Nicolette Leenstra, schrijfster van 'Brieven aan Vasalis', vertelt over haar muze in boekhandel Daan Nijman te Roden. Foto: Geert Job Sevink
Een groep lezers probeert in Roden de herinnering aan de dichter M. Vasalis levend te houden. Dat lukt niet altijd, maar dit keer wel.
Een traditie moet het worden: de publicatie en presentatie van een boekje dat speciaal geschreven wordt ter nagedachtenis van Margaretha Droogleever Fortuyn-Leenmans (1909 – 1998). Woensdagavond werd het eerste exemplaar door auteur Nicolette Leenstra overhandigd aan burgemeester Klaas Smid van de gemeente Noordenveld.
Die had zich, om op tijd in boekhandel Daan Nijman te zijn, vlot door een vergadering gehamerd. En las daarna, omdat bestuurders veel praten en vergaderen, een gedicht voor over de ontoereikendheid van taal: ‘Ik wil een woord, dat toveren kan / en tovert dat je bij mij bent / en me omhelst, mij, dunne maan. / Ik roep je en je komt maar niet! / Want woorden woorden woorden toveren niet.’
Eerder op de avond had Leenstra voorgelezen uit het eerste deel van de Vasalisreeks. Vier brieven heeft ze aan de dichter en psychiater geschreven. Alle vier bevatten herinnering aan gedichten en gedachten over poëzie. In het boekje worden leven en werk van Vasalis op subtiele wijze doorgenomen. Dat gebeurt op steeds amicalere toon, beginnend met ‘Waarde Mevrouw’ en eindigend met ‘Beste Kiek’.
In het boekje biedt Leenstra namens anderen excuses aan voor de felle reactie van de Vijftigers op Vasalis’ vormvaste poëzie: ‘Uw schijnbare harmonie was geen plaats gegund tussen de naoorlogse desintegratie waar alles om de uitdrukking van versplintering draaide.’ Ook deelt Leenstra met terugwerkende kracht een tik uit aan Paul Rodenko, die het ooit bestond het uitspreken van gevoelens toe te schrijven aan ‘de aard van de vrouw’.
Naast dit alles bestond de Vasalis-memorial uit een optreden van Eva Waterbolk, een op het eerste gezicht uitbundig getatoeëerde zangeres van kleine liedjes met pittige thema’s, en uit korte voordrachten van Vasalis-gedichten door Ton Peters, Martin Koster, Suze Sanders en Tiny de Groot. De laatste bewoont het voormalige huis van Vasalis, De Zulthe, en verzekerde dat nog steeds herten in de tuin lopen.
Beslist bijzonder was ook wat Ronald Ohlsen vertelde over zijn uren met de dichter. Hij mocht haar ooit interviewen, samen met een mede-studente die als caissière bij de plaatselijke Albert Heijn het cruciale contact had gelegd. ,,We liepen die hele lange laan af, daar lagen allemaal herfstbladeren uit Sotto voce. Toen gingen we naar de voordeur. Ik stak mijn vinger uit en drukte op de bel. Ik zie mij dat nog doen. Toen ging die deur open. Ze deed zelf open!”
Bijzonder aan het verhaal van Ohlsen was niet alleen dat zijn medestudente volledig uit het avontuur verdween (‘ik heb haar nooit meer gezien’), maar zeker ook de schrijfles die Ohlsen van haar leerde: ‘Ga even zitten en doe helemaal niets. Kijk dan eens wat er allemaal binnenkomt. Zet de zintuigen dan aan het werk’. ,,Vasalis zocht voor haar gedichten naar iets wat we in het dagelijks leven niet hebben, maar wat er toch is. En dat moet je te pakken zien te krijgen. Als je daar de woorden voor vindt, heb je poëzie.”
Na afloop kregen alle zestig aanwezigen een boekje mee. Boekhandelaar Daan Nijman kondigde prompt een nieuwe auteur aan voor de reeks: Marga Kool. En een nieuwe herdenking: 10 februari 2021, rond de geboortedag van de dichter.