Het klinkt als een makkelijke vraag aan een Neil Young adept: noem zijn tien artistiek meest essentiële elpees. Maar dat is het niet. Want: waar te beginnen? Neil Young heeft bijna honderd albums (compilaties en uitgaven van eerder onuitgebracht werk meegerekend) uitgebracht.
Voor we beginnen, enige uitleg.
Er is namelijk niet één Neil Young, er zijn er een heleboel. Je hebt Neil, de introverte romanticus, Neil de wereldverbeteraar, Neil de garagerocker, Neil de country-artiest uit Nashville, Neil de computer en treintjesfreak, Neil de filmmaker. Neil de autogek en Neil de rockabilly-cat. En dan heb je nog Neil met de akoestische gitaar, de elektrische gitaar, Neil aan de piano of aan het ouderwetse pomporgel. Neil de solist en Neil de teamspeler. Neil de zoetgevooisde zanger en Neil die zichzelf bijkans hoog en schril overschreeuwt. En dan zijn er nog wel een paar Neils die we voor het gemak vergeten. Maar vergeet niet: alle Neils zijn familie van elkaar. En hij heeft bijna altijd wel een mondharmonica om zijn nek.
De catalogus van Neil Young is tientallen platen groot. Foto: DVHN
De invloed van Neil Young op de popmuziek is niet te onderschatten. Zijn gitaarspel heeft massa’s gitaristen over de hele wereld geïnspireerd. Cortez the killer en Like a hurricane is door iedereen met een gitaar wel eens nagespeeld. Zijn liedjes zijn door talloze artiesten gecoverd. Het is niet voor niets dat mensen als Willie Nelson, Bob Dylan en Paul McCartney graag met Neil gezien worden. Neils muziek wordt gepruimd meerdere generaties; van de oude hippies in de leefkuil, de punkers en nog weer later de grungers. Dat komt omdat Neil nooit speelt dat hij een van de vele Neils is, hij is het gewoon. Echt. Dat naturelle, dat oorspronkelijke wordt door de muziekliefhebber herkend.
Deze tien elpees van Neil moet je hebben gehoord om hem artistiek op waarde te schatten. Platen met Crosby, Stills, Nash & Young en Buffalo Springfield laten we uiteraard buiten beschouwing.
Everybody knows this is nowhere (1969)
Everybody klnows this is nowhere Foto: Reprise
De beste kennismaking met de muziek van Neil Young en zijn all time favoriete begeleidingsband Crazy Horse maak je op de tweede Neil Young-lp Everybody knows this is nowhere. Waar het titelloze debuut uit hetzelfde jaar mank gaat onder een dodelijk doffe mix, is Everybody knows... van begin tot eind een sprankelend heldere plaat waarop producer David Briggs het primitief stuwende garagerockgeluid van Crazy Horse definieert. Cinnamon girl, een Neil klassieker gecoverd door tientallen artiesten, heeft het allemaal in zich. Uptempo, in zijn eenvoud geniale gitaarpartijen met als afmaker geweldige vocale harmonieën. En dan moeten de titelsong en Down by the river (’I shot my baby’) nog komen. In dat nummer vuurt de sologitaar salvo’s af. Tekstueel heeft het echter niks met geweld, maar alles met liefde en lust te maken.
Aanbevolen nummer: Everybody knows this is nowhere
On the beach (1974)
On the Beach. Foto: Reprise
Er is veel gebeurd sinds 1969. Neil vergaart wereldfaam met Crosby, Stills, Nash & Young (Deja vu) en als solo-artiest (After the goldrush, Harvest). De hippiedroom is uitgedraaid op een nachtmerrie. De sekte van Charles Manson schiet actrice Sharon Tate neer, Richard Nixon veroorzaakt het Watergate schandaal, het milieu gaat (ook toen al) naar de knoppen en Neil verliest gitarist Danny Whitten (en dus zijn band) en roadie Bruce Berry aan de heroïne. Dit alles vindt zijn weerslag op On the beach waarop de wanhoop treffend samenkomt in de strofe ‘Now i’m living out here on the beach, but the seagulls are still out of reach‘. Op On the Beach hoor je Neil op zijn donkerst en allersomberst en volgens sommigen op zijn allerbest. De stemming is down maar mellow; voer voor echte liefhebbers. Wees gerust, Neil zwelgt niet in wanhoop: ‘I’m deep inside myself, but I’ll get out somehow‘.
Aanbevolen nummer: Revolution blues
Time fades away (1973)
Time fades away. Foto: Reprise
De millionseller Harvest en de hit Heart of gold (1972) maken van Neil een popster maar met die rol is hij niet gelukkig. ‘Heart of gold put me in the middle of the road. Traveling there soon became a bore, so I headed for the ditch. A rougher ride, but I saw more interesting people there’, schrijft hij in de liner notes van Decade, een overzicht op 3 lp’s van zijn eerste tien jaar als solo-artiest.
Om van zijn verworven popster imago af te komen, doet Neil wat-ie wil. De verwachte opvolger van het country-getinte Harvest komt er niet. In plaats daarvan brengt Neil een live-elpee uit vol met nieuwe nummers opgenomen tijdens een toer volgend op Harvest waarin Neil gekweld wordt door rugpijn. De plaat is rauw, Neil zingt (haast zoals gebruikelijk) onvast maar songs als Love in mind, L.A., The bridge en Don’t be denied horen tot het allerbeste wat Neil gemaakt heeft. Zelfs Rooie Rinus en Pé Daalemmer zijn onder de indruk, zij coveren het titelnummer en maken er Zomerhit van!
Aanbevolen nummer: Don’t be denied
Zuma (1975)
Zuma. Foto: Reprise
De platen On the beach, Tonight’s the night (straks meer) en Time fades away gaan de geschiedenis in als The ditch trilogy. De platen die Neil nodig had om zich het popsterimago af te schudden en zich voortaan vrij te voelen de muziek te maken die hij in zijn hoofd heeft.
Zo donker als The ditch trilogy is, zo licht is Zuma. Dat begint al met de witte hoes. Alhoewel... Neil is net van zijn tweede vrouw Cary Snodgress gescheiden en de sores zingt hij van zich af. Liefdesverdriet voedt de inspiratie. Don’t cry no tears, Stupid girl, Drive back (to your old town). De teksten zeggen genoeg. De muziek is echter sprankelend fris. De elektrische gitaren knallen uit de spaekers.
Op Zuma is Neil eindelijk herenigd met Crazy Horse. Ze hebben in Frank Sampredo na lang zoeken een passende vervanger gevonden voor de betreurde Danny Whitten. Sampedro’s gitaarspel geeft Neil de ruimte om volop te improviseren en dat doet hij dan ook. Cortez the killer is een bijna 8 minuten durend gitaarorgasme en zoals de beste hoogtepunten is deze niet snel maar juist tergend langzaam en plagend, uitdagend opgebouwd. Zuma is een groot hoogtepunt. In het oeuvre van Neil en in de popmuziek. En alweer een David Briggs productie.
Aanbevolen nummer: Barstool blues
Tonight’s the night (1976)
Tonight's the night. Foto: Reprise
Uitgebracht na, maar reeds lang opgenomen voor Zuma. Tonight’s the night is de dodenwake van Neil en de restanten van Crazy Horse, aangevuld met slidegitarist Ben Keith en gitarist Nils Lofgren. Neil en zijn vrienden eren de overleden Danny Whitten en CSNY-roady Bruce Berry met een door tequila doordrenkte sessie. De muzikanten nemen de nummers uitsluitend ’s nachts op, nadat ze een middag lang hebben gepoold en gedronken zodat ze in de juiste lome sfeer komen om hun dode vrienden naar de muzikantenhemel te begeleiden. Het piept, het kraakt, maar het is super intens en urgent.
Neil, verward en verdrietig door het verlies van zijn vrienden, gebruikt een thema van de Rolling Stones voor het nummer Borrowed tune (’Too wasted to write my own’). Neil wil het daarom niet uitbrengen maar producer David Briggs sleutelt aan de songvolgorde en propt Come on baby let’s go downtown (een song van en met Danny Whitten) ertussen. Tijdens een luistersessie met muzikantenvrienden waar Neil zijn beoogde volgende elpee Homegrown presenteert, wordt iedereen wild enthousiast van Tonight’s the night. En wordt uitgebracht. Homegrown blijft nog decennia op de plank liggen.
Aanbevolen nummer: Speakin’ out
Rust never sleeps (1979)
Rust never sleeps. Foto: Reprise
Na het aantrekkelijke allegaartje American stars’n bars, met daarop Like a hurricane met een orkaan van een gitaarsolo, vinden platenmaatschappij en fans het onderhand tijd worden voor weer een échte Neil Young plaat. In 1978 verschijnt daarom Comes a time, een in Nashville opgenomen countryplaat die deels in het verlengde ligt van verkooptopper Harvest. De plaat is nog niet uit of Neil omarmt de punkscene. Elvis is dood en Neil weet dit alles in een paar zinnen samen te vatten ‘The king is gone but he’s not forgotten, is this the story of a Johnny Rotten?’ Crazy Horse wordt van stal gehaald voor een heftige kant van Rust never sleeps. Een kant is akoestisch en beschouwend zoals het grote publiek Neil kent. De andere kant staat vol scheurende overstuurde gitaren, stuwende bas en beukende drums. Neil vindt andermaal aansluiting bij de tijdgeest. Kurt Cobain nam de strofe ‘It’s better to burn out than to fade away’ letterlijk in zijn afscheidsbrief en dat inspireerde Neil later weer tot Sleeps with angels.
Aanbevolen nummer: Powderfinger
Harvest (1972)
Harvest. Foto: Reprise
Are you ready for the country? We kunnen er niet omheen, Harvest is het grote commerciële succes van Neil Young. Artistiek piekte hij daarvoor al met After the goldrush en Everybody knows this is nowhere. Harvest kent in Heart of gold inderdaad een hit en kent inderdaad een reeks goede songs. De opnames voor deze plaat werden geplaagd door rugklachten van Neil, er waren tal van sessies. Bij Neil in de schuur van zijn ranch in Noord-California, in Londen met het London Symphony Orchestra. En Neil weet er ook altijd nog wel wat live-opnames tussen te proppen. De songs lopen nogal uiteen: van het mierzoete A man needs a maid tot het elektrische Alabama. Bijna alle nummers op de plaat worden klassiekers, denk aan The Needle and the damage done, het titelnummer en Out on the weekend. Met dit treffend getitelde album oogst Neil wat hij in de jaren daarvoor muzikaal heeft gezaaid.
Aanbevolen nummer: Old man
Freedom (1989)
Freedom. Foto: DVHN
Als één van de weinige beeld- en geluidsbepalende artiesten uit de jaren 60 overleeft Neil Young ook de 70s en de 80s. De jaren 80 was een vreemd decennium voor Neil. Hij stortte zich met zijn derde vrouw Pegi Morton vol overgave op de zorg voor hun gehandicapte zoon, had gedoe met vriend en platenbaas David Geffen en hij redde modeltreinenfabrikant Lionel met een financiële injectie van de ondergang. Net op het moment dat critici menen dat de immer wispelturige Neil de weg helemaal kwijt is, slaat hij terug met Freedom. Een urgente plaat die perfect in de tijdsgeest (de val van de muur, studentenprotest in China) past. De nummers zijn bovendien stuk voor stuk onverwoestbaar goed. Met het in akoestische en elektrische versie gebrachte titelnummer Rockin’ in the free world heeft Neil een eenregelig refrein te pakken dat jarenlang in allerlei zalen en stadions gehoord en meegezongen wordt.
Aanbevolen nummer: Wrecking ball
Harvest moon (1992)
Harvest moon. Foto: Reprise
Het door Neil gepleegde gitaargeweld op Ragged glory en de live-dubbelaar Weld kan niet zonder gevolgen blijven. Na een tour met Crazy Horse kampt Young met gehoorproblemen. Luide muziek kan hij even niet meer verdragen en hij grijpt van de nood een deugd makend terug op de akoestische muziek. Dat komt ergens goed uit. Het is twintig jaar geleden dat Harvest verscheen. Na enkele halfslachtige pogingen besluit Neil om met dezelfde band als toen een nieuwe plaat op te nemen die in het verlengde van de hitelpee ligt: Harvest moon. Aldus worden Kenney Buttrey (drums), Ben Keith (slidegitaar), Tim Drummond (bas) en Spooner Oldham (orgel) op de ranch van Neil uitgenodigd. In tien hypotiserend mooie en serene nummers neemt Neil ons mee van Hank (B. Marvin) tot (Jimi) Hendrix, van een Natural beauty tot een Unknown legend. Hij bezingt de War of man en betuigt de liefde in Such a woman en vooral in Harvest moon dat een gitaarriff kent dat geleend is van the Everly Brothers’ Walk right back. Neil vat op deze plaat 50 jaar muziekgeschiedenis samen en werpt de blik ondertussen vooruit. Er kan andermaal geoogst worden. Net als Harvest wordt Harvest moon een onverwacht verkoopsucces.
Aanbevolen nummer: Harvest moon
Toegift
Stapels Neil Young elpees. Foto: DVHN
Met tien elpees heb je Neil eigenlijk nog helemaal niet goed in beeld. Ook na 1993 heeft Neil Young platen uitgebracht. Wat heet. De stroom titels is bijkans niet bij te houden nu Neil zijn archieven heeft geopend. Zonder risico kan gesteld worfden dat zijn artistieke en creatieve piek van Neil al enkele jaren achter hem ligt, maar dat is geen verwijt. Ook deze titels zijn de moeite van het luisteren op zijn minst waard: Unplugged (1992), Sleeps with angels (1994), Mirror ball (met Pearl Jam 1996), Prairie wind (2004), Living with war (2006), Fork in the road (2009), Storytone (2014) en The Monsanto years (2015)
En dan zijn er nog de heruitgaven uit de archieven: Neil Young & Crazy Horse live at Fillmore East (2006), Live at Massey Hall (1971) en Toast en Hitchhiker. Pfff, draai je ook nog wel ns iets anders Jan?
Neil Young wordt geboren als de zoon van sportverslaggever en schrijver Scott Young (in volle glorie te zien op de hoes van World record) en Rassy Ragland. In zijn jonge jaren overleeft Neil ternauwernood polio. Zijn muzikale ambities worden aangewakkerd door zijn vader die hem een ukelele geeft. Tot die tijd is Neil fanatiek kippenhouder.
Als zijn ouders scheiden, verhuist hij met zijn moeder van Toronto naar Winnipeg. Daar gaat hij aar de Kelvin High School. Neil heeft meer interesse in de gitaar. Zijn eerste bands zijn The Jades en als snel speelt hij in The Squires. Met die band trekt hij langs jeugdhuizen in Canada en maakt de single The sultan.
Neil verlaat de school zonder diploma om het inde muziek te gaan maken. The Squires weten niet door te breken en na een kortstondig solo-avontuur, sluit Neil zich aan bij The Mynah Birds, de band van Rick James. Het is de eerste zwarte band met witte muzikanten die een platendeal sluit bij Motown. Er worden opnames gemaakt die in eerste instantie niet verschijnen omdat Rick James (Superfreak) opgepakt wordt wegens ontduiking van de dienstplicht.
Neil besluit dan met bassist Bruce Palmer in een oude lijkwagen naar LA te rijden op zoek naar zijn vriend Stephen Stills die hij bij optredens in Canada heeft ontmoet. Hij treft Stephen en zanger Riichie Furay precies op het moment dat hij en Bruce naar San Francisco willen vertrekken.
De ontmoeting leidt binnen een dag tot de oprichting van Buffalo Springfield. Deze band wordt The Beatles van de westkust genoemd. Met de Stephen Stills-song For what it’s worth heeft de band een hit te pakken. Door interne strubbelingen ligt de band ondanks drie goed elpees al snel op zijn gat.
Neil Young is dan al bezig met zijn solocarrière. Eerst verschijnt zijn titelloze elpee, gevolgd door Everybody knows this is nowhere. Vervolgens vraagt Stephen Stills hem om zich aan te sluiten bij Crosby, Stills, Nash & Young en de rest is geschiedenis.