Eerst drummer bij The Golden Earring, daarna ambtenaar bij DUO in Groningen. Sieb Warner (76) gooide 50 jaar geleden het roer finaal om. Hoe is het nu met hem?
Sieb Warner was drummer van de Haagse bands The Motions en The Golden Earring, maar keerde in 1970 de muziek de rug toe, verhuisde naar Groningen en werd ambtenaar bij IBG/DUO. Foto: Anjo de Haan
Het is de meest ondenkbare carrièreswitch die je je maar kan voorstellen. Drummer Sieb Warner stapt in 1969 over van The Motions naar die andere vooraanstaande Nederlandse popgroep van de jaren 60: The Golden Earring. Maar dat avontuur is van korte duur en hij kiest voor een nieuw leven. Als ambtenaar in Groningen, de provincie waar zijn roots liggen.
Warner geldt in de sixties als een veelbelovende muzikant. Hij wordt vergeleken met Keith Moon, de explosieve ‘ADHD-drummer’ van de Engelse rockband The Who. Met The Motions scoort Warner hits als It’s gone en Wasted words. Daarna is zijn avontuurlijke spel bij Golden Earring te horen in onder meer Eight miles high en Another 45 miles. Alle vier zijn (latere) Nederbeat-klassiekers.
Sinds hij in Groningen woont, noemt Sieb Warner (76) zich weer bij zijn echte naam: Warntjes. Zijn familie komt oorspronkelijk uit Westerwolde. Aan het begin van de 20ste eeuw verkassen zijn voorouders naar Den Haag, verlangend naar een beter leven. Het is precies wat Warner in de zomer van 1970 in omgekeerde richting doet, nadat hij bij The Golden Earring (toen nog inclusief The, de meervoud -s was net geschrapt) is ontslagen en vervangen door Cesar Zuiderwijk.
Terwijl de groep in de daaropvolgende jaren wereldhits scoort als Radar love en Twilight zone kiest Warner voor de geborgen anonimiteit van een baan bij de Informatie Beheer Groep, de tegenwoordige DUO.
Al ruim 50 jaar leidt hij een teruggetrokken leven. Interviews geeft hij sporadisch. Wanneer ik Warntjes bel met de vraag of hij zijn verhaal wil vertellen moet hij even nadenken. Een half uur later belt hij terug. „Het is prima hoor, maak maar een afspraak.”
Een paar weken later rijd ik Het Hogeland binnen, gewapend met de nieuwe heruitgave van Eight Miles High; het enige Earring-album uit 1969 waarop hij meedoet. Warntjes – zeer gesteld op zijn privacy – bekent dat hij op het punt stond om af te bellen. ,,Ik ben al dagen gespannen. Mijn zoon heeft mij overgehaald om het toch te doen.”
Maar in het eropvolgende anderhalf uur is bij hem van spanning totaal geen sprake. Sterker nog: hij heeft het hart op de tong.
Hoe is het met u?
,,Tja, ik ga zo langzamerhand naar de dood toe, hè? Ik ben bijna 80 en het leven wordt rustig. Af en toe komen een paar kleinkinderen spelen. Daar geniet ik van, want je bent wat ouder, je kop is leeg. De laatste is net geboren. Hoeveel ik er heb? Geen idee. Ik ben tweemaal getrouwd geweest en ik heb niet met al mijn kinderen nog contact. Na al die scheidingen woon ik alleen, in dit huis nu 13 jaar. Huwelijken waren nooit aan mij besteed. Mijn buurvrouw is mijn vriendin.”
Hoe lang geniet u nu van uw pensioen?
,,Achttien jaar geleden ging ik met de vut. Ik zat nét in die 58-regeling, de laatste golf.”
Waarmee vult u uw dagen?
,,Vooral met leegte. Niks. Niets hoeven, niets moeten. Van de natuur genieten, vaak met de caravan richting de Waddeneilanden. Genieten van whatever.”
Uw familie komt uit Groningen.
