Op de weg is het opletten in de mist. Foto: Persbureau Meter
Het zou op een mistige dag als deze zomaar eens een vraag kunnen zijn die bij het koffieapparaat wordt gesteld. ‘Hoe zit het ook alweer met die regels voor mistlampen?’ Nou, komt-ie.
Voorlampen: 200 meter zicht
De auto heeft mistlichten voor en achter. Bij dichte mist met minder dan 200 meter zicht mag je de voorlampen inschakelen. Dit geldt zowel bij mist, sneeuwval en ook regen. Heb je zulk weer, maar kun je verder zien dan 200 meter? Gebruik dan je dimlichten.
Achterlampen: 50 meter zicht
Het mistachterlicht kent strengere regels. Dit mag alleen gebruikt worden bij zicht dat minder is dan 50 meter door mist of sneeuwval. Bij zware regen blijft het mistachterlicht uit, want anders zou de achterligger verblind kunnen worden door de reflectie van het felle licht in de regen.
Boete
Verkeerd lichtgebruik kost centen. Als de lampen aan staan, terwijl je veel verder kunt kijken dan respectievelijk 200 of 50 meter betaal je 120 euro voor foutief gebruik van het mistlicht voor en 190 euro voor het mistlicht achter. Plus nog 9 euro administratiekosten. Geen dimlicht of achterlicht overdag als er wel duidelijk sprake is van belemmerd zicht kost óók 190 euro. Opletten dus.
Hoe zien die lampjes eruit?
Veel auto’s werken met automatische verlichting als het donker wordt. Zo’n sensor werkt vaak niet automatisch bij mist. Het is dus handig om te weten welke pictogrammen je mist aanduiden.
Dit is in sommige gevallen nog wel de grootste uitdaging. Dat verschilt per auto. In sommige gevallen vind je dit als indrukbare knop op het dashboard, soms als draaischijf op het dashboard. En soms is het ingewikkelder en zit het ingenieus in de verlichtingspook verwerkt. Check dit deze winterse dagen even vóór je de weg op gaat, zodat je tijdens het rijden blindelings weet waar je moet zoeken.