Gemeenten stappen uit het Integraal Zorgakkoord. Dat hebben ze vrijdagmiddag besloten na een stemming. Het betekent dat er vanaf januari een streep gaat door een aantal transformatieplannen om de zorg te verbeteren. ,,Zonder de hulp van gemeenten is dit zorgakkoord gedoemd om te mislukken.’’
In 2022 kwamen het ministerie van Volksgezondheid, zorgaanbieders, verzekeraars en gemeenten tot dit Integraal Zorgakkoord. Hierin staan afspraken om de zorg in de toekomst toegankelijk en betaalbaar te houden. Dat is nodig omdat door vergrijzing de vraag naar zorg toeneemt en het aantal zorgmedewerkers juist afneemt.
Een belangrijke rol in het akkoord is weggelegd voor gemeenten omdat zij maatschappelijke hulp en preventieve zorg leveren. Samen met onder meer de huisarts, moet maatschappelijk werk voorkomen dat mensen onnodig naar dure ziekenhuizen of een psycholoog worden gestuurd.
Dit kost gemeenten veel extra geld en dat terwijl het ‘ravijnjaar’ voor de deur staat; vanaf 2026 krijgen gemeenten minder inkomsten van het Rijk. Bij het tekenen van het zorgakkoord beloofde het ministerie van Volksgezondheid daarom met een oplossing te komen. Maar het eenmalige bedrag van 1 miljard euro dat ze krijgen ter compensatie is ontoereikend.
Bezuinigingen op preventie
Daarbij besloot het nieuwe kabinet nog eens 300 miljoen euro extra te bezuinigen op preventie. En dat is de druppel voor de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). ,,Onder de huidige randvoorwaarden kunnen wij niet meer waarmaken wat we in het akkoord hebben beloofd,’’ zegt Nathalie Kramers, wethouder in Leeuwarden en woordvoerder namens de VNG.
,,Zonder de hulp van gemeenten is dit zorgakkoord gedoemd om te mislukken,’’ zegt Jochen Mierau, gezondheidseconoom aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zo zijn uitgerekend zij bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de uitvoering en financiering van de jeugdzorg, een deel van de ouderenzorg, preventie en de WMO. Hun medewerking aan het zorgakkoord is daarmee cruciaal.
Projecten voor te zware kinderen die de gemeente nu bekostigt, staan op losse schroeven.
,,Zonder hen verandert het zorgstelsel niet,’’ zegt hij. Dat gemeenten nu stoppen met het akkoord ziet hij vooral als een kreet om hulp. En die begrijpt hij. Want ook hij ziet hoe hun financiële positie de afgelopen jaren steeds nijpender is geworden. ,,Ze hebben jarenlang te weinig geld gekregen voor de taken die ze moeten uitvoeren.’’
Om de veranderingen die nodig zijn een zet in de goede richting te geven, heeft het Rijk vorig jaar 2,8 miljard euro aan transformatiegelden beschikbaar gesteld. Zorgorganisaties, verzekeraars en gemeenten kunnen voorstellen voor projecten indienen om in aanmerking te komen voor financiering uit deze pot met geld.
Projecten op losse schroeven
Maar nu gemeenten zich hebben teruggetrokken, komt ook het voortbestaan van sommige van deze projecten op losse schroeven te staan. Het gaat dan bijvoorbeeld om ‘welzijn op recept’ waarbij een maatschappelijk werker in de huisartsenpraktijk zit, valpreventieactiviteiten voor ouderen en hulptrajecten voor te zware kinderen.
Wethouder Nathalie Kramers (GrienLinks) van Leeuwarden. Foto: Niels Westra
,,Alleen de transformatieplannen die eerder zijn goedgekeurd, worden nog uitgevoerd,’’ zegt Kramers. Aan nieuwe plannen werken gemeenten volgens haar niet meer mee.
Zorgminister Agema hoopt dat gemeenten terugkomen op hun beslissing om voorlopig niet verder te werken aan het zorgakkoord. ,,De stoel blijft voor hen beschikbaar,’’ zegt ze. Zorgverzekeraars Nederland laat weten erg bezorgd te zijn over de gevolgen van het VNG-besluit. Branchevereniging Actiz snapt de financiële zorgen van gemeenten en vraagt het kabinet die serieus te nemen.
Volgens Kramers gaat het de gemeenten niet alleen om geld. Ook willen ze in de toekomst voortaan als gelijkwaardige partners van het Rijk en zorgverzekeraars aan tafel zitten. Nu zijn het bijvoorbeeld de verzekeraars die bepalen waar de transformatiegelden van de overheid naartoe gaan. ,,Maar wij betalen ook een deel mee van de zorg en willen daarover net zoveel te zeggen hebben.’’