Scan Job van Schaik. Logo Peter de Grote Festival 2017.
In het kader van het twintigjarig bestaan werd in Winsum een concert uit de begintijd van het Peter de Grote Festival herhaald. Qua programma dan, want van de musici die op 14 augustus 1998 in de Pelstergasthuiskerk in Groningen dezelfde kamermuziekwerken van César Franck speelden, was in de even knusse als bomvolle Obergumerkerk alleen Paul Komen present.
Komen, tegenwoordig artistiek leider van het festival, opende met een indrukwekkende vertolking van Francks Helemaal vlekkeloos was zijn uitvoering niet, maar muzikaal stond Francks bekendste pianostuk als een huis, met een duidelijke visie en grote zeggingskracht.
Komens even transparante als doortastende pianospel hield daarna ook de befaamde vioolsonate van Franck muzikaal overeind, want hoe nadrukkelijk violist Moshe Hammer ook zijn best deed - hij leek bij tijd en wijle uit zijn vel te willen springen - zijn spel bleef aan de oppervlakte, schmierend en soms wat iel van toon. De ziel ontbrak.
Hoe anders was dat na de pauze toen het voortreffelijke Hermitage Kwartet (wanneer wordt dit viertal door de grote podia opgemerkt?) samen met de al even onvolprezen pianiste Nata Tsvereli Francks in een messscherpe uitvoering tot een groots en meeslepend meesterwerk transformeerden.
De symfonische allure van het eerste deel, de intense warmte van het en de enorme drive in het slotdeel - de muziek golfde door de kerk en nam iedereen mee op een spannende muzikale reis met prachtige vergezichten.