Gyas-roeister Marloes Oldenburg viert met Hermijntje Drenth, Tinka Offereins en Benthe Boonstra de wereldtitel van de vrouwen vierzonder. Foto: ANP/ Iris van den Broek
Vijf gouden medailles op olympische nummers bij de wereldkampioenschappen roeien: het is ongekend voor Nederland. En dat met een flinke noordelijke inbreng.
Met een handvol wereldtitels was Nederland een jaar voor de Olympische Spelen het succesvolste roeiland in Belgrado. Aegir-roeier Melvin Twellaar in de dubbeltwee, de Gyas-vrouwen Ymkje Clvering in de tweezonder en Marloes Oldenburg in de vierzonder hadden een belangrijke inbreng bij drie van de vijf wereldtitels.
Consciëntieus werkte Marloes Oldenburg na een fietsongeluk vorig jaar, waarbij ze haar nek had gebroken, met succes aan haar herstel. Zij roeide vanaf de eerste wedstrijd dit seizoen weer in de vierzonder; en dat met gedrevenheid en veel discipline.
Ontevreden
Dat was bijvoorbeeld eerder te zien bij de de Europese kampioenschappen van dit jaar, waar zij ontevreden was over de uitvoering van het middenstuk van de race, die de derde plaats opleverde.
De focus tijdens de trainingen in de daarop volgende maanden op dit deel van de race wierp vruchten af tijdens de finale bij de WK in Belgrado. Halverwege de race versnelde de Nederlandse ploeg deze keer wel goed en nam de leiding over van de Britten.
,,We gingen door de Britten heen en dat gaf een extra goed gevoel’’, vertelde Oldenburg na de gouden race van de vierzonder. ,,Pas de laatste drie halen had ik een heerlijk gevoel; toen wist ik dat we de wereldtitel hadden.’’
Droom
Een droom die uitkomt, na het fietsongeluk van bijna een jaar geleden? ,,Nee, daarover dromen doe ik niet. Natuurlijk hebben we het er weleens over gehad in de ploeg dat het mogelijk is.’’
Aansluitend op deze WK neemt Oldenburg op vakantie niet weer de mountainbike mee. ,,Fietsen doe ik wel, maar de mountainbike heb ik voorlopig ver weg opgeborgen. We hebben het gewoon gedaan, we zijn wereldkampioen’’, realiseerde de Gyas-roeister zich na het passeren van de finshlijn.
Eindsprint
Nog nooit hadden Ymkje Clevering en Veronique Meester gewonnen van het Australische duo Morrison/McIntyre. Clevering en Meester wilden het in de WK-finale niet op een eindsprint laten aankomen. Ze startten snel en bouwden hun voorsprong uit tot meer dan een bootlengte voorsprong op Australië, dat de rest van het veld aanvoerde. Met nog steeds ruim een bootlengte voorsprong begon het duo aan de eindsprint. ,,De laatste 500 meter waren niet fijn, maar we hebben gecontroleerd gevaren. We wilden het niet spannender maken dan nodig was’’, reageerde Clevering na afloop. ,,We voelden veel macht tijdens de race. Alles klopte waar we het hele jaar voor hadden getraind. Het was een gek gevoel toen we over de finish waren.’’
Op de Spelen in Tokio waren de Fransen verrassend 0,2 seconden sneller dan de Groninger Melvin Twellaar en Stef Broenink in de dubbeltwee. In Belgrado waren de beide Nederlanders de favoriet voor de wereldtitel, met de Kroatische broers Sinkovic, de meervoudig wereldkampioenen en olympisch kampioen, als belangrijkste concurrent.
Idolen verslagen
Al vroeg in de race lieten Twellaar en Broenink er geen twijfel over bestaan wat hun plan was. Halverwege lagen ze al ruim een bootlengte voor en bouwden dit verschil verder uit. ,,Ik ben niet alleen blij met de wereldtitel, maar ook met het feit dat ik van de broers Sinkovic heb gewonnen. Zij waren mijn idolen en nu lag ik naast ze en heb ze verslagen’’, zei Twellaar opgetogen. Martin Sinkovic was vol lof over de Nederlanders. ,,Pet af voor Melvin en Stef. Hun race was indrukwekkend. We zullen er alles aan doen om ze volgend jaar te verslaan.’’
Wereldtitels behaalde Nederland ook in de vrouwen skiff, waarin Karoline Florijn haar titel prolongeerde, en de mannen dubbelvier. Zilver was er voor de mannen acht en skiffeur Simon van Dorp. Dezelfde kleur had ook de medaille voor de Nederlandse vrouwen dubbelvier. Bij de para-roeiers won Corné de Koning de wereldtitel in de skiff.