,,Uit Bellingwolde. Daar raakte ooit een dienstbode zwanger van een hoofdonderwijzer. Dat kon natuurlijk niet, dus hij vertrok met de noorderzon. Ene Warntjes heeft toen die vrouw en haar kind opgevangen. Samen zijn ze verder gegaan. Dat bastaardkind – mijn opa – kreeg de naam Warntjes en vertrok op een gegeven moment naar Den Haag. Dat liep triest af. Zijn vrouw liep de zee in en pleegde zelfmoord, terwijl hij van het havenhoofd viel. Zijn drie kinderen, onder wie mijn vader, hebben hem op het strand gevonden. Kort daarna overleed hij. Ik weet in grote lijnen waar mijn familie vandaan komt. In de loop der jaren ben ik daar achter gekomen en heb dingen nagevraagd.”
Wat deed uw vader?
,,Tijdens de Tweede Wereldoorlog vertrok hij naar Duitsland, waar hij aan de slag ging als manager van een gevangenkamp. In Berlijn ontmoette hij mijn moeder. Zij kwam uit een familie van muzikanten. Componisten, orkestleiders. Ik vermoed dat mijn muzikale genen van haar afkomstig zijn. Maar toen vielen de Russen Duitsland binnen, mijn moeder werd door een Rus verkracht en mijn ouders sloegen op de vlucht, terug naar Den Haag. Hij kreeg daar een goede baan, ik weet niet precies wat hij deed. Op een gegeven moment ging hij scharrelen met een medewerkster, werd ontslagen en ging werken in een stomerij. Kort daarna is hij overleden. Ik was een jaar of 3, heb hem niet gekend. Mijn moeder kreeg vervolgens een relatie met mijn latere stiefvader, waarna we naar Tanganyika, het latere Tanzania, vertrokken. Ik was enig kind en zat op een kostschool.”
Sieb Warner: 'In Afrika begon mijn interesse voor het trommelen.' Foto: Anjo de Haan
Hoe kwam u met drummen in aanraking?
,,In Afrika begon mijn interesse voor het trommelen. Als ik ’s avonds in bed lag, hoorde ik die geluiden. Al die ritmes zijn onbewust blijven hangen. Begin jaren 60, we woonden inmiddels weer in Den Haag, zag ik percussionist Nippy Noya spelen. Ik zweer het: die klappen van die man op z’n conga’s zitten nog steeds in m’n flikker. Magisch. De schoonheid die hij overbrengt. En nog steeds, want hij is nog niet dood. Jazzdrummers als Elvin Jones en Gene Krupa waren mijn voorbeelden, maar ook Keith Moon en John Bonham. In eigen land Pierre van der Linden. Ze zeiden dat ik dat explosieve van Moon in mij had, maar wist ik veel. Tijdens het drummen zat ik in trance, vloog weg. Ik deed maar wat. Moon ging veel verder.”
Hoe oud was u toen u terugging naar Den Haag?
,,Jaartje of 14, schat ik? In de rock-’n-rolltijd. Indorockbands, daar ging je ook naar kijken, zoals in Palais de Danse in Scheveningen. De voorlopers van die beattenten. Ik ging eind jaren 50 drummen in The Atmospheres, daar zat Robbie van Leeuwen ook al in. Daarna ging ik naar Willy & His Giants en vervolgens kwam ik Robbie weer tegen in The Ricochets. Maar op een gegeven moment gooide hij iedereen eruit, behalve mij. Bassist Henk Smitskamp kwam erbij, net als zanger Rudy Bennett en zo ontstond The Motions.”
Dat was eigenlijk de eerste écht succesvolle Haagse popgroep.
,,Is dat zo? De Earring en Q65 kwamen toen ook op, de hele zooi tegelijk. Was een gezellige, maar ook drukke tijd. Altijd optreden. Ik was medeoprichter van The Motions, bedacht ook de naam. Onze eerste single It’s gone werd gelijk een hit.”
Jullie raakten op een gegeven moment helemaal in de ban van de psychedelica en nemen zelfs in Londen een plaat op met Scott Walker. Hoe kwam dat zo?
,,Het was in die LSD-tijd. Iedereen gebruikte wel eens wat. The Motions was toe aan de zoveelste bezetting en we kregen de kans om in Engeland op te nemen met Scott Walker. Die heeft de boel een beetje opgepoetst. Werken met zo’n wereldberoemde muzikant was boeiend, maar zeker niet het hoogtepunt van de groep. Dat was It’s gone. Die Merseybeat met samenzang, dat was onze kracht. Er zit in dat nummer een enorme drive. Johan Derksen zei ooit dat-ie dat liedje op de radio hoorde en niet kon geloven dat het een Nederlandse groep was.”
Voor Robbie van Leeuwen was The Motions niet het einde, maar de opstap naar Shocking Blue.
,,Tja, later bleek dat hij Venus had gejat van The banjo song. Ik vond het nep. Dat vond ik ook al van Wasted words, de tweede hit van The Motions. Beetje meedoen met de trend van de protestsong, helemaal in die tijdgeest. Geld proberen te verdienen. Maar hij is er behoorlijk rijk van geworden.”
Rudy van den Berg: 'Zó is het gegaan en niet anders'
Motions-zanger Rudy van den Berg reageert op de uitspraken van Sieb Warner over de overgang van The Ricochets naar The Motions:
„Dat verhaal dat Robbie iedereen uit de band gooide behalve Sieb en dat toen Henk Smitskamp en ik erbij kwamen, slaat nergens op. The Ricochets was mijn eerste bandje. Toen onze sologitarist Hans Emmerik de band verliet, zochten we een vervanger. Ik had gehoord dat Robbie een fantastische gitarist was, maar hij speelde al in The Atmospheres. Ik heb toen Robbie gevraagd voor The Motions. Dat zag hij wel zitten want wij speelden toen al heel veel. Door omstandigheden ging onze toenmalige drummer Gerard Melkert de band uit, dus we moesten een nieuwe drummer hebben. Robbie had met Sieb gespeeld en haalde hem bij de band, we stonden op het punt om in Duitsland te gaan spelen met maandcontracten in clubs - net zoals veel indobands toen deden.”
,,Maar dat zag onze toenmalige bassist Hans Hoogduin niet zitten; die had net verkering en wilde bij zijn meisje blijven. We hadden toen wel een tijdelijke invaller - Tony Hagen - dus zochten we een nieuwe bassist en die vond Robbie in zijn kapper Henk Smitskamp. Die speelde toen in allerlei bandjes, terwijl onze manager Guus Nieuwmans (de zwager van Paul Acket) voor ons optredens regelde in voorprogramma’s van Cliff Richard & The Shadows en The Everly Brothers.”
,,Nadat we op 8 augustus 1964 in het voorprogramma van The Rolling Stones in het Kurhaus hadden gespeeld, wilde Robbie andere muziek gaan maken - en wel beatmuziek. Hij had een vooruitziende blik. Zo gezegd, zo gedaan. We hebben Duitsland afgezegd, en bleven in Nederland. Sieb verzon wel de naam The Motions, maar heeft The Motions niet opgericht. We zijn gewoon van The Ricochets overgegaan in The Motions. Zo is het gegaan en niet anders.”
Hoe keken The Motions in die jaren aan tegen de Earring?
,,Gewoon, als een popbandje. Pas nadat ik uit The Motions was, zag ik ze optreden in Club 192. Eindelijk had ik tijd om naar andere bandjes te kijken. Ik vond ze goed, maar niet beter of slechter dan andere groepen.”
In 1969 werd u drummer van The Golden Earring.
,,Ze waren klaar met die eenvoudige popliedjes, hadden al een tournee door Amerika erop zitten en speelden daar in Detroit met Led Zeppelin. Ze wilden kennelijk wat anders, hadden die Byrds-cover van Eight miles high al op het repertoire staan. En die maakte bij mij wel indruk toen ik ze voor het eerst zag spelen. Nog met Jaap Eggermont, een strakke Ringo Starr-achtige drummer. Die overigens wel tegen mij opkeek, hoorde ik. Paar dagen later trof ik George Kooymans in de kroeg. ‘Goh, dat was een goed optreden’, zei ik tegen hem. We kenden elkaar verder niet persoonlijk. Kort daarna werd ik gebeld of ik wilde solliciteren. Daarna gingen we keertje oefenen.”
Wat was voor u de grootste verandering ten opzichte van The Motions?
,,Bas en drums luisteren heel nauw, daar drijft een band op. Bassist Rinus Gerritsen had een bepaalde stijl die iets vertraagde, hij trok als het ware aan het tempo. En daarin kon ik niet mee. Net even in een andere maatsoort dan dat ik van nature speel. Dat was niet goed. Er werd overigens niet over gepraat, net als over zoveel andere dingen niet.”
U nam met The Golden Earring het album Eight Miles High op in Londen. Hoe ging dat in zijn werk?
,,Nou, we namen dat heel serieus. Iedereen ging er muzikaal ook vrij diep in, niemand vertoonde een kunstje. We hebben daar in de Olympic Sound Studios, waar alle grote bands destijds opnamen, onze uiterste best gedaan. In vijf dagen tijd is alles in één keer opgenomen. Alleen de zang is later apart ingezongen.”
Hoe kijkt u nu terug op die plaat?
,,Je hoort een groep die op avontuur gaat, going underground. Die aan het begin van iets nieuws staat. Mijn drumsolo in het titelstuk is niet echt goed. Ik kreeg weleens via YouTube de kritiek dat het de slechtste solo van de hele wereld was! Het is ook geen powerplay, meer freewheelen. Ik laat niet die hele metaalfabriek langskomen. Dan zijn die fills in One huge road veel krachtiger, daar ben ik wel tevreden over. Net als Rinus op het Hammond orgel in Landing en dat intro van Barry Hay en z’n fluit in Song of a devil’s servant. De single Another 45 miles hebben we toen ook opgenomen.”
En ondertussen filmde Mat van Hensbergen alles.
,,Relaxte gozer. Kwam bij mij thuis in de Schilderswijk, ik zat met m’n bongo’s op de grond. Je ziet in die film van die Haagse nozempjes die nog de jongensdroom hebben in de trant van ‘in Amerika gaan we alles platspelen’.”
Kon u als drummer volop uw creativiteit en ideeën kwijt bij de Earring?
,,Nee. Hun muziek was niet mijn ding, ik zat niet in hun klank en dan ben je als het ware gehandicapt. Je doet je best, maar het overstijgt niets. Buiten dat: ik ben geen heavy rockdrummer.”
Hoe lagen binnen de Earring de onderlinge verhoudingen?
,,Veel familie. George was getrouwd met de zus van Rinus. Ik had wel een klik met George, in die zin dat ik hem bewonderde. Met die andere twee had ik niet zoveel, maar George was echt een grote jongen. Later begreep ik dat de jongens, kort nadat ze met mij hadden geoefend, Jaap hadden gebeld om hem terug te vragen. Dat hebben ze mij nooit gezegd. Ik heb wel een jaar lang het gevoel gehad: er klopt hier iets niet. Het gaat er niet eerlijk aan toe, ik zit in een fake wereld, maar ik kan er niet de vinger opleggen. Maar ze konden niet anders, want ze hadden iemand nodig: de tweede Amerikaanse tournee was geboekt en we gingen die plaat in Londen opnemen. Intussen was Jaap producer geworden, met een volle agenda. Zo nam hij Livin’ Blues op, met Cesar Zuiderwijk. Die mij zou opvolgen in de Earring.”
Nadat de plaat was uitgekomen volgde een tournee door Amerika. Hoe verliep die?
,,Oostkust, westkust, Canada, overal traden we op, maandenlang. Speelden we als Haagse straatjochies in hele grote clubs. Eric Clapton kwam kijken, Iggy Pop lag op de grond te kronkelen. Frank Zappa stond te dansen voor het podium en kwam na afloop de kleedkamer binnen. Hij wilde even met ons ouwehoeren over het Holland Festival waarvoor hij was uitgenodigd. ‘Jongens, kan het niet wat zachter!’ riep-ie tegen ons. Dat was waanzinnig. Mooier kon het niet voor mij op m’n 23ste. In feite was die tour een mooie afsluiting van het trommelbaantje.”
