De scherpe Victor Vlam staat aan de vooravond van een doorbraak in Hilversum. „Ik voelde diep vanbinnen de drang om ook mijn mening te laten gelden.” Foto: Fred Libochant
Sterren die deze zomer in het buitenland vertoeven, hoeven niet te vrezen dat ze oog in oog komen te staan met criticaster Victor Vlam. De snel opkomende mediakenner, onder meer bekend van zijn podcast Victor duidt tv (voorheen De communicado’s) en tv-optredens in onder meer De Oranjezomer en Vandaag Inside, heeft namelijk een streep gezet door zijn vakantieplannen, omdat hij het gevoel heeft dat hij aan het doorbreken is in Hilversum.
Heb je wel tijd voor een interview in deze drukke tijd of is dit een onderdeel van de ’pr-campagne’ Victor Vlam?
„Haha, normaal gesproken bestaat mijn werk uit dagvoorzitterschappen en het geven van communicatietrainingen. Op dat vlak is het in de zomer altijd wat rustiger. Nu vul ik mijn weken met mijn podcast en ik word af en toe gebeld voor mediaoptredens. Verder sta ik drie keer in de week in de sportschool en loop ik hard.”
Zegt dat iets over ijdelheid?
„Ik denk dat iedereen op televisie ijdel is. Bij mij valt het volgens mij wel mee.”
Wat doe je dan zo vaak in de sportschool?
„Het is fijn om even ’uit’ te staan. Maar ik ben vroeger ook dik geweest. Daar heb ik me wel voor geschaamd. Toen ik het gewicht kwijt was besefte ik wat de voordelen daarvan zijn.”
Ben je daarmee gepest?
„Ik ben altijd al een apart persoon geweest. Iemand die buiten de groep stond. Maar gepest, niet echt. Aan de ene kant vond ik het fijn om een beetje de outsider te zijn. Anderzijds heeft het misschien ook wel het gevoel teweeggebracht dat ik dingen in de media wilde doen. Ik voelde diep vanbinnen de drang om ook mijn mening te laten gelden.”
Je bent een mediakenner you love to hate aan het worden. Is de Victor in de media dezelfde persoon die je thuis bent? Of ben je een act?
„Natuurlijk vergroot tv dingen uit. Maar een act, nee. Ik hou er wel van om een provocerend standpunt in te nemen. Wel denk ik dat mensen in een talkshow de fellere kant van mij zien. Ik heb zeker ook een zachte kant.”
Hoewel je zelf vroeger dik was reken je nu mensen ook af op hun uiterlijk op tv. Onlangs zei je over Thomas Dekker dat hij een lelijke tuinbroek droeg in Goedenavond Nederland en Özcan Akyol mocht van jou geen trainingspak aantrekken in Zomergasten. Zoek je bewust de scherpe randjes op om op te vallen?
„In een talkshow moeten dingen resoneren. Als je alleen maar veilige opmerkingen maakt, wordt het al snel saai. Er zit hier in dit geval wel een gedachte achter om een breder punt te maken. Je ziet mensen zoals Thomas en Eus die zich aanstellen door iets geks aan te trekken op tv. Ik denk dan: je bent gelukkiger als je de calvinistische mentaliteit hebt van ’doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’.”
Wat heb je geleerd van De Oranjezomer-uitzending waarin je het aan de stok kreeg met Gordon en Bram Moszkowicz?
„Dat zijn allerlei kleine dingetjes. Ik reageerde te fel op Bram die zei dat ik mijn kop moest houden. Ik voel me dan echt aangevallen. Dat is mijn eigen onzekerheid. Ik had rustig moeten blijven.”
Er schuilt dus een onzeker mannetje in jou?
„Absoluut. Ik ben stoïcijns in mijn voorkomen, maar ik kan wel degelijk heel zenuwachtig zijn op tv. Je weet dat je je hand kunt overspelen.”
Je zegt onzeker te zijn, maar tegelijk maak je ook anderen onzeker met je vileine opmerkingen.
„Ik zie het niet als pesten of zo. Ik denk dat onze cultuur soms wat te zacht is geworden. Ik vind dat veel dingen die ik zeg stellig zijn verwoord, maar dat hoort erbij als je bekend bent. Je wordt vaak de hemel ingeprezen en krijgt een goed salaris. Daar hoort kritiek krijgen soms bij. Dat krijg ik ook en vind ik niet erg.”
In jouw podcast gaf je aan dat Bram Moszkowicz met zijn tv-optreden in De Oranjezomer waarschijnlijk weinig kans maakt om opnieuw toegelaten te worden als advocaat door de tuchtrechter. Ga je daarmee niet je boekje als mediakenner te buiten?
„Ik heb het geanalyseerd vanuit het idee dat het niet chic was om met elkaar ruzie te maken op tv. Het straalt negatief af op alle betrokkenen. Ik heb daarom aangehaald dat er voor Bram consequenties kunnen zijn. Maar wat die precies zijn, weet ik niet.”
Waarom haal je deze suggestie er dan überhaupt bij? Ben je niet stiekem uit op een volgende rel?
„Nee, zeker niet. Ik koester geen enkele wrok jegens Bram. Misschien is dat andersom wel zo, maar ik stap daar makkelijk overheen.”
Vind je jezelf de beste mediakenner van dit moment?
„Ik denk dat je altijd de ambitie moet hebben om de beste te zijn. Maar het is aan anderen om daarover te oordelen.”
Gaan we nu ineens bescheiden doen?
„Als ik niet dacht dat ik iets toe te voegen had in talkshows, was ik weggebleven. Maar ik heb het idee dat dat wél zo is.”
Je bent voormalig Amerika-kenner. Wat kan Nederland leren van de manier waarop verkiezingen in de VS worden aangepakt?
„We moeten sowieso niet alles overnemen. Wat ik slecht vind aan de VS is dat alles daar persoonlijk wordt gemaakt. Ik vind dat we in Nederland het debat veel meer op de inhoud voeren. Tegelijkertijd hebben we hier soms de neiging om managers van de BV Nederland te kiezen, in plaats van leiders met een visie.”
„Daarnaast vind ik dat zowel Amerika als Nederland te veel diploma-democratieën zijn geworden. Als je hoogopgeleid bent, heb je ontzettend veel te zeggen in dit land. Mensen zonder diploma worden onderschat. Ik vind het belangrijk dat mensen die praktisch zijn opgeleid genoeg zeggenschap hebben en zich gehoord voelen.”
Is dat wat je bedoelt met dat de ziel uit ons land gaat?
„Ja, de gewone Nederlander voelt zich niet meer gehoord. Hiermee bedoel ik de mensen die minder woke zijn. Daardoor verliest de politiek het vertrouwen. Het horrorscenario is dat mensen iemand verkiezen die meer autoritair is ingesteld. Kijk naar Amerika. Ze hebben zoiets: Trump is een hork, maar wel iemand die voor ons opkomt.”
Victor Vlam: „Op tv is iedereen ijdel. Bij mij valt het volgens mij wel mee.” Foto: Fred Libochant
„Ik ben stoïcijns in mijn voorkomen, maar ik kan wel degelijk heel zenuwachtig zijn op tv.” Foto: Fred Libochant
„De gewone Nederlander voelt zich niet meer gehoord.” Foto: Fred Libochant