Pinkpop-fans moeten flink in de buidel tasten om een weekendje te feesten.
Met Pinkpop, dat dit weekend begint, wordt het festivalseizoen afgetrapt.
Er is behoorlijk wat veranderd in de loop der jaren, klagen Pinkpop-fans. In 1972 kostte een dagticket voor het oudste festival nog maar vijf gulden. Inmiddels is de prijs verhoogd naar 145 euro. In de beginjaren mocht je nog je eigen krat meenemen, nu kost een biertje 3,70 euro. Festivalbezoekers moeten inmiddels beschikken over een goed gevulde knip. „Straks zijn festivals alleen nog voor de elite.”
Sommige bezoekers klagen dat Pinkpop zich op deze manier uit de markt prijst. Op fora wordt volop gemopperd. Bezoeker Maurice Coort: „De kwaliteit van het aanbod gaat achteruit, de prijzen zijn bijna onbetaalbaar. Om maar te zwijgen over eten en drinken.”
Vaste bezoeker Jeanny Haas sluit zich daarbij aan. „De line-up is ronduit slecht, een drankje kost 3,70 euro en de kosten voor eten zijn helemaal buitenproportioneel. De tickets zijn al duur genoeg. Ik ga al decennia drie dagen naar Pinkpop, maar dit jaar kies ik ervoor om uitsluitend op zondag te gaan. Op die dag is het programma nog een beetje leuk en met één dag zijn de kosten nog te overzien.”
Volgens Myrthe Theunissen kan „alleen een werkende volwassene deze prijzen nog ophoesten”. Mike Wrobel pleit ervoor om het festival terug te brengen naar een tweedaags evenement: „Al die festivals zijn nu uitgemolken met een line-up die verdeeld is over drie dagen.” Voor het geld gaat hij liever een weekend naar Berlijn of Londen: „De line-up dit jaar is echt bagger. Måneskin is nog wel te doen, maar ik zit bij festivals als dit echt niet te wachten op Douwe Bob of S10.” Ook Leon Bemelmans gaat dit jaar liever wat anders doen: „Van een weekend Pinkpop kun je een hele week all-in naar Griekenland op vakantie. Het is niet meer te betalen.”
Volgens festival- en muziekexpert Johan van Slooten zijn niet alleen festivals, maar ook concerten inmiddels niet meer te betalen. „Ook gewone concerten worden steeds duurder, niet alleen in Nederland maar eigenlijk in de hele wereld. Vooral in Amerika. Als je daar naar een concert gaat, betaal je minstens toch al honderd dollar. En dan heb je nog niet eens de duurste kaart en moet je ook nog eens je vervoer, verblijf en eten betalen. Soms zit je dan al op 450 dollar voor één concert.”
Volgens Van Slooten zijn de kosten toegenomen, omdat tijdens corona veel bedrijven in de muziekbranche zijn omgevallen. „Als je nu iets wil huren, zoals verlichting, geluid, of vervoer van al die spullen, betaal je de hoofdprijs. Daarnaast krijg je te maken met de inflatie van de afgelopen jaren. Dat alles maakt het fors duurder, zonder dat organisatoren of artiesten er veel meer aan overhouden. Ook zij hebben te maken met hoge kosten. Die moeten ze doorberekenen aan de bezoekers.”
Van Slooten zegt dat de markt nog wel gezond is, maar signaleert dat er al een aantal tournees in Amerika is afgelast. „Eén daarvan was Jennifer Lopez, een grote naam. De kosten wegen niet meer op tegen de baten. Bij Pinkpop zijn er ook kaarten over. Misschien staan we op het keerpunt waarvan ook de concertorganisatoren denken ’oké, we kunnen het niet allemaal verkopen en misschien zijn er toch wel mensen die het echt niet kunnen betalen’. Dus wellicht moeten ze toch iets anders gaan bedenken, mensen kunnen maar één keer hun geld uitgeven.”
De eisen die bezoekers stellen zijn tegenwoordig ook groter, stelt Van Slooten. „Vroeger kon je voor een tientje of 25 piek op Pinkpop terecht, dan zat je op een grasveld. Tegenwoordig willen mensen leuke eettentjes, goede voorzieningen, een goede camping en veiligheid. Je kunt niet zeggen: we doen één podium met artiesten en al die eettentjes en de silent disco niet, dat zullen bezoekers niet accepteren. Aan de andere kant, je mag zelf niet eens een flesje water meenemen.”
Tekst gaat verder onder de foto.
Ondanks de hoge kosten blijft Jessie (rechts) graag festivals bezoeken met haar vrienden.
Festivalorganisatoren moeten volgens hem uitkijken dat ze zichzelf niet uit de markt prijzen. „Straks komt het verhoogde btw-tarief van 21 procent er ook nog overheen”, vertelt Van Slooten. „Dan worden het helemaal astronomische bedragen voor mensen. En dan krijg je dus festivals waar alleen de mensen naartoe komen die het kunnen betalen, een soort elitefestival. Maar daar zal dan ook wel weer een soort tegengeluid komen. Lowlands kwam op in de jaren negentig als een alternatief voor Pinkpop. Dus uiteindelijk zal er wel iets anders komen. Maar zo goedkoop als het vroeger was, zo goedkoop zal het nooit meer worden, vrees ik.”
Voor festivalfanaat Jessie Oerlemans is het een kwestie van keuzes maken. Ze bezoekt al jaren met een vaste vriendengroep een aantal festivals. „Ik ben vorig jaar niet op vakantie geweest en dit jaar ga ik ook niet. We gaan dit jaar naar een vijftal festivals en de prijzen zijn sinds het begin dat we gingen, zo’n tien jaar geleden, wel verdubbeld. Je bent per festival inmiddels al snel zo’n 250 euro kwijt met vervoer, eten en drinken en dan reken ik het festivalkaartje van 80 euro nog niet eens mee. Voor dat bedrag kun je natuurlijk ook prima op vakantie.”
Toch zou ze de festivalzomer voor geen goud willen missen. „We hebben een leuke vriendengroep met heel diverse leeftijden. De oudste is in de veertig, de jongste in de twintig. De meesten van ons zijn single en hebben geen kinderen. Onze voorkeur gaat uit naar wat meer hardcore festivals als Dominator, Harmony of hardcore, 7th Sunday en Karma outdoor, maar we gaan ook naar Zwarte cross. De sfeer die je hebt op een festival met vrienden, daar kan niks tegenop.”