Wanneer voelde u aan dat u niet lang meer in The Golden Earring zou zitten?
,,Ik zei een keer gekscherend tegen Earring-manager Freddie Haayen hoe het toch mogelijk was dat zijn band zonder dope, maar op een kopje thee, chocomel en een pilsje als ze jarig zijn naar de States kunnen gaan om Eight miles high te verkondigen. Ze waren zo clean als maar kon. Hoe kon dat nou? Ik begreep het niet, we hadden verschillende persoonlijkheden. Toen we in Londen het album opnamen, ging de Haagse humor veel rond en stelde ik op een gegeven moment voor aan Barry Hay om met z’n drieën door te gaan. George, Rinus en ik. Dat meende ik ook nog. ‘George zingt beter als jij’. Barry was alleen maar sexy voor de meisjes, vond ik. Hij heeft mij dat nooit vergeven, want daarna begon-ie mij in allerlei boeken af te zeiken.”
Zo zegt Barry in z’n biografie van Sander Donkers dat jij zou hebben gezegd dat de Earring ‘meer op succes uit zijn dan op mooie muziek maken’. En in de eerste Earring-biografie van Pieter Franssen word jij afgeschilderd als ‘erg extreem en weinig betrouwbaar’.
,,Ja, ik zou geen tafelmanieren hebben en niet weten wat ik in een restaurant zou moeten bestellen en dat soort kutverhalen. Elitair gelul. Zit Barry kennelijk nóg mee. Maar het was ook ouwehoeren, hoor. In die periode speelden we ook met Earth & Fire als voorprogramma. Met die jongens had ik wel een klik. Gingen ze voor een optreden in een kringetje zitten, lekker blowen. Ik deed gezellig mee. Maar als drummer moet je dat juist niet doen, want dat vertraagt je spel. Dus ik kom behoorlijk stoned bij die jongens vandaan, stap het podium op en op een gegeven moment was het tijd voor mijn drumsolo. Ik voelde mij als een boeddha in de tuin, zat een beetje te tikken en enorm te genieten. Door die hasj hoorde ik de rimpelingen van die bekkens ook extra goed. Die andere drie gasten werden helemaal gek, ik was niet meer te redden. Na afloop kwam Barry naar mij toe en riep ‘als ik een mes had gehad, dan had ik ‘m in je strot gestoken.’ Toen wist ik dat mijn dagen bij de band waren geteld.”
In mei 1970 werd u vervangen door Cesar Zuiderwijk.
,,Vlak na het optreden op Pinkpop werd ik gebeld dat ik eruit lag. Ik zag het niet aankomen. Anderzijds was ik totaal niet bezig met mijn toekomst bij de Earring, dus misschien had ik al wel afstand genomen. Daarna viel ik in een soort gat. Het ene moment ben je wat, het andere moment niets meer. Drumstel verkocht, alles de deur uit gedaan. Wat moest ik nog doen na de Earring?”
Wat heeft u daarna gedaan?
,,Ik ben eerst op zelfonderzoek gegaan, veel over psychologie en godsdienst gelezen. Vervolgens een paar maanden naar Engeland gegaan om in een Soefi-commune te wonen. Ondertussen waren kennissen uit Den Haag aan het toeren en ze vonden in Noord-Groningen een leegstaande boerderij die ze konden huren. Met mijn toenmalige vrouw ben ik gaan kijken. Een oude, ietwat vervallen statige herenboerderij in Eenum. Die boer moet vast gedacht hebben wat-ie met dat westerse volk aan moest. Tweehonderd gulden per maand betaalden we aan huur. Paar geiten op het erf, de kinderen gingen naar de dorpsschool. Gewoon de boer uithangen. Het was nog een beetje in de hippietijd en vrij gebruikelijk dat mensen op het platteland gingen wonen.”
En u ging op zoek naar werk.
