Paula Beer en Barbara Auer (op de rug gezien) in 'Miroirs No. 3'. Foto: Christian Schulz
In Christian Petzolds vierde samenwerking met Paula Beer verblijft Laura na een auto-ongeluk bij de verdrietige Betty. Langzaam wordt ze onderdeel van haar gezin, maar een duister geheim borrelt onder de oppervlakte.
Al voor haar catastrofale auto-ongeluk dwaalt Laura spookachtig door het leven. Ze staart van een druk Berlijns viaduct de diepte in, verliest zich in reflecterend zonlicht in een kanaal – ze lijkt af en toe uit te vallen, als haar gedachten afdwalen. Enkel het oogcontact, met een verdrietige vrouw langs de weg, lijkt haar te intrigeren, vlak voordat Laura en haar hipstervriend in hun rode cabriolet van de weg af raken. Zij wordt door de wei geslingerd; hij klapt met zijn hoofd op een steen en is op slag dood.
Spookverhaal
De verdrietige vrouw, Betty, hoort het ongeluk en vindt Laura, grotendeels ongedeerd in het gras. Tot haar verrassing vertellen de ambulancebroeders dat Laura niet terug naar Berlijn wil, maar wil revalideren in Betty’s landhuis.
Zo begint Miroirs No. 3, een ingetogen drama dat af en toe aanvoelt als een spookverhaal. Laura ontwikkelt een stille verstandhouding met Betty. En langzaam valt ze in de groef van een nieuw gezin: bier en popmuziek met zoon Max, bladerdeeg en tederheid met moeder Betty. Een leven dat droomachtige kabbelt als het muziekstuk van Ravel waarnaar de film vernoemd is.
Wapperende gordijnen
Maar er trekt een dreigende onderstroom aan de personages. Dorpelingen staren verbaasd naar binnen. De naam ‘Yelena’ heeft een droeve kracht in dit huis. En voor een familie van handwerkers is er opvallend veel kapot in het huis. Er is een geheim dat niemand Laura vertelt (en wat ze niet wíl horen), maar dat zich opdringt, al is het in de vorm van een vaatwasser die maar niet te repareren valt.
De emoties en thematiek die daarin doorschemeren, behandelde regisseur Christian Petzold al eerder met meer nadruk: de onttovering van de moderniteit (Undine), leven na trauma (Jerichow). Mirroirs is een elegant bouwwerk, zonder bombast, maar met melancholieke mysteries en ideeën die als een kettingrammelend spook door de gangen dwalen.
Héél veel gestaar
Je moet er wel tegen kunnen. Dit is een film met zeker vier afzonderlijke shots van gordijnen die lieflijk wapperen in een zomerbries. Een film waarin héél veel gestaard wordt: verdrietig uit het raam, verlangend in de ogen, verbaasd boven de gekookte vleesknoedels. Niemand staart veelzeggender dan Petzolds muze Paula Beer, al sinds Transit (2018) aan zijn zijde. Maar voor de minder fijnbesnaarde kijker dreigt het lichtelijk lachwekkend te worden.