Nederland is nog maar twee zeges verwijderd van de Europese titel, nadat de ploeg van bondscoach Ronald Koeman in de kwartfinale van EURO 2024 afrekende met Turkije. Het was een zware bevalling voor Oranje, dat op achterstand kwam in Berlijn, maar zich na rust helemaal terug in de wedstrijd knokte en zich met een 2-1 zege voor het eerst in twintig jaar voegde bij de laatste vier op een EK.
De duizenden Oranje-supporters op de tribune van het Olympiastadion vierden groot feest en kunnen hun rondreis door Duitsland vervolgen met een bezoekje aan Dortmund, waar woensdag de halve finale tegen Engeland op het programma staat.
De gedachte aan 1988 toen Ronald Koeman als speler met het Nederlands elftal Europees kampioen werd, wordt steeds sterker. Zal de inmiddels 61-jarige Koeman dat kunstje als bondscoach kunnen herhalen?
Bergwijn fit
Makkelijk ging het allerminst tegen Turkije, maar er zit wel veel karakter in dit Nederlands elftal en dat bewees de ploeg ook weer in Berlijn. Steven Bergwijn was niet helemaal ongeschonden uit de eerste wedstrijd gekomen, maar had de fysieke test op de dag van de wedstrijd goed doorstaan. Daardoor kon Koeman hetzelfde elftal het veld insturen als tegen Roemenië.
Bergwijn vervulde dezelfde tactische rol. Door als rechtsbuiten naar binnen te komen fungeerde hij in balbezit als een extra nummer tien, waardoor Denzel Dumfries op rechts de ruimte had om op te komen.
Depay in top 10
In de beginfase werkte het goed. Nederland pakte direct het initiatief en liet de bal soepel rondgaan. Het leverde ook meteen een prima schietkans op, maar Memphis Depay die zijn 97e interland afwerkte en daarmee in de toptien van internationals met meeste interlands is gekomen, mikte de bal veel te hoog.
Dat was al direct in de eerste minuten en het bleek een heel zeldzaam moment te zijn geweest, want Nederland had wel overwicht in de eerste helft, maar echt in de buurt van het Turkse doel wisten de Oranjeklanten niet meer dreigend te worden.
Nederland raakt initiatief kwijt
Als het Nederlands elftal balbezit had, klonk er een oorverdovend gefluit en gejoel in het Berlijnse Olympiastadion, dat zaterdagavond in Istanbul, Ankara of Izmir leek te liggen. Er was een grote Nederlandse afvaardiging op de tribune, maar die sneeuwde helemaal onder bij de enorme herrie die tienduizenden Turken maakten. Het enthousiasme bij de Turkse fans over de prestaties van ‘Ay-Yildizlilar’, zoals de bijnaam van het nationale team luidt, is enorm. Sinds de invoering van de FIFA-ranking was er nog nooit een zo laag geplaatst land (Turkije staat 42e) door gedrongen tot de kwartfinales.
In de loop van de eerste helft raakte Nederland het initiatief in de wedstrijd hoe langer hoe meer kwijt en de Turken kwamen er met veel energie uit, vaak via Ferdi Kadioglu