„Ik probeer spelers groter te maken dan ze zijn”, zegt Menno van Dam over zijn eerste halfjaar als coach van FC Emmen. „Ik bedoel het niet negatief, maar wij hebben heel veel spelers die een kwart missen.”
In podcast Radio Meerdijk neemt Van Dam de middenvelders Djenahro Nunumete en Rodney Kongolo als voorbeeld. „Djenahro kan fantastisch voetballen, is goed tussen de lijnen. Alleen als het op fysieke power aankomt, of op meters lopen, dan mist hij wat. Dat moet je dan compenseren met Rodney, die goed kan lopen en communiceren. Maar hij is weer niet degene die het makkelijkste voetbalt in kleine ruimtes.”
Vrijaf
Vanaf het begin van zijn dienstverband hamert Van Dam bij zijn spelers op arbeidsethos, intrinsieke motivatie en de trots om voor FC Emmen te mogen spelen. „Dat is weleens een interne strijd. Afgelopen vrijdag (na de zege op Helmond Sport, red.) wilden de jongens allemaal horen dat ik ze twee dagen vrijaf zou geven. Maar dat hebben we één keer gedaan en daarna speelden we tegen VVV een van onze slechtste wedstrijden van het seizoen. Los daarvan wil ik een cultuur bewaken. Als je bij Emmen speelt, moet je misschien meer doen dan andere teams. Want wij willen uiteindelijk structureel terug naar de play-offplekken.”
Postema
In de uitzending vertelt Van Dam ook over zijn ervaringen met Dennis Vos, Juliën Mesbahi en topscorer Romano Postema. „Ik ben samen met Romano op zoek gegaan naar dingen waar we een plus kunnen halen ten opzichte van voorgaande jaren. Misschien blijkt straks dat het heeft geholpen. Maar ik niet kan garanderen dat Romano een eredivisiespits wordt als hij - bij wijze van spreken - een bordje boerenkool pakt in plaats van een pannenkoek met stroop. Dat is het moeilijke van voetbal.”