Ger van Gelder (links) en Klaas Mulder met hun plakboek van de reis in de GRC-kantine. Foto: Jan Willem van Vliet
Heel Nederland zit vrijdagavond in spanning én in het oranje aan de buis gekluisterd. Maar voor Argentijnen is een voetbalwedstrijd nog wel even iets meer dan met twee oranje ballonnenborsten op de tribune staan te pronken. Dat ervoeren vier Stad-Groningers 44 jaar geleden al, toen zij het WK in Argentinië meemaakten. ‘Intens, dat is het. Intens en een beetje naïef.’
Het is eind mei 1978. PSV heeft net zijn eerste en enige UEFA-Cup gewonnen door Bastia te verslaan, Grease staat op het punt van uitkomen, de eerste goederentrein rijdt van Roodeschool naar de dan vijf jaar oude Eemshaven en Bob Dylan maakt zich op voor zijn eerste optreden in De Kuip.
Plan van de latere GRC-voorzitter
In de GRC-kantine, op dezelfde plek waar de huidige accommodatie staat, oppert André Borgman, die later dat jaar voorzitter zal worden van de club, ten overstaan van zo’n 15 bier drinkende leden het plan om naar het WK te gaan. In Argentinië, het land dat sinds twee jaar zucht onder het militaire regime van Jorge Videla.
Zo’n tien mannen lijkt het wel wat, vertellen Ger van Gelder (74) en Klaas Mulder (73), die dan in de kracht van hun leven zijn: beide 29 jaar. ,,Maar er haakten ook al snel een paar af, toen bleek dat het wel wat centen ging kosten’’, zegt Mulder. ,,Destijds had je niet van die goedkope vluchten hè. We waren alleen al voor de vluchten dik zevenduizend gulden kwijt, plus nog een paar duizend gulden voor daar.’’
Geld moest cash mee
Van Gelder, toen al fervent sigarenroker en jeugdtrainer van de club, rekent voor. ,,2500 gulden had je sowieso nodig voor het verblijf en de kosten. Sigaren werden in een week tijd een derde duurder, dus daar moest je ook rekening mee houden. Dat geld moest cash mee in een tas, want pasjes en digitaal geld had je toen niet of was heel lastig. Dus we zeulden dat gewoon mee.’’
Terwijl de cabaretiers Freek de Jonge en Bram Vermeulen met hun ‘Bloed aan de Paal’-acties probeerden het land bewust te maken van de gruwelen van het onmenselijke Videla-regime, dat uiteindelijk duizenden tegenstanders uit de weg bleek te hebben geruimd, hadden de GRC’ers niet veel bedenkingen. ,,Toen was ook nog niet goed bekend wat er daar allemaal gebeurde’’, zegt Van Gelder. ,,Kijk, als je me het nu zou vragen, zou ik echt drie keer nadenken of ik wel zou gaan. Want door daar naartoe te gaan, legitimeer je zo’n regime ook in zekere zin. Wat dat betreft is het WK van toen echt wel goed vergelijkbaar met dat van nu, in Qatar. Maar wij wilden toen gewoon voetbal kijken. Het leek ons een geweldig avontuur.’’
Slechts 30 Oranjesupporters
En dat werd het. Samen met Borgman en penningmeester Willem Smit, allebei inmiddels overleden, togen Mulder en Van Gelder naar Zuid-Amerika. In een reisgezelschap van nog geen 30 Nederlanders, en dat was de complete Oranje-aanhang destijds. Hoewel West-Duitsland vier jaar daarvoor nog was getrakteerd op 30 duizend Oranjefans, was er, mede door de protesten tegen het regime en de hoge kosten, weinig animo voor het WK in Argentinië. Pas voor de finale kwamen nog een paar honderd Oranjefans het team van Ernst Happel aanmoedigen.
Een ommelandse reis via Schiphol, Londen en Parijs bracht de groep met de vier GRC’ers in Rio de Janeiro, vanwaar ze via Buenos Aires en Cordoba uiteindelijk in Mendoza aankwamen. Die stad, nabij de Chileense grens, werd hun hoofdkwartier van waaruit de wedstrijden werden bezocht.
Ger van Gelder voor het immense standbeeld van Christus de Verlosser in Rio de Janeiro. Foto: Jan Willem van Vliet
Spandoek
Een spandoek met ‘Holland saludos a Argentina’ werd gefabriceerd, om eventuele vijandelijkheden voor te zijn. ,,We kregen als snel door dat het eigenlijk ‘Holanda saluda a Argentina’ moest zijn, maar goed’’, kijkt Van Gelder terug. ,,We kweekten er wat goodwill mee, zullen we maar zeggen.’’
De eerste twee duels tegen Iran (3-0 voor Oranje) en Peru (0-0) haalden ze niet, maar Schotland wel. Bijna was dat ook meteen de laatste wedstrijd van Nederland geweest, want de 3-1 tussenstand die kort na de rust via twee goals van Archie Gemmill op de borden van het Estadio Cuidad de Mendoza stond, betekende uitschakeling. Gelukkig pegelde Johnny Rep de 3-2 tegen de touwen: volgende ronde.
