De televisieserie ‘De Joodse Raad’ die 10 maart begint, gaat over David Cohen, de in diskrediet geraakte voorzitter van de Joodse Raad. En over de verzetsheldin Virrie Cohen-Oudkerk die in de Tweede Wereldoorlog vijfhonderd kinderen het leven redde. Het zijn de opa en moeder van oud-arts/politicus Rob Oudkerk. ,,Ik heb nog nooit zo’n complexe vader-dochterrelatie gezien.”
Hij is zo overmand door emoties dat hij na de screening van de nieuwe EO-serie De Joodse Raad afgelopen dinsdag geen interview kon doen, zoals afgesproken. Een dag later is oud-arts/politicus Rob Oudkerk (68) tot zichzelf gekomen en wil hij vertellen wat hem zo geraakt heeft in het verhaal: „Ik heb nauwelijks geslapen. Mijn opa en moeder stonden ineens weer levensgroot in de kamer. Dit is mijn leven.”
Rob Oudkerk is op dit moment in gesprek met burgemeester Halsema. Ze is in verlegenheid gebracht nadat bekend werd dat een interview met hem over antisemitisme van de site van de gemeente is verwijderd omdat er negatieve reacties en haatmail over binnengekomen zouden zijn. „Het voelt als censuur voor mij”, zegt Oudkerk daarover.
De Joodse Raad, met tweede van links op de onderste rij David Cohen, de opa van Rob Oudkerk. Foto: Joh. de Haas BeeldbankWO2/NIOD
Hij laat zich de mond echter niet snoeren en blijft zijn verhaal vertellen. In woord én beeld. De televisieserie De Joodse Raad gaat over zijn opa David Cohen, de in diskrediet geraakte voorzitter van de Joodse Raad. Aan de andere kant staat zijn moeder: de engelachtige Virrie Cohen-Oudkerk, een verzetsheldin in de Tweede Wereldoorlog die als kinderverzorgster in de Joodse crèche vijfhonderd kinderen het leven redde.
Deportatie
Zijn opa David Cohen was verantwoordelijk voor de Joodse gemeenschap in de oorlog. In die hoedanigheid heeft hij beslissingen genomen die later zijn uitgelegd als fout. Zo legde de raad lijsten aan van Joden die later zijn gebruikt door de Duitsers voor deportatie. „Inmiddels zou ik maar wat graag een keer met hem bellen om hem te vragen: ’Welke gedachten gingen er bij dat besluit door je hoofd?’ Hij had in 1933 Oost-Europese vluchtelingen in huis, als je dat doet kun je geen slecht mens zijn. Hij geloofde werkelijk dat meewerken met de Duitsers erger zou kunnen voorkomen.”
Oudkerk schetst de thuissituatie zoals die in de oorlog geweest moet zijn. „In de voorkamer was mijn grootvader lijsten aan het maken. In de achterkamer maakten zijn vrouw en dochter andere lijsten, van de kinderen die ze nog konden redden. Ik ben 32 jaar huisarts geweest, maar ik heb nog nooit zo’n complexe vader-dochterrelatie gezien.”
Rob Oudkerk in de armen van zijn opa. Foto: eigen foto
Actrice Claire Bender geeft zijn moeder in de serie gestalte. „Als voorbereiding heeft Claire het dagboek van mijn moeder bij ons thuis zitten lezen. Ze heeft het zich zo eigen gemaakt. Ze geeft me mijn moeder vóór ik haar kende.”
Roerige tijden
Hij moet uitkijken dat hij niet wéér volschiet. Tranen liggen op de loer. Het zijn roerige tijden. Zijn in 2008 overleden moeder is deze dagen alom aanwezig. Niet alleen speelt ze een hoofdrol in de aangrijpende EO-serie De Joodse Raad, ook is ze prominent aanwezig in het nieuwe Nationaal Holocaustmuseum In Amsterdam dat morgen geopend wordt. „Ik kreeg alvast een rondleiding, de tranen liepen over mijn wangen toen ik groot bij de ingang de portretten zag van de kinderen die mijn moeder niet heeft kunnen redden.”
