Het Drents Museum in Assen presenteert De Nebraschijf, een bronstijdvondst uit de collectie van het Landesmuseum für Vorgeschichte in Halle (Duitsland). Links directeur Harry Tupan. Rechts conservator Bastiaan Steffens. Foto: Rens Hooyenga
Ver voor Harry Mulisch zich zette aan het schrijven van zijn magnum opus De ontdekking van de hemel was die hemel al lang en breed ontdekt. We stonden er alleen niet bij stil.
Dat veranderde toen twee mannen met een metaaldetector in 1999 bij het Duitse plaatsje Nebra, niet ver van Leipzig, een vreemd voorwerp uit de grond haalden. Het bleek een schijf van gepatineerd brons, dertig centimeter doorsnee, met in goud de maan en de sterren.
Na een periode van schimmig leuren, belandde de schijf in het Landesmuseum für Vorgeschichte in Halle. Daar werd vastgesteld dat het om de eerste realistische afbeelding van de sterrenhemel ging, met groot vakmanschap gemaakt. Vanaf zaterdag is deze zogeheten Nebraschijf te zien tijdens de tentoonstelling De ontdekking van de hemel in het Drents Museum.
Pelgrimstocht onder de sterrenhemel
De expositie is opgezet als een nachtelijke pelgrimstocht. Aan de hand van archeologische vondsten uit Drenthe en Duitsland worden bezoekers naar het moment geleid waarop de Europese mens de studie van het universum wist om te zetten in een kunstwerk. Subtiel gedoseerd en stemmig belicht wordt gaandeweg een indruk gegeven van hoe ooit werd omgegaan met het verglijden van de tijd.
De Nebraschijf dateert uit de vroege bronstijd, circa 1800 voor Christus, toen sprake was van een sterke economische bloei in wat nu de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt is. Het ging ter plekke de Únětice-samenleving destijds zo voor de wind dat ze zaken konden doen door heel Europa. Zelf hadden ze koper, goud haalden ze uit Cornwall, de kennis van de sterrenhemel kwam uit het gebied van de Middellandse zee.
Wie de tijd beheert, heeft het voor het zeggen
Volgens Bastiaan Steffens, samensteller van de tentoonstelling, werd de schijf destijds vermoedelijk gebruikt als kalender. Ook toen gold: wie de tijd beheert, heeft het voor het zeggen. Later is het object geofferd tijdens een ritueel. De mannen met de metaaldetector troffen in 1999 bij Nebra ook zwaarden, armbanden en bijlen aan. Ze waren overigens op zoek naar materiaal uit de Tweede Wereldoorlog.
Steffens noemde de Nebraschijf donderdag tijdens een bezichtiging voor journalisten ‘een ode aan de nieuwsgierigheid’. Hij doelde daarmee op een ontwikkeling rond 2000 voor Christus toen het denken over de zonnewendes veranderde en de Únětice -samenleving niet alleen het bestuderen van de zon, maar ook andere hemellichamen belangrijk begon te vinden. De schijf duidt op een grote kennissprong.
‘Topstuk van de Europese archeologie’
Dat die sprong nu in Noord-Nederland zichtbaar is gemaakt, mag bijzonder heten. Het Landesmuseum für Vorgeschichte leent dit ‘absolute topstuk van de Europese archeologie’ zelden uit. Het Drents Museum klopte in Halle op de deur toen een uitzondering werd gemaakt voor de tentoonstelling The World of Stonehenge in het British Museum. Omdat Assen een grote naam heeft in archeologiekringen mocht de schijf zes weken langer op reis.
Steffens is met die korte uitleentijd meer dan blij. ,,Ik heb hem vast mogen houden”, vertelde hij donderdag met een restje opwinding in zijn stem. ,,Hij is zwaarder dan je zou denken: iets meer dan twee kilo. De eerste twintig seconden voelde alsof ik een pasgeboren kind mocht vasthouden. Hoe doe je dat zonder iets stuk te maken? Langzaam drong het tot mij door: Ik heb de hemelschijf van Nebra in mijn handen! Het was heel eng.”
De Nebraschijf - De ontdekking van de hemel is tot en met 18 september te zien in het Drents Museum.