Braakman (tweede van rechts) in 1974 tijdens de TT van Assen. Eigen foto
Voor het eerst sinds 75 jaar gaat de TT van Assen niet door. Helemaal zonder dit motorsporticoon willen we het deze maand niet doen, daarom een terugblik in de vorm van een drieluik. Vandaag aflevering 1: 64 jaar TT voor Egbert Braakman.
Egbert Braakman (76) groeide op in Nijverdal. Als middelbare scholier stapte hij in 1956 voor het eerst op de fiets op weg naar het circuit van Assen; 80 kilometer heen, 80 terug. Het was zijn eerste kennismaking met de TT. Een tiental jaren later, als jongeman van 23 jaar, solliciteerde hij op de functie van administrateur bij Stichting Circuit van Drenthe. De tot dan toe enige man op kantoor, Jan Weggemans, kon het werk niet meer alleen aan.
Braakman: ,,De bestuursleden van het circuit waren hogelijk verbaasd dat ik ze stuk voor stuk bij naam kende. Dat maakte wel indruk, geloof ik. Maar ja, ik was verslingerd aan de motorsport, ik las meer nationale en internationale motorsporttijdschriften dan er op de leestafel van het TT-kantoor lagen. Ik kreeg mijn aanstelling in 1970, alweer 50 jaar geleden dus. Van mijn hobby maakte ik opeens mijn beroep, mooier kon niet, en mijn financieel en economische opleiding kwam hier goed van pas. Nadat ik in 1975 was getrouwd, ging ik met mijn vrouw ook in Assen wonen.’’
Het TT-bestuur huurde permanent twee kamers in Hotel De Moriaan aan de Torenlaan. Daar zetelde de organisatie.
Braakman: ,,En geloof het of niet, maar het bestuur vergaderde daar elke week, het hele jaar door. Elke woensdagavond stipt van acht tot tien uur en daarna gingen de heren kaarten of biljarten. Ik werd in november 1970 aangenomen, dus de TT van 1971 was mijn eerste als medewerker in dienst. In deze periode was er nog sprake van een stratencircuit. Een deel van de baan was gewoon openbare weg. Toch wilden sommige Drentse motorcoureurs geregeld een stukje trainen op deze route en ook automobilisten wilden hun voertuig daar weleens testen. De politie wist dat uiteraard, het was altijd uitkijken geblazen voor ze.’’
Voormalig chef-de-bureau Egbert Braakman op de plek van voormalig hotel De Moriaan, waarin het eerste kantoor van de TT was gehuisvest. Foto: Marcel Jurian de Jong
De administrateur voelde zich vanaf zijn eerste werkdag als een vis in het water, werd overal bij betrokken en trok diverse malen de grens over om contacten met de andere Europese circuits te onderhouden.
,,Coureurs moesten zich in de zeventiger en tachtiger jaren nog gewoon inschrijven. De organisatie bepaalde vervolgens wie aan de start mocht verschijnen. Met de top-15 per klasse maakten we individuele afspraken over startgelden. Om te voorkomen dat de circuits tegen elkaar uitgespeeld werden, hadden we jaarlijks overleg met Spa-Francorchamps, de Nürburgring, Hockenheim en de Salzburgring. Dat was een beetje kartelvorming, maar we wilden samen een vuist maken. Die selectie van rijders zorgde ook voor scheve gezichten. Ik maakte er de gewoonte van om twee weken voor de TT naar de wegraces in Raalte te gaan, op de Luttenbergring. Onze selectie was al afgerond, maar daar kreeg ik soms zeer scheve gezichten. Op den duur heb ik die races maar overgeslagen.’’
De sfeer van gemoedelijkheid verdween voor een belangrijk deel toen Bernie Ecclestone in 1991 - later opgevolgd door Dorna - de touwtjes in handen kreeg. Positief was overigens dat het circuit een volledig gesloten karakter kreeg.
,,De TT oude stijl was op dat moment voorbij. Het werd opeens een stuk zakelijker toen Ecclestone de rechten van de MotoGP in handen kreeg. Deels waren we geen baas meer in eigen huis. We hebben van oktober 1991 tot april 1992 moeten onderhandelen over de TT van ’92. Het punt was dat Texaco al vanaf 1925 aan de TT was verbonden en we hadden ook langjarige afspraken met het sigarettenmerk Lucky Strike. Maar goed, alle reclamerechten waren voor Ecclestone. Onze secretaris/penningmeester Johan Wagenaar, een enorm ervaren onderhandelaar, is uiteindelijk naar Londen gereisd en wist het met Ecclestone af te handelen. Het was een mondeling akkoord, maar deze twee mensen lagen elkaar. Ze keken elkaar in de ogen en wisten dat ze elkaar konden vertrouwen. Heel bijzonder. Het kwam erop neer dat Texaco en Lucky Strike binnenboord bleven.’’
Een jaar eerder, vertelt Braakman, leek het de organisatie over de schoenen te lopen. In aanloop naar de TT van 1991 was het de hele week bar slecht weer. Regen, regen en nog eens regen.
,,Het was zo erg dat wij onze parkeerplaatsen niet meer konden gebruiken. Te drassig. Tijdens de trainingsdagen lukte het nog net, maar op de zaterdag van de races was het niet te doen om 25.000 auto’s en 15.000 motoren door te verwijzen. In overleg met Rijkswaterstaat hebben we toen de westzijde van de A28 als parkeergelegenheid mogen benutten. De mensen werden vervolgens per bus naar het circuit gebracht. Dat was een behoorlijk uitdaging, kan ik je vertellen, maar eigenlijk verliep alles keurig. Je had het toen wel over op de kop af 135.567 betalende toeschouwers. Enorme aantallen. Het prachtige was wel dat Egbert Streuer die middag voor de tweede keer de TT won.’’
Scan Archieffoto 29 juni 1991. TT Assen. Egbert Streuer gaat op de schouders bij zijn enthousiaste supporters.
Foto: Soenar Chamid Foto: Soenar Chamid
Door de jaren heen ontpopte Braakman zich eveneens als een wandelende TT-encyclopedie. Weet hij het even niet, dan staat thuis in Assen-Oost een archief paraat om het antwoord te vinden. Nog regelmatig wordt hij geraadpleegd en zijn kennis komt goed van pas tijdens de rondleidingen, die hij over het circuit verzorgt.
Zijn favoriete coureur tenslotte door al deze jaren heen?
Braakman: ,,Dat was Mike Hailwood, de Engelsman die ik al kende toen ik tussen 1964 en ’70 elk jaar 14 dagen naar Isle of Man trok voor de beroemde motorraces op dat eiland. Geweldige man. Maar ook met veel andere rijders had ik warm contact. Kwam doordat ze onder meer na de races hun prijzengeld moesten ophalen. Dat zat tot aan de overname door Ecclestone nog in een envelopje, uitbetaald in Zwitserse Francs. Sommigen kwamen niet opdagen, dat wist ik vaak. Een week later waren we altijd bij de races op Spa-Francorchamps. Kon ik het envelopje alsnog aan ze overhandigen. Daar vertrouwden ze blind op.’’