Voor politiemensen is de jaarwisseling een nare dienst, waarbij links en rechts excessief geweld dreigt.
Afgelopen jaarwisseling zijn zeker tientallen hulpverleners gewond geraakt door (vuurwerk)geweld. Wat bezielt de daders? En kan dit in de toekomst voorkomen worden? „Agressie en geweld tegen instituties lijkt in bepaalde groepen steeds meer geoorloofd.”
Een drukke nacht met heftige incidenten: zo noemde de politie de afgelopen jaarwisseling, waarbij zeker 200 mensen zijn aangehouden en tientallen agenten gewond zijn geraakt. Ook andere hulpverleners werden tijdens het uitvoeren van hun werk belaagd: van verbale agressie tot het bekogelen met vuurwerk. Onderzoekers van de Politieacademie trokken de conclusie in 2007 al: de oud en nieuw-traditie gaat gepaard met vuur(werk), lawaai en overmatig alcoholgebruik.
Anno 2024 is dat niet minder. De titel van het onderzoek is dan ook niet voor niets ’Hoezo rustig?!’ Waarbij kritiek wordt geuit op de veelal getrokken conclusie van een rustige jaarwisseling met slechts enkele incidenten, ontleend aan door de politie uitgebrachte persberichten die evenwel vergezeld waren van een waslijst aan incidenten. „Slechts enkele keren wordt het geijkte beeld doorbroken.”
Dat lijkt dit keer het geval. Tweede Kamerleden spreken massaal hun afschuw uit over het geweld tegen hulpverleners, burgemeesters uiten grote zorgen en politiebonden pleiten voor een actieplan voor toekomstige jaarwisselingen. „Een feest met een schaduwzijde”, noemt de Onderzoeksraad voor Veiligheid oud en nieuw. „Het is een feestelijke traditie die geworteld is in de Nederlandse samenleving en waar veel mensen plezier aan beleven. Even traditioneel is echter dat er ieder jaar weer honderden gewonden en soms zelfs doden vallen en dat de materiële schade in de miljoenen loopt.”
Politiebond ACP na rondgang: jaarwisseling verliep heel onrustig. Foto: ANP
Heb je geen zwaar vuurwerk, kun je ’t ook niet gebruiken
„De jaarwisseling valt niet eenduidig te karakteriseren. Het is een periode met verhoogd risico, maar met verschillende gezichten en met gebeurtenissen die uiteindelijk plaatsvinden in de lokale context”, aldus de onderzoekers van de Politieacademie. Volgens sociaal psycholoog Arjan de Wolf, gespecialiseerd in groepsgedrag en sociale veiligheid, moeten oplossingen dan ook lokaal gevonden worden: „Door de relschoppers uit de anonimiteit te halen en mensen uit de buurt te gebruiken om de sociale norm te veranderen.”
De Wolf noemt als voorbeeld Urk, waarbij na de vuurwerkrellen in 2020 onder meer surveillerende ouders ingezet werden en de kerk zich ermee ging bemoeien. „De overheid kan wel een sociale norm opleggen, maar dat is niet de norm die deze groepen zullen volgen. De sociale norm verandert pas als blijkt dat voor hen belangrijke anderen het niet pikken.” Volgens De Wolf zijn het voornamelijk jonge mannen tussen de 14 en 25 jaar die rellen.
Politie-agenten op de fiets bij het nationale vuurwerkshow tijdens de jaarwisseling bij de Erasmusbrug in Rotterdam.
In de aanloop naar de jaarwisseling is in bepaalde wijken ook geïnvesteerd in contact met sleutelfiguren, zoals buurtvaders en -moeders en jongerenwerkers, meldt de politie. Zij hielden een extra oogje in het zeil en voerden gesprekken met buurtbewoners. Hierdoor zouden meerdere strafbare feiten, zoals brandstichtingen, voorkomen zijn of lukte het om de rust weer terug te brengen in de wijk. „We zagen in veel wijken dat dit gevoel van gedeelde verantwoordelijkheid heeft geholpen”, aldus Peije de Meij, landelijk coördinator jaarwisseling bij de politie.
Bivakmutsen
Op andere plekken, waaronder in Huizen, Poortugaal en Amsterdam-West, liep het echter flink uit de hand en moest de ME optreden tegen grote groepen mensen met bivakmutsen die doelbewust de confrontatie met de politie opzochten. „Op het moment dat je met bivakmuts de straat op gaat heb je je beslissing om rottigheid uit te halen en/of geweld te gebruiken al gemaakt”, aldus De Wolf. Volgens de sociaal psycholoog spelen bij de uitvoering van dit soort rellen naast de sociale norm dan ook twee dingen: in hoeverre je in staat bent het gedrag uit te voeren („heb je geen zwaar vuurwerk, dan kun je het ook niet gebruiken”) en hoe groot de pakkans is. „Door het dragen van een bivakmuts vergroot je je eigen gevoel van effectiviteit om dat gewelddadige gedrag te vertonen”, legt hij uit.
’Moet kunnen’
Naast sensatie, speelt ook onvrede een grote rol bij dit soort incidenten, weet De Wolf. Volgens hem zit er achter rellen altijd een bepaalde boodschap. „Mensen ervaren bijvoorbeeld onrechtvaardigheid, zoals de beknotting van de vuurwerkcultuur, en zien de jaarwisseling als een manier om daar uiting aan te geven. Het is binnen sommige groepen in de maatschappij normaler geworden om bijvoorbeeld ook teststraten in de fik te steken en om geweld te gebruiken. Zeker sinds de coronaperiode is het institutioneel vertrouwen gedaald. In de samenleving zie je ook een tendens die kant op, waardoor die groepen meer het gevoel hebben dat het ook gewoon moet kunnen.”