Ronald Koeman geeft tijdens Nederland-Oostenrijk (2-3) een tactische aanwijzing. Foto: Henk Jan Dijks
Het was pijnlijk om te zien hoe Oranje werd afgeschminkt door het dynamische Oostenrijk. Verloor de meer traditionele bondscoach (Ronald Koeman) daarmee ook van de moderne (Ralf Rangnick) en welke lessen kunnen we daar dan uit leren? Noordelijke kenners aan het woord.
Oostenrijk overdonderde Nederland met veel positiewisselingen, continu druk op de bal en aantrekkelijk, aanvallend voetbal. Rangnick werd als coach groot in de zogenaamde Red Bull-school, waarin dynamiek en actief voetbal gepredikt worden. Red Bull Salzburg en Red Bull Leipzig, de club van nota bene Xavi Simons, brengen het in praktijk. Verloren we daarmee van die nieuwe stroming in het voetbal?
Björn Zwikker vindt van wel. De nieuwe trainer van vierdedivisionist Hoogeveen, tevens werkzaam als analist bij de KNVB, onderscheidt ruwweg twee speelstijlen. ,,Je hebt het positionele voetbal, dat Nederland eigenlijk speelt, maar ook Frankrijk en Engeland, en het relatiegerichte voetbal van landen als Oostenrijk en Spanje, maar ook Zwitserland en Portugal.’’
Björn Zwikker, trainer van Hoogeveen. Foto: vv Hoogeveen
In het positionele voetbal wordt veel meer vastgehouden aan de positie van spelers, vertelt Zwikker, die ook jarenlang KNVB-docent was. ,,Terwijl in het relationele voetbal het meer gaat om de dynamiek, om de bal zo snel mogelijk naar voren te spelen. Daarmee forceer je ook dat spelers ruimtes gaan zoeken, zelf die ruimtes gaan benutten en teamgenoten dan hun positie moeten overnemen. Daardoor krijg je dat aantrekkelijke spel. Daar kijk ik graag naar en ik ben niet de enige.’’
Altijd veel spelers rond de bal
Bij Oostenrijk speelt bijvoorbeeld Alexander Prass, op papier linksback, overal aan de linkerkant. De ene keer staat hij als een soort valse nummer 10 op het middenveld, een paar minuten later is hij linksbuiten of neemt hij de positie van de – op papier – middenvelder Florian Grillitsch in.
,,Teams die dat relationele voetbal spelen, staan eigenlijk altijd met veel spelers rondom de bal, let er maar eens op’’, zegt Zwikker. ,,Er is ontzettend veel dynamiek, spelers zijn doorlopend in beweging. Dat maakt het attractief, dat maakt het zo leuk om naar te kijken.’’
‘Ik stond wel eens 20 minuten te wachten op de bal’
Peter Hoekstra, al 17 jaar jeugdtrainer van FC Groningen en de laatste jaren eindverantwoordelijk voor FC Groningen Onder-19, valt zijn collega bij. ,,Ik stond als linksbuiten soms wel 20 minuten op de bal te wachten, dat kun je je nu niet meer voorstellen. Het spel is sowieso veel dynamischer geworden. Al is het echt niet nieuw wat er nu gebeurt. Landen als Oostenrijk, maar ook Portugal en Zwitserland spelen de bal sneller naar voren.’’
Peter Hoekstra in de tijd dat hij linksbuiten was van onder meer Oranje. 'Ik stond soms wel 20 minuten te wachten op de bal.' Foto: Cor Mulder
Wat wel een feit is: het tikka-takkavoetbal dat door onder meer Pep Guardiola werd gepropageerd, heeft zijn langste tijd gehad. ,,Kijk naar Spanje, dat is ook afgestapt van het eindeloos rondtikken’’, zegt Hoekstra, ,,dat speelt nu ook veel sneller.’’
Zelf keuzes maken
En dat is een goede zaak, zegt de in Assen geboren en getogen voormalige flankflitser van FC Groningen, PSV, Ajax en Oranje. ,,Ik ben een voorstander van een speelstijl waarbij jeugdspelers zoveel mogelijk zélf keuzes moeten maken: ga ik diep, maak ik een dribbel, ga ik het duel aan? Dat is natuurlijk veel beter voor hun ontwikkeling en zo hebben we de laatste jaren onze spelers ook geprobeerd op te leiden. Daarvoor hebben we in Nederland wat te vaak tegen spelers gezegd waar ze moeten lopen.’’
Zwikker ziet het bij zijn eigen zoon nog steeds gebeuren. ,,Die moet vaak vooral de bal steeds overspelen, eindeloos passen. Ik zeg juist tegen hem: probeer creatief te zijn, probeer zelf keuzes te maken. Dat eindeloos rondspelen haalt de creativiteit uit onze spelers. Maak die dribbel, duik dat gat in. Dáár leer je van!’’
