Gelijkwaardigheid, dat is het sleutelwoord bij de indelingen die de KNVB maakt. Foto: Peter Wassing
Waar voetbalclubs, bestuurders en de KNVB zich het hoofd braken over de indelingen van alle teams, biedt kunstmatige intelligentie uitkomst: de tijd dat de voetbalcompetities ingedeeld worden op basis van algoritmes is nabij.
Blij dat jouw zoon of dochter afgelopen zaterdag met ruime cijfers de voetbalwedstrijd heeft gewonnen? Gefeliciteerd, maar voetbalbond KNVB is er níet blij mee.
De KNVB streeft vooral naar gelijkwaardigheid op de voetbalvelden. De voetbalbond probeert de zogenaamde korfbaluitslagen (15-1, 9-2 et cetera) uit te bannen. Het enige juiste medicijn is een indeling waarin elke ploeg elk weekeinde op zijn eigen niveau speelt. En dat is met ruim 23.500 teams van 1073 verenigingen in district Noord/ Oost een hels karwei.
Fasenvoetbal
Om het spelplezier te vergroten en de ontwikkeling van (jonge) voetballers te bevorderen, heeft de KNVB vanaf seizoen 2020/21 het fasenvoetbal ingevoerd bij de jeugdcompetities. Het seizoen is opgeknipt in meerdere delen. Na elke fase kan de KNVB elk team op eigen niveau indelen, waardoor de wedstrijden zo gelijkwaardig mogelijk blijven.
Win je veel in de eerste fase, dan word je de tweede fase ingedeeld bij sterkere tegenstanders.
De pupillen (JO7-JO12) gebruiken vier minicompetities van ongeveer zes wedstrijden: twee in het najaar, twee in het voorjaar. De junioren (JO13-JO19) hebben drie fases, na twee korte (waaronder een bekerfase) volgt een langere reeks die loopt vanaf de winterstop tot de zomer.
Nicolien Bekkink is verantwoordelijk voor de competitieleiders in district Noord/ Oost van de KNVB. Beide districten zetelen sinds voorjaar 2016 in Zwolle, waardoor een eind kwam aan de kantoren in Deventer en Heerenveen. In Zwolle zorgen 35 medewerkers dat alles geregeld is op en rond de velden: behalve clubondersteuning, scheidsrechter- en tuchtzaken worden daar ook de indelingen van alle competities (pupillen, junioren en senioren) gemaakt en gemonitord.
‘Big smile’ bij gelijkspelletjes
En als op maandagochtend het weekeinde wordt besproken en het regent gelijkspelletjes en nipte overwinningen, dan hebben de medewerkers een ‘big smile’ op hun gezicht. Dan heeft de KNVB wat het wil: gelijkwaardige wedstrijden, iedereen op zijn of haar niveau, wat voor de spelers meer spelplezier oplevert. Dan heeft al het werk dat in het maken van een juiste indeling zit, geloond.
Nicolien Bekkink: „Wij draaien aan twee knoppen: de reisafstand en de gelijkwaardigheid. Hoe hoger je speelt, hoe minder belangrijk de reisafstand." Foto: DVHN
De KNVB maakt onderscheid tussen categorie A en B; onder A vallen alle teams vanaf de jeugd onder 13-ploegen (JO13) die op een hoog niveau spelen. Categorie A werkt met promotie en degradatie op basis van de eindstanden, waardoor indelingen grotendeels automatisch gaan. De teams in B, de lagere niveaus, worden handmatig ingedeeld. „Wij draaien aan twee knoppen: de reisafstand en de gelijkwaardigheid”, zegt Bekkink. „Hoe hoger je speelt, hoe minder belangrijk de reisafstand.”
Aan het begin van het voetbalseizoen gaat KNVB Noord/ Oost bij de indeling uit van het niveau dat de vereniging aangeeft. Vanaf de O13 wordt ook gekeken naar de teamindex, waarbij iedere individuele speler een score heeft op basis van de wedstrijden die hij of zij heeft gespeeld. Speel je niet en wint jouw elftal van de koploper? Helaas, maar alleen de spelers op het wedstrijdformulier scoren punten voor de index. „Dat algoritme kijkt heel precies. Het maakt bijvoorbeeld verschil of je als nummer 12 tegen de koploper wint of als nummer 2.”
Spelmoment uit het jeugdvoetbal tussen Helpman en Zuidlaren. Maar waarom spelen deze twee clubs tegen elkaar? Foto: Peter Wassing
De KNVB is optimistisch over de index, die meer en meer terrein wint. In district Zuid is de indeling dit seizoen volledig overgelaten aan de algoritmes en de resultaten zijn zeer positief. Met andere woorden: de ploegen zijn afgaand op de uitslagen zeer aan elkaar gewaagd. „Best kans dat we het vanaf komend seizoen ook zo in Noord/ Oost gaan doen”, zegt Bekkink. „De bedoeling van de index is om categorie B beter te kunnen indelen en om de wedstrijdsecretaris van de club een handje te helpen.”
Het is zaak dat verenigingen hun teams en spelers aan het begin van de competitie goed doorgeven aan de KNVB, waardoor de teamindex – en dus ook de indeling aan het begin van het seizoen – klopt. Daarna zijn ruime uitslagen – rubriek-4 genaamd – uit den boze. „Rubriek-4-uitslagen willen we eigenlijk niet meer zien”, vertelt Bekkink. Naarmate de competitie vordert, mag maximaal 8 procent in rubriek 4 vallen.
Op het KNVB-kantoor in Zwolle worden alle teams uit district Noord en Oost ingedeeld. Foto: DVHN
Op basis van de adviezen van de clubs, de ervaringen van de KNVB en de teamindex bepaalt de KNVB in de B-categorie het niveau; computersysteem ACPI (Automatische Concept Poule Indeling) geeft daarna meerdere indelingen. De KNVB kiest de meest voor de hand liggende. „Hoe lager je speelt, hoe meer we kijken naar het aantal kilometers”, aldus Bekkink. „En je kijkt met gezond boerenverstand: kinderen van 9 jaar wil je niet uren in de auto laten zitten.”
Sommige teams wil je even uit elkaar houden. Dat is eerder uit de hand gelopen, laten we ze nu even uit elkaar halen
Bovendien kent de competitieleider de historie van sommige teams en verenigingen. „Sommige teams wil je even uit elkaar houden. Dat is eerder uit de hand gelopen, laten we ze nu even uit elkaar halen. Die mensenhand is nog steeds nodig”, vindt Bekkink.
De reisafstanden zijn een extra uitdaging voor district Noord, zegt Bekkink. „In district West heb je alle clubs dicht op elkaar, terwijl wij zelfs zitten met clubs op de Waddeneilanden. Lastig, want je wilt gelijkwaardige tegenstanders, maar je wilt ze ook niet naar Zwolle of Steenwijk sturen.”
De medewerkers van de KNVB zijn blij met een gelijkspel, omdat de indeling dan juist is geweest. Foto: DVHN
Mocht er nog iets niet goed zitten – een team wint of verliest heel dik – dan kan de KNVB in categorie B ook tussentijds ingrijpen. Jeugdvoetballers werken bovendien met meerdere fases, waardoor ze gedurende het seizoen meerdere keren opnieuw worden ingedeeld. Elke keer met als grondbeginsel: gelijkwaardigheid. „Niet elke ouder die zijn kind kampioen wil zien worden zal het ermee eens zijn, maar wij willen gelijkwaardigheid”, vindt Bekkink.
De teamindex wordt na de eerste indeling vooral ondersteunend gebruikt, de uitslagen zijn bepalend. Dat roept nogal eens vragen op, want in de B-categorie kan het best zijn dat de kampioen níet automatisch promoveert. „Aan de hand van uitslagen kijken we wie promoveert en degradeert. Of niet. Word je kampioen door wedstrijden met 2-1 en 3-1 te winnen, dan zit je prima op je plek. Het kan ook zijn dat drie clubs eruit springen. Dan kunnen we ook zeggen: er promoveren drie clubs. Heb je weinig punten, maar een doelsaldo van -3? Dan heb je een gelijkwaardige competitie gespeeld. Dat is mensenwerk.”
Spelmoment uit een jeugdwedstrijd tussen Zuidlaren en Actief. Foto: Peter Wassing
In categorie A blijft promotie en degradatie de leidraad voor de indeling. Nieuw is dat teams hun promotie meenemen naar hun nieuwe leeftijdscategorie. De JO14 krijgt in het nieuwe seizoen dus het niveau van de JO13 van dit seizoen. Voorheen kon het gebeuren dat een sterke lichting van een JO15-team promoveerde, waardoor een zwakkere lichting het volgende seizoen op een hoger niveau speelde. Bekkink: „Mijn zoon had altijd een erg goede lichting voor zich, waardoor hij en zijn team het jaar erop alles verloren. Dat is vanaf volgend seizoen verleden tijd.”
‘Ze slaan hem de kaarten uit de handen, bespugen hem of gooien pis over hem heen’
Vooropgesteld: het gros van al die wedstrijden op zaterdag en zondag verloopt goed, maar ook afdeling Noord en Oost van de KNVB ziet een groei aan incidenten op en rond de voetbalvelden. „Wat je in de maatschappij ziet, zie je op en rond het veld terug”, zegt Nicolien Bekkink van de KNVB.
District Noord/ Oost werkt met een lijst van ongeveer twintig risicoverenigingen die onder een vergrootglas liggen. „Er is een puntensysteem voor clubs, waarbij onder andere rode kaarten, stakingen en het opstellen van onrechtmatige spelers meetellen”, vertelt ze.
Een monitorcommissie kijkt wekelijks naar de gebeurtenissen op de velden; op het Meldpunt Wanordelijkheden komen veel uitwassen samen. Clubs waar veel aan de hand is, worden bij de hand genomen door de bond. „Eerst komen ze in de duiden-fase, waarbij ze zelf een plan van aanpak maken. Blijft het misgaan, dan volgt de sturen-fase, waarbij ze onder ons toezicht komen”, zegt Bekkink.
Extreem gedrag ouders
Hoewel district Noord-Oost minder hoog scoort dan bijvoorbeeld West, ziet Bekkink dat de meeste jeugdwedstrijden gestaakt worden door het extreme gedrag van ouders langs de zijlijn. „Dat is de voornaamste reden. Sommige ouders vinden het normaal om de scheidsrechter te bedreigen, want hun kind van 8 jaar gaat niet winnen.”
Ingrijpen richting supporters is lastig voor de KNVB, omdat zij soms geen lid zijn van de bond. Maar ook bij leden (spelers, trainers, leiders, verzorgers) gaat het nogal eens mis. „Ze slaan hem de kaarten uit de handen, bespugen hem, duwen hem en bedreigen hem verbaal. Ja, echt… En na afloop worden scheidsrechters soms opgezocht en bedreigd op social media.”
Zulk agressief gedrag richting de scheidsrechter pakt de KNVB meteen aan. „Wij accepteren dat niet”, aldus Bekkink. „Bij agressief gedrag richting de scheidsrechter komt dat team twee weken niet in actie. Een tijd van bezinning, waarin de club met een plan van aanpak moet komen. Bovendien bellen we met de voorzitter en gaat er een brief naar de club.”