,,Ik had al zes jaar lang geen baan meer gehad en had totaal geen werkervaring meer, maar moest wel aan de bak. Ik had een gezin te onderhouden. Via een advertentie in de krant solliciteerde ik naar werk in de strokartonfabriek in Appingedam. Ik werd aangenomen, maar vond het levensgevaarlijk, al die rollen met karton. En allemaal Groningers, ik kon niemand verstaan. Vroegen ze wat ik had gedaan. ‘Getrommeld bij de Golden Earring’. Keken ze je aan alsof je een gek uit het Westen was die maar wat lulde. Het was wel goed om weer normaal te doen. Groningen is mijn redding geweest.”
Toen kwam een baan bij de Informatie Beheer Groep in beeld.
,,In je leven heb je een paar geluksmomenten. Die baan is er één van. Het Ministerie van Onderwijs verhuisde in de jaren 70 de studiefinanciering naar Groningen. Ik ging solliciteren en werd aangenomen als toekenningsambtenaar studiefinanciering. Beurzen toekennen aan mensen die gingen studeren, in die grote flat daar aan de Kempkensberg. Ineens zat ik tussen Hagenezen die waren meegekomen. Hoorde ik weer het vertrouwde geouwehoer om mij heen. Dat voelde wel als thuiskomen. Tot aan mijn pensioen heb ik het daar volgehouden. Wel drie dagen in de week, om nog een beetje vrijheid te houden. Mijn vrouw verdiende ook wat bij, dus we konden goed rondkomen. Zo is ’t gegaan mien jong.”
Hunkerde u soms al naar zo’n normaal leven toen u nog in Den Haag woonde?
,,Nee, totaal niet. Muziek en drummen stonden centraal. Je dacht er helemaal niet aan om iets anders te gaan doen.”
Werd u vaak nog herkend als ‘die drummer van The Motions en The Golden Earring’?
,,Soms werd daar op het werk over gepraat, maar verder zonder toestanden. Ik was gewoon een muzikant die een andere baan had.”
Rudy Bennett, Henk Smitskamp, Robbie van Leeuwen, Barry Hay, George Kooymans, Rinus Gerritsen. Heeft u hen ooit nog gesproken?
,,Henk Smitskamp is nog steeds een goede vriend van me, met hem heb ik bijna dagelijks contact. Jaren geleden ging ik met een vriend naar een Earringconcert in Leeuwarden en heb ik de jongens even hoi gezegd. Kreeg ik kort daarna ineens 1000 gulden opgestuurd, vanwege mijn bijdrage aan Eight Miles High. Ik had eerder nooit iets gehad! Beetje raar, maar goed. Cesar Zuiderwijk gaf een jaar of zeven geleden in Warffum een drumworkshop, in het gymnastieklokaal van het Hogeland College. Ik eropaf en ging achterin de zaal staan. Na afloop stapte ik op hem af. ‘Mag ik een handtekening van u, is voor Sieb Warner’, zei ik. ‘Oh tuurlijk, hoe gaat het met hem?’ vroeg Cesar. ‘Goed, hij zit hier in de zaal’. Hij herkende mij niet. Wel geinig. Cesar was de beste drummer voor de Earring. En hij klikte goed met die gasten, punt uit.”
Een bijzondere foto. Tijdens een workshop van Golden Earring-drummer Cesar Zuiderwijk op 15 oktober 2016 in Warffum, kijkt zijn voorganger Sieb Warner (achterin, gehuld in witte trui) toe, zonder dat Zuiderwijk daar weet van heeft. Foto: Jan Zeeman
Drumt u nog?
,,Ik speel af en toe nog met een Groningse singer-songwriter, Arnold Postma. Tussen de schuifdeuren. Die vent is goed. Ik heb ook nog een contrabas. Speel ik soms ook op.”
Heeft u verder hobby’s?
,,Wandelen, zeilen, kanoën. Ik ben ook nog een jaartje in Groningen naar de kunstacademie gegaan. Leren klodderen. En muziek luisteren. Klassiek, Lawina Meijer. Ook jazz en pop. Herman Brood heb ik net gekocht. Guns n’ Roses, Sinéad O’Connor.”
Af en toe nog naar een concertje?
