Werkzaamheden in de vergaderzaal voor de NAVO-top. Foto: ANP/ Koen van Weel
De coalitie is geklapt drie weken voordat in Den Haag een belangrijke vergadering van de NAVO wordt gehouden. Welke gevolgen heeft dat voor de al veel besproken bijeenkomst?
„De NAVO-top staat om de hoek. We staan voor schut”, zei VVD-leider Dilan Yesligöz dinsdagochtend in een eerste reactie op het besluit van PVV-leider Geert Wilders om uit de coalitie te stappen. Hoe problematisch is het moment van de politieke crisis, drie weken voor de NAVO-top in Den Haag?
Een politieke crisis in een land is zelden reden om een grote multilaterale vergadering af te blazen. In een bondgenootschap van 32 democratische landen is het altijd wel ergens crisis of heerst een fase van verminderde besluitvaardigheid omdat er net verkiezingen zijn geweest of voor de deur staan.
Nederland heeft op de top drie taken. Als eerste moet deze vlekkeloos georganiseerd worden, er moet iemand namens Nederland de buitenlandse gasten ontvangen én de regering moet de besluiten van de top kunnen dragen.
Nederland is zo kort na een politieke crisis misschien geen toonbeeld van stabiliteit, maar voor de NAVO-top hoeft dat geen belemmering te zijn. De top gaat door en omdat Nederland te allen tijde een premier heeft – al is die dan waarschijnlijk demissionair – is er ook altijd iemand om namens het gastland de overige regeringsleiders te ontvangen. Er is, zei een ingewijde dinsdagochtend, altijd iemand die op de rode loper kan staan.
Bovendien is Nederland slechts gastland van de bijeenkomst. Gastheer is de secretaris-generaal van de NAVO, Mark Rutte. Hij gaat over de uitnodigingen en het programma van de bijeenkomst, tot en met de tafelschikking tijdens het diner. Hij leidt de vergaderingen. Hij is verantwoordelijk voor succes of mislukking.
Secretaris-generaal van de NAVO Mark Rutte ontvangt premier Dick Schoof op het hoofdkwartier van de NAVO in Brussel. Foto John Thys/AFP
Miljardenuitgaven
Nederland moet als een van de bondgenoten wel de besluiten van de top kunnen meedragen. Die draait maar om één thema: geld. Er moet een nieuwe norm voor defensie-uitgaven afgesproken worden. Rutte heeft voorgesteld de uitgaven tot 2032 te verhogen van de huidige 2 procent van het bruto binnenlands product per jaar tot 5 procent. Het grootste deel, 3,5 procent, moet besteed worden aan zuiver militaire zaken, 1,5 procent mag ook besteed worden aan randvoorwaarden zoals infrastructuur of cyberafweer.
Over het voorstel van Rutte wordt nog gesproken, maar de kans dat de norm naar 5 procent gaat wordt in Brussel vrij hoog geacht. Over de details wordt de komende weken nog fors gestreden. Nederland moet uiterlijk op de top en liefst eerder een standpunt hebben over het voorstel van Rutte. De vraag wordt dus of Nederland zonder missionair kabinet kan beslissen de defensie-uitgaven meer dan te verdubbelen.
Als er in de Tweede Kamer een meerderheid voor is, kan ook een demissionair kabinet in theorie zo’n besluit nemen. De beslissing is minder moeilijk dan het lijkt: de heikele beslissing over de dekking van die immense defensie-uitgaven kan de gehavende ploeg over de NAVO-top heen tillen en doorschuiven naar een nieuw kabinet. Uiteindelijk dwingen de hogere defensie-uitgaven een keer tot een moeilijke keuze tussen bezuinigen, meer schulden maken of belastingen verhogen.
Dat een demissionair kabinet niet per definitie met lege handen staat, bleek in 2012. Toen trok de PVV zich als gedoogpartner terug uit het eerste kabinet-Rutte vanwege onenigheid over de begroting. Coalitiepartners VVD en CDA drongen tijdens de eurocrisis aan op extra bezuinigingen om binnen de Europese begrotingsregels te blijven, maar kregen geen steun van Wilders voor hun voorstellen.
Na die kabinetsval, in de lente van 2012, regelden VVD en CDA de steun van D66, GroenLinks en ChristenUnie om tot een meerderheid voor de gezochte bezuinigingen te komen. Ondanks de demissionaire staat van het kabinet bevatte dit zogeheten Lenteakkoord harde afspraken, zoals een snellere verhoging van de AOW-leeftijd, beperking van de hypotheekrenteaftrek en een hogere btw.