Inzicht is cruciaal
Een absolute voorwaarde voor het moderne dynamische voetbal van – onder meer – de Red Bull-school: inzicht in wat er gebeurt op het veld. En dat moeten spelers dus ook leren. Zwikker: ,,Spelers moeten de ruimtes herkennen. Ze moeten zien: daar ligt het gat, daar kan ik naartoe bewegen. En het dan ook doen. Scannen, dat wordt steeds belangrijker, analisten zijn vooral dáár mee bezig: waar kijkt een speler naar en ook, vooral: wat ziet hij of zij dan? Let maar eens op Kevin de Bruyne bijvoorbeeld, die scant heel erg goed. We zijn er zo langzamerhand wel achter dat scangedrag cruciaal is.’’
Die Red Bull-school is leuk en aardig, zegt Ruud Jalving, die ACV naar de tweede divisie leidde en daar probleemloos standhield met de Asser zaterdagtrots. ,,Maar je hebt altijd ook te maken met de spelers die je hebt, wat die wel of niet kunnen. Je kunt van alles verzinnen, maar bij mij is duidelijkheid een eerste vereiste. Welke speler rendeert het beste op welke plek? De selectie is bepalend.’’
‘Nederland had geen plan B’
Jalving zag dinsdag in Berlijn met eigen ogen het demasqué van Oranje, en kijkt vooral met veel plezier naar Spanje. ,,Dat oogt heel simpel, maar het is razend knap wat ze doen: steeds tussen de linies spelen, zorgen dat je aanspeelbaar bent, al die dynamiek.’’
Ruud Jalving Foto: Jan Anninga
,,Maar dat moeten spelers wel kunnen’’, vervolgt Jalving. ,,En ik denk ook dat wij in Nederland nog veel te veel aangeven wáár spelers moeten lopen. Kijk, Nederland had tegen Oostenrijk geen plan B, dat viel me zo tegen. Oostenrijk reageerde meteen toen Koeman bijvoorbeeld Geertruida hoger liet spelen. Dat miste ik bij Nederland.’’
Simon Cageling, coming man in het noordelijke trainersgilde, is een vurig aanhanger van de Red Bull-school. ,,Ik geloof daar erg in’’, zegt de Groninger die komend seizoen aan het roer staat bij eersteklaser Winsum. ,,meer pressing, meer beweging, ploegen als Oostenrijk en Spanje kunnen veel sneller schakelen dan Nederland. Op elke positie zetten ze druk naar voren, spelers zijn altijd in beweging. Mooi om te zien.’’
Simon Cageling Foto: Andy Zuidema
Nederland speelt veel afwachtender, vindt Cageling. ,,Pas als een speler de bal heeft gaat er iets gebeuren. Koeman doet het soms wel hoor: in de tweede helft ging Geertruida meer naar voren, dus het is ook niet helemaal statisch wat Oranje doet. Maar andere landen zijn duidelijk verder.’’
En dan succestrainer Geert Aalderink, die in het afgelopen seizoen zowel met vijfdeklasser Bargeres als met vierdeklasser FC Ter Apel’96 kampioen werd. ,,Of we van de Red Bullschool hebben verloren? Nee, we hebben van onszelf verloren. Depay is geen spits, die moet naar het middenveld of naar de zijkant en Brobbey of Zirkzee mag van mij in de punt van de aanval.’’
Geert Aalderink (links vooraan, gehurkt) viert met zijn Bargeres feest na de benauwde 2-2 tegen CEC Foto: Jan Anninga
En iedereen geeft opeens af op Veerman, is de Emmenaar opgevallen. ,,Maar die heeft wel kwaliteiten hoor. Maar als niemand voorin die bal kan vasthouden, ja, dan kan Veerman die bal ook niet kwijt natuurlijk.’’
Of de Red Bullschool ook wordt ingevoerd bij Ter Apel? Aalderink lacht. ,,Dat is misschien wat te hoog gegrepen, maar zaken als doordekken, posities overnemen en druk naar voren: dat doen we al.’’
Succes valt of staat met een kampioenschap
En tot slot: relationeel voetbal mag misschien de toekomst zijn: het succes van die ‘nieuwe’ stroming valt of staat met kampioenschappen. ,,Kijk naar Fluminense’’, zegt Zwikker. ,,Die spelen extreem relationeel voetbal, maar verloren wel de finale van de Wereldbeker voor clubs met 4-0 van Manchester City. En kijk naar Hongarije, daar hebben ze ook een relationele trainer maar daar komt het nog niet echt uit de verf. Als Nederland, Frankrijk of Engeland met positioneel voetbal Europees kampioen wordt, wordt daar ook weer op gereageerd. Zo is het natuurlijk ook.’’