Ruim een jaar na zijn debuutroman keert Koen Schouwenburg uit Groningen terug met een bundel essays. Opnieuw zijn lezen en liefde een reddingsboei.
Weerstand tegen de wanhoop telt zeven autobiografisch geïnspireerde essays. Allemaal getuigen ze van een grote liefde voor het lezen van literatuur en wat aan deze kunstvorm ontleend kan worden. De titel geeft de richting aan. De vraag is hoe dit in praktijk te brengen en de angst voor de zinloosheid kan worden bezworen.
Schouwenburg (Assen, 1986) beschrijft allereerst eerst hoe hij zijn slechte gewoonten – roken, drinken – heeft verruild voor een verslaving aan letters. Vervolgens spiegelt hij zijn sombere manier van denken en voelen aan dwarse figuren met wie hij zich verwant voelt zoals Wessel te Gussinklo en Ischa Meijer. Daarna beschrijft hij hoe zijn inspiratiebron Albert Camus hem ‘met zijn bezielde boeken uit het doolhof van de wanhoop leidt’.
Er wordt driftig met namen gestrooid, ook worden naarstig werken en oeuvres samengevat. Dat doet Schouwenburg handig, maar het gaat ten koste van een eigen visie. Het zoekend karakter van de essays is beperkt, er wordt vooral verklaard en geduid. Soms gedraagt Schouwenburg zich als een fan. Als hij geen lunch kan betalen in een hotel waar Marcel Proust ooit verbleef, eet hij in Parijs doodleuk stokbrood met brie op straat.
Woke-weerzin
Wat goed is dat hij de existentiële crisis ook relativeert. De manier waarop hij zijn persoonlijke ontwikkeling beschrijft van een eenzame VVD-achtige hockey-jongen in een meer sociaal gerichte voetballiefhebber met een woke-weerzin tegen Woody Allen getuigt in ieder geval van zelfspot.
Schrijvers mogen dan een gids zijn, de redding lijkt tevens van een vrouw te komen. Net als in zijn roman heeft Schouwenburg er een handje van zijn geliefde te idealiseren. De ironische manier waarop hij dat doet pakt op deze lezer niet altijd even goed uit. Omwille van de ernst zou je bijna hopen dat zij een einde maakt aan zijn romantisch gedweep, door met hem te trouwen bijvoorbeeld.
Aan de waarde van deze bundel doet het niets af. Die ligt in het introducerende karakter, lichte toon en toegankelijke wijze waarop aan ontluikende denkers en jonge tobbers duidelijk wordt gemaakt dat er altijd schrijvers voorradig zijn die het gapende gat van het leven vullen met letters en woorden in een juiste volgorde. Meestal in afwachting van de superieure afleiding die liefde heet.
★★★★☆
Weerstand tegen de wanhoop (2024), Koen Schouwenburg. Foto: uitgeverij kleine Uil