Het Groningse spandoek in het stadion van Mendoza. Met direct rechts ervan Klaas Mulder en naast hem André Borgman. Foto: Jan Willem van Vliet
Zomaar spelershome binnen
,,Destijds kwam je dan weer in een poule terecht’’, vertelt Van Gelder, ,,dus we waren in elk geval verzekerd van nog drie wedstrijden.’’ Oranje won dik van Oostenrijk (5-1), speelde mede dankzij de eerste WK-pegel van Arie Haan met 2-2 tegen West-Duitsland en won, mede dankzij de tweede WK-pegel van Haan met 2-1 van Italië: de finale was bereikt. ,,Na die wedstrijd tegen Italië konden we zo het spelershome in lopen’’, weet Mulder nog. ,,Studio Sport-verslaggever Ruud ter Weijden liep er net uit. We stapten gewoon binnen. Konden even praten met Haan, met Dick Nanninga, zelfs even kort met Ernst Happel. Dat kun je je nu niet meer voorstellen.’’
Tussen de wedstrijden door hield het Groninger kwartet zich bezig met gezelligheid en nu en dan een meer of minder cultureel tripje. ,,We hadden vooral veel gesprekken in café’s met jonge Argentijnen’’, zegt Mulder. ,,Met studenten bijvoorbeeld. Dat waren heel warme gesprekken.’’ Een beetje naïef ook, vult Van Gelder aan. ,,Ze leefden hun leven, probeerden eigenlijk zo weinig mogelijk met Videla en zijn militairen te maken te hebben. Voetbal was natuurlijk een enorme uitlaatklep. We zijn met een gezelschap in het ouderlijke boerderijtje beland van een Argentijn die in het hotel werkte, 20 kilometer van Buenos Aires. Toen hebben we nog met een taxi onze gitaar opgehaald uit ons hotel. Het werd heel gezellig. Wat een armoede, maar wat een aardige mensen. Nederig bijna.’’
Romantiek
Romantisch werd het soms ook. Mulder schuift een vergeelde foto over tafel. ,,Claudia Lopez’’, wijst hij het meisje aan, waar zijn jongere ik innig arm in arm mee zit aan een tafel in een kroeg. ,,Daar was ik wel erg gek op. We hebben nog lang brieven naar elkaar geschreven.’’ Intens, dat is het juiste woord, zegt Van Gelder. ,,Ze beleven alles intens: voetbal, de seks, het leven. Wellicht wat naïef, althans, dat vinden wij Nederlanders. Maar heel erg intens. Voetbal is zo belangrijk als leven.’’
De vier GRC’ers merkten dat in de finale, in Buenos Aires. Bijna 80 duizend tifosi en een klein plukje Nederlanders zagen hoe Dick Nanninga Oranje in de slotminuten wel naar de verlenging kopte (1-1), maar daarna eiste het thuisland zijn eerste wereldtitel op: 3-1 . ,,Wij zaten tussen families, tussen vriendelijke, wat rustiger Argentijnen’’, vertelt Van Gelder. ,,Maar een vak verder zaten echte tifosi, harde kern. Die staken hun middelvinger geregeld naar ons op. Ik zwaaide maar vriendelijk terug, was die gebaren niet gewend. Maar die onvriendelijkheden waren ook alles. We voelden ons eigenlijk niet onveilig. Al kwam er kort na het eindsignaal wel een regiment militairen langs marcheren. Om even te laten zien dat zij er ook waren.’’
Of het zo veilig was gebleven als Nederland de finale toch had gewonnen? Als die bal van Rob Rensenbrink in de ultieme slotfase bij 1-1 toch binnen was gegaan? Mulder denkt van niet. ,,Dan weet ik het niet. Dat hele stadion was echt vol Argentijnen hè.’’ We móchten niet winnen, denkt Van Gelder. ,,Dat was mij wel duidelijk. We hadden ook echt nooit kunnen winnen daar, dat is mijn vaste overtuiging.’’
Handtekeningen uitdelen
Na de finale kwamen de vier midden in de feestende menigte op het Playa de Mayo terecht. De oranjebus stond uren vast. En Van Gelder werd belaagd. ,,Het was natuurlijk warm, ik hing half uit het raam om wat frisse lucht te krijgen. Een paar Argentijnen dachten dat dit de spelersbus was en schreeuwden om een handtekening. Omdat de bus toch nauwelijks vooruit kwam heb ik wel een uur handtekeningen zitten uitdelen door dat raampje. Ik vond het wel grappig en die Argentijnen waren door het dolle heen vanwege die gewonnen finale.’’
Hoe ze vrijdagavond gaan kijken naar Nederland-Argentinië? ,,Rustig, thuis op de bank’’, zegt Van Gelder. ,,Ik denk dat Oranje zeker een kans heeft. De geschiedenis wijst uit dat we ongeveer gelijkwaardig zijn aan de Argentijnen. We wonnen in 1974 en 1998 van ze. Die laatste weet ik nog goed, ik vierde toen mijn 50e verjaardag. Met die goal van Bergkamp. Maar of dit team bij balverlies fysiek sterk genoeg is om die Argentijnen op te vangen’’, twijfelt Van Gelder, de ervaren trainer, ,,dat vraag ik me af.’’
Kettinkje van Claudia
Mulder weet het niet. ,,Al die Argentijnen die daar in Qatar op de tribune zitten, dat wordt net zo’n heksenketel als wij hebben meegemaakt.’’ En dan haalt hij een zilverkleurig kettinkje in de vorm van een kabel onder zijn trui vandaan. ,,Die draag ik al 44 jaar. Van Claudia gekregen op het vliegveld. Mooi hè.’’