Sven Kramer heeft na zijn eerste marathon ongetwijfeld een mooi verhaal te vertellen.
Het wordt iets nieuws, iets spannends. En tegelijkertijd ontspant het hem: Sven Kramer loopt in Amsterdam zijn eerste marathon ooit.
Van hem worden tegenwoordig geen toptijden en gouden medailles meer verwacht. Zijn inspanningen hoeven niet meer te worden beloond met het Wilhelmus. Als de veelvoudige olympisch - en wereldkampioen nu ergens aan begint, doet hij dat vooral voor z’n lol. Dat zal komende zondag niet anders zijn. „Ik heb er zin in.”
Sven Kramer, nu 38 jaar, stopte met topsport na zijn vijfde Olympische Spelen, die van Peking tweeënhalf jaar geleden. Zijn eerste waren in Turijn (2006). Daarna volgden Vancouver, Sotsji en Pyeongchang. Zijn gouden oogst: vier stuks. In totaal verzamelde de Fries negen medailles (ook nog twee keer zilver en driemaal brons), waardoor Kramer de meest succesvolle Nederlandse mannelijke winterolympiër ooit is.
„Sven kan beter schaatsen dan hardlopen”, antwoordt Erben Wennemars met een knipoog op de vraag of de legendarische schaatser goed is in rennen. Wennemars, ook al een ex-topschaatser, is een van de mannen die Kramer in en om Amsterdam vergezellen tijdens diens eerste poging de ruim 42 kilometer waardig te volbrengen. Dat deed Wennemars eind september ook toen de twee zich waagden aan de NN Dam tot Damloop, 10 Engelse mijlen dwars door de stad en polder eromheen. Kramer finishte die zware beproeving van ruim zestien kilometer in één uur en zes minuten.
’Sven had het de dag zwaar’
„Sven had het die dag zwaar”, zag Wennemars. „De manier waarop hij schaatste is anders dan de manier waarop hij rent. Hij legde altijd veel massa in zijn slag, waardoor hij zwaar reed. Hij had het vermogen daar veel kracht te gebruiken en zodoende dwars door de verzuring heen te trappen. Ik heb ook veel met Arjen Robben gelopen en die is veel lichtvoetiger. Die ging het lopen veel makkelijker af dan Sven.”
Erben Wennemars en Arjen Robben. Foto: ANP/ HH
Hoe Kramer zich heeft voorbereid? „Niet goed”, zegt de huidige commercieel directeur van de schaatsploeg van trainer-coach Jac Orie, zijn eerste baan na zijn atletenbestaan. Het was dit jaar Kramers voornaamste klus, een geldschieter vinden om de continuïteit van de ploeg te waarborgen. Dat lukte: Team Essent is de opvolger van het welbekende Jumbo-Visma. Kramer: „Het was uiteindelijk een lang proces om het helemaal voor elkaar te krijgen. Dat duurde wel een halfjaar. En dan schiet trainen voor de marathon erbij in. Nu het schaatsseizoen gaat beginnen, zit het meeste werk er voor mij op. Ik wil het sporten nu ook weer gaan oppakken. Aftrainen is natuurlijk belangrijk voor iemand die zo lang aan topsport heeft gedaan.”
Kramer allround sporter
Kramer doet graag aan kitesurfen, wielrennen en dus hardlopen. „Ik wil het allemaal weer wat meer gaan oppakken, daar word ik zelf ook rustiger van. Lekker sporten, daar voel je je goed bij. Fietsen doe ik het liefst met het schaatsteam. Op de fiets kom je toch tot andere gesprekken. Kiten doe ik ook graag, bij Wijk aan Zee en IJmuiden. Toen ik nog in Heerenveen woonde, ging ik elke week naar Workum. Vorig jaar deed ik voor het eerst mee aan van Hoek tot Helder, een kite-evenement voor het goede doel, de Hartstichting. 130 kilometer door de golven van de Noordzee. Duurt de hele dag. Als het even kan, hoop ik ’m dit jaar wel uit te varen. De vorige keer ben ik gestrand.”
Behalve Wennemars loopt Kramer in de marathon samen met nog een oud-schaatser. Wouter Olde Heuvel komt daarvoor speciaal overgevlogen uit Stavanger, waar de Tukker tegenwoordig woont en werkt. „Is maar een uurtje vliegen”, aldus Kramer. Douwe de Vries, eveneens voormalig topschaatser, heeft afgezegd. Kramer: „Douwe is geblesseerd. Hij heeft last van een stressfractuur.”
Hoe het met zijn eigen rug is, die hem gedurende zijn schaatscarrière regelmatig dwars zat? „Op zich wel goed”, zegt Kramer. „Maar als ik er nu last van heb, doe ik het even rustig aan. Nu heeft het geen consequenties. Toen wel. Nou ja, het is de tol van het succes, zullen we maar zeggen. Maar ik red me tegenwoordig prima.”
Bijna thuis, maar nog niet aan de finish
Na ongeveer twintig marathonkilometers, op de helft dus, doemt zondag Kramers huis in Amstelveen op. Dat ligt dus letterlijk aan het parcours. Maar van uitstappen en een snelle douche wil hij niets weten. „Ik heb geen idee wat me te wachten staat. Maar het moet lukken. Het is ook geen hogere wiskunde. Als ik echt goed voorbereid was geweest, had ik hem onder de drie uur willen lopen. Nu verwacht ik te finishen rond de 3 uur en 20 minuten.”
Wennemars: „Ik denk dat hij sneller kan. Ik verwacht dat we er zo’n 3.10 over doen. Ik kan zeker sneller, Wouter ook. Maar we lopen in Svens tempo. Is ook een beetje therapie voor ons, hè? Nu zijn de rollen een keertje omgedraaid. En zijn wij sneller dan hij. Het is ook lekker bij hem in de buurt te blijven. Heerlijk om te zien dat hij het zwaar heeft. Mooi om dat ook eens mee te maken.”