Bert van Erk met bas in zijn repetitieruimte annex woonkamer. Foto: Corné Sparidaens
Jazz isn’t dead, it just smells funny. Frank Zappa zei het al. Die is dood. Maar de jazz niet. Toch? Man met Bas, een filmportret van bassist Bert van Erk dat zaterdag in het Forum wordt gepresenteerd, brengt een ode aan de geïmproviseerde muziek.
Kijk ‘m sjouwen. De kleine man met zijn grote contrabas. Over het tuinpad van zijn huis in Kantens naar de auto, naar jazzpodia in heel het land. Zesenzeventig jaar, maar oud? Nee meneer, de duvel is oud, maar Bert van Erk niet.
Wie speelt, blijft voor altijd jong, dat weet iedere zichzelf respecterende muzikant.
Op het podium met Dexter Gordon
Van Erk speelt nog zo’n honderd keer per jaar. Nestor van de jazz noemen sommigen hem. Hij deelde het podium met de Groten der Aarde: saxofonist Dexter Gordon, trompettist Kenny Wheeler, drummer Art Taylor, hij speelde in de jaren ’70 in Boy Edgar’s Big Band.
Groninger Cultuurprijs
Daar moest een documentaire van komen. Regisseur Frits Boersma maakte Man met Bas, een filmportret van Bert van Erk. Een documentaire over een levenslange fascinatie voor de geïmproviseerde muziek, het spelen met de Amerikaanse jazzcats van weleer, we zien hem aan het werk met zijn band Quartology, plukkend aan de snaren van zijn bas in een houding die niet bevorderlijk bleek voor zijn rug, maar wat kan het hem schelen: spelen, spelen, spelen wil hij; eeuwig strevend naar nog mooier, nog leuker, nog fijner.
De documentaire is één van de drie finalisten voor de Groninger Cultuurprijs. Deze wordt komende maandag uitgereikt door de gedeputeerde voor kunst & cultuur Tjeerd van Dekken.