Ier.
Domino (1970)
Al in de herfst van 1968 – toen hij Astral weeks opnam - schreef Van dit eerbetoon aan Fats Domino. Een sterk staaltje rhythm & blues dat hij nog even bewaarde. Een goede keuze, want Domino werd Vans grootste hit in Amerika: nummer 9 in de Billboard Hot 100. Brown eyed girl kwam niet verder dan nummer 10.
Jackie Wilson said (1972)
Zeg je Jackie Wilson said, dan zing je gelijk mee met het intro, dat doet denken aan het scatten van Jackie Wilson in diens klassieker Reet petite. Net als Domino een glorieuze ode van Van aan één van zijn voorbeelden. Maar Jackie Wilson said heeft ook nog iets nostalgisch in zich. Die van de expressieve muzikale jaren 50 waar Van als kind mateloos van onder de indruk was. En de ondertitel van dit euforische liedje zegt eigenlijk meer dan genoeg: I’m in heaven when you smile. In Engeland maakte dit liedje begin jaren 80 nog een mooie revival mee, dankzij de cover van Dexys Midnight Runners.
Warm love (1973)
Naarmate de jaren 70 vorderde, werd Morrisons werk berustender, introspectiever en vooral spiritueler. Warm love is een kalm liefdesliedje dat volgens Van handelt over een muzikale liefde tussen een jongen en een meisje. Niet meer dan dat. De kracht ligt ‘m in de eenvoud. Net als in ‘zusje’ Crazy love van drie jaar eerder klonk zijn stem zelden zo zacht en sensueel.
The street only knew your name (1983)
Afkomstig van het overwegend zweverige en elektronische album Inarticulate speech of the heart. Dit liedje valt tussen alle dromerige synthesizers op door zijn uptempovorm en waarin de gitaar de boventoon voert. Dit is echt zo’n ‘deep cut’ die je nooit op een verzamelaar aantreft, maar wel tot zijn beste werk behoort. Op The Philosopher’s stone duikt een eerdere versie - opgenomen in de late jaren 70 - van dit nummer op, die zowaar nóg beter is:
These are the days (1989)
Met het mierzoete Have I told you lately that I love you scoort Van in 1989 een hitje in ons land – en die je nog vaak op Sky Radio hoort. Hetzelfde album sluit af met These are the days. Al mijmerend in de spirituele en religieuze sferen die zijn jaren 80-werk zo kenmerken: ‘These are the days by the sparkling river. His timely grace and our treasured find. This is the love of one magician. Turned the water into wine’. En wie een paar jaar later de film Nine months ziet, met Hugh Grant in de hoofdrol, hoort opeens dit liedje voorbijkomen.
On Hyndford street (1991)
25 jaar na Cyprus avenue is het cirkeltje met Vans jonge jaren in Belfast rond. En ook op On Hyndford street klinkt alsof iedere iedere zin recht uit z’n hart én zijn tenen komt. ‘Early mornings when contemplation was best, going up the Castlereagh hills. And the cregagh glens in summer and coming back, to Hyndford Street, feeling wondrous and lit up inside. With a sense of everlasting life’. Terugblikken en hunkeren naar vroeger, Vans liedjes staan er bol van. Dit nummer voert hij ook uit tijdens het concert in 2015 op Cyprus avenue. Bijzonder sfeertje, mooie onderhuidse spanning: