De leden van AATC oefenen driemaal per week om de kunst van het boogschieten onder de knie te krijgen. Foto: hilbrand dijkhuizen
In onze rubriek Het Grote Verlangen tekenen we op hoe Drentse en Groningse sportclubs zich door de coronatijd worstelen. Hoe trainen ze, hoe houden ze onderling contact, hoe slaan ze zich financieel door deze crisis heen en hoe groot is het verlangen hun geliefde sport weer te kunnen beoefenen? Vandaag aflevering 16: boogschietclub Assen Archery Training Centre.
Het Assen Archery Training Centre. Niet echt een naam voor een vereniging die zich bezighoudt met boogschieten, meer voor een sportaccommodatie, maar de kleine 30 leden van AATC malen er amper om. Driemaal per week worden ze in de gelegenheid gesteld hun vaardigheden te perfectioneren en daar gaat het om. En daarbij, zo verkondigde Shakspeare ooit, what’s in a name.
AATC is één van de jongste sportclubs van Assen. Drie jaar geleden werd de vereniging opgericht door het drietal Tako Keja, Natalia Sitnikova en Willem Scheurs. Via de gemeente kreeg zij onderdak aan het Dijkveldpad, daar waar eens hockeyclub HVA tegen een balletje sloeg en waar AATC het complex deelt met de honkballers van The Pioneers en schietsportclub ’t Asser Wapen.
Nog op zoek naar overdekte locatie
Er stat intussen een overkapping waar de boogschutters dankbaar gebruik van maken bij slechte weersomstandigheden. Onderdak voor de wintermaanden is nog niet voorhanden. ,,Wij zijn in overleg met de gemeente Assen. Er bestaan wat mogelijkheden, maar concreet zijn we er nog niet uit,’’ aldus voorzitter Keja.
De boogschutters worden onder handen genomen door de 65-jarige Natalia Sitnikova, een kwieke dame van 65 jaar die ooit als professional door het leven ging in haar geboorteland Rusland (zie ook kader). Vanwege het coronavirus wordt er momenteel in groepjes van hooguit 4 personen geoefend, maar dat hoeft de pret niet te drukken.
Keja: ,,Het vervelende van deze coronacrisis is voor ons dat we niet aan wedstrijden kunnen deelnemen. In de maanden maart, april en mei van vorig jaar lag het clubleven helemaal stil, daarna konden we op onze eigen baan wel verder met trainingen en kleine onderlinge clubwedstrijdjes. Meedoen aan internationale of nationale toernooien kan wel, maar dan alleen online.’’
Via webcam en foto’s je scores tonen
Online boogschieten, dat vergt een nadere uitleg.
Keja: ,,Het betekent dat je na inschrijving alleen vanaf de baan van je eigen vereniging kunt deelnemen. Via een webcam en via foto’s moet je vervolgens laten zien wat je score is. De maximale afstand voor een boogschutter is 70 meter, maar we schieten ook zogeheten FITA-wedstrijden. Dat zijn toernooien waarin je pijlen schiet vanaf 30, 50, 60 en 70 meter en dan 36 pijlen per afstand. Dat is fysiek en mentaal best pittig.’’
De voorzitter van AATC hoopt ,,heel stiekem’’, dat de boogschutters in de maanden mei en juni weer volop aan de bak kunnen. Tot die tijd wordt er zeer serieus getraind.
,,Onze hoofdcoach Natalia is iemand die zeer degelijk, en vanuit de techniek, je het boogschieten probeert aan te leren. Ook zonder boog, hoe vreemd dat misschien ook klinkt, maar dan gaat het om zaken zoals houding en timing. Zij wil graag werken met zeer gemotiveerde mensen. Af en toe krijg ik wel eens een seintje van haar met de opmerking om even met iemand te praten. Om te vertellen dat het misschien niet zo’n goede keuze is om te gaan boogschieten.’’
Geen doel zo groot mogelijk te worden
Voor AATC is het geen doel om uit te groeien tot zo’n groot mogelijke vereniging, zegt Keja. ,,We hebben nu 27 leden en voor mensen die graag een proefperiode aangaan hebben we boogschietsets ter beschikking. Als beginner kan je voor een paar honderd euro al een set met boog en pijlen aanschaffen, maar er zijn ook bogen te koop van tussen de 2.000 en 3.000 euro. Kortom, je kunt het zo goedkoop of duur maken als je wilt.’’