Daarnaast heeft Oudkerk het boek Virrie’s kinderen samengesteld met dagboekfragmenten en interviews met de gesmokkelde kinderen. Sommigen zijn inmiddels overleden zoals Ed van Thijn, die in een zak door Virrie is weggesmokkeld. Later zou hij burgemeester van Amsterdam worden. „Ed heeft nog gesproken op haar begrafenis. Ik heb ook de rouwadvertentie in de krant niet ondertekend met Rob, maar met Virrie’s kinderen. Ze heeft zo veel risico gelopen door met die kinderen in een mand de straat op te gaan. Ze had ter plaatse geëxecuteerd kunnen worden.”
Bombardement
Ook later bleef de oorlog een grote rol spelen in Virrie’s leven, vertelt Oudkerk. „Mijn moeder probeerde alles wat bij haar associaties opriep met ’40-’45 zoveel mogelijk te vermijden. Ze wilde niks te maken hebben met vuurwerk, dat was voor haar het bombardement in Rotterdam. De koffers stonden altijd gepakt in de slaapkamer, voor als het weer zover was. Als arts weet ik dat dat PTSS heet.”
Ook in de nachten plaagde het haar. „Ze belde mij soms twee, drie keer per week, ’s nachts, dat ze weer droomde over de treinen en de kinderen die ze niet had kunnen redden. Altijd maar weer die kinderen.”
Bescheiden
Hij laat de cover van het boek zien. Daarop zijn zijn altijd bescheiden gebleven moeder en twee van ’haar’ kinderen te zien. Hij wijst op het voorste kind. „Kijk, dit is Ali Brilleman, dat was een van haar lievelingetjes. Die heeft ze niet kunnen redden.”
Het script van de serie kon hij niet lezen, dat kwam te dichtbij. Dat heeft zijn vrouw voor hem gedaan. De conclusie kreeg hij in een brief. „Ze schreef me dat ik trots mocht zijn op mijn moeder. Maar dat ik ook trots mocht zijn op mijn opa en dat het een wonder is dat ik er ben.” In de beslotenheid van hun buitenhuisje in Vinkeveen heeft het stel na de totstandkoming van de serie iedere dag een aflevering gezien. „Toen hebben we het al meerdere keren per aflevering stop moeten zetten. Als ik Pierre Bokma als mijn opa in de synagoge zie zitten, daar zít dan ook echt mijn opa.”
Lang heeft hij zijn grootvader ’geparkeerd’, die overleed toen hij 12 was. Te lastig, te ingewikkeld. „Hij verbleef in de remise in mijn hoofd sinds mijn 13de toen de oude rabbijn Soetendorp de passage over mijn opa uit mijn bar mitswa had geschrapt. Waarom begreep ik niet. Ik leerde pas twee jaar later de feiten kennen. Toen ben ik zo kwaad geworden, dat het mijn gang naar de synagoge definitief heeft geblokkeerd.”
Zijn opa heeft na de oorlog in de gevangenis gezeten. „Maar het ergste vond hij nog de uitsluiting uit de gemeenschap. Soms stel ik mezelf de vraag: ’wat zou jij gedaan hebben?’ Ik blijf mezelf het antwoord schuldig, maar ik vind wel dat je altijd moet kijken naar de intenties van mensen. Mijn moeder zei altijd dat als de oorlog twee jaar eerder was geëindigd mijn grootvader een oorlogsheld was geweest en zij niet had hoeven doen wat ze heeft gedaan. Ik heb in mijn leven ook dingen gedaan waar ik helemaal niet trots op ben, die ik met de wetenschap van nu nooit gedaan zou hebben, waar ik mensen – en dan met name mijn geliefden – heel veel verdriet mee gedaan heb. Ik ken die veroordeling. En je weet dat er nooit een excuus is.”
De kleine Rob Oudkerk met zijn moeder, een verzetsheldin in de Tweede Wereldoorlog. .
Gevlucht
Inmiddels is hij ook trots op zijn grootvader. „Hij is gebleven en heeft geprobeerd het zo goed mogelijk te doen, terwijl onze regering en ons koningshuis naar Londen waren gevlucht. Mijn opa dacht dat er mensen moesten blijven om de gemeenschap na de oorlog weer op te bouwen. Wat wij doen is met de kennis van nu oordelen, daar moeten we maar eens mee stoppen.” Het antisemitisme is enorm toegenomen, wat zou zijn moeder vinden van de huidige tijd? „Ik denk dat ze zou hebben gezegd: ’Rob, kijk je wel uit?”
De Joodse Raad, vanaf zondag 10 maart, NPO1, 20.20 uur