,,Soms. Een paar jaar geleden bezocht ik die Nederpop-sixtiesshow van Johan Derksen, in De Molenberg in Delfzijl. Begon-ie opeens een heel verhaal te vertellen over The Motions. ‘Met Sieb Warner op drums en die is verdwenen…’ Ik kon natuurlijk m’n bek niet houden en riep meteen: ‘Joh, ik zit hier in de zaal, kom effe naar Rudy kijken!’ Voor het eerst in zijn leven had Derksen geen antwoord paraat. Hij was stil, helemaal in de war. Na de show wilde ik ‘m een hand geven, maar hij was erg op z’n pik getrapt. Het was leuk om Rudy weer te zien, die zingt nog goed. Net als die schuursteen Theo van Es.”
Wat vindt u in Het Hogeland?
,,De landelijke rust. Aardige mensen. Vrijheid. Ik kan zo naar de zee lopen. In dit dorp hoef je niets, iedereen zegt elkaar gedag. Je mag zijn wie je bent. Maar genetisch herken ik ook iets, in de manier waarop Groningers leven. Ik voel dat mijn roots hier liggen.”
U bent erg op uw privacy gesteld. Staan er soms fans aan de deur?
,,Nee, op een jong ventje uit Friesland na. Die stond paar jaar geleden aan de deur om een handtekening te vragen. Ik vond het grappig dat zo’n kind interesse heeft in die oude Nederpop.”
Heeft u een mooi leven gehad?
,,Ik heb een leuk leven gehad. Afrika was geweldig. Ik kon in de afgelopen jaren ook eindelijk een vader zijn. Ik heb ook nog een stiefzoon met kleinkinderen. Ook altijd contact gehouden met mijn tweede dochter. De muziek was prachtig. En ik ben gezond, alhoewel ik de laatste tijd wat minder goed loop. Maar daarmee kan ik leven. Nu het laatste stukje, hè?”
Iets onbenut gelaten?
,,Ik moest ooit kiezen tussen de tournee van de Earring door Amerika en de geboorte van mijn tweede dochter. Heb wel een beetje spijt dat ik niet ben thuisgebleven. Maar je kan niet alles tegelijk, hè?”
Sieb Warner: 'In dit dorp hoef je niets, iedereen zegt elkaar gedag. Je mag zijn wie je bent.' Foto: Anjo de Haan
Paspoort
Naam Sieb Warner (Siebolt Jacques Warntjes)
Geboren 17 september 1946 in Den Haag
Opleiding hbs in Den Haag
Carrière
1959-1963: drummer in The Atmospheres
1963-1964: drummer in Willy & His Giants
1964: drummer in The Ricochets
Augustus 1964: met The Ricochets spelen in het voorprogramma van The Rolling Stones in het Kurhaus in Scheveningen
Januari 1965: oprichter en drummer van The Motions, samen met gitarist Robbie van Leeuwen, zanger Rudy Bennett en bassist Henk Smitskamp
April 1965: eerste single It’s gone met The Motions
September 1965: eerste lp Introduction To The Motions
November 1965: tweede (hit)single Wasted words met The Motions
Maart 1966: met The Motions de lp Their Own Way opnemen in Londen, met John Stewart en Scott Walker (The Walker Brothers)
Oktober 1967: derde lp met The Motions, het psychedelische Impressions Of Wonderful
Mei 1969: vertrek uit The Motions, vlak na opnames van vierde lp Electric Baby
Juli 1969: toetreden tot The Golden Earring
Augustus 1969: album Eight Miles High en single Another 45 miles opnemen in Londen met The Golden Earring
December 1969-maart 1970: Amerikaanse tournee met The Golden Earring
Mei 1970: laatste optreden met The Golden Earring tijdens eerste editie van festival Pinkpop, kort daarna ontslagen
1971: verhuizing naar Eenum, werken in strokartonfabriek van Appingedam
1974-2004: werkzaam als toekenningsambtenaar studiefinanciering bij Informatie Beheer Groep in Groningen, de tegenwoordige DUO
Privé alleenstaand, was twee keer getrouwd, heeft vier dochters en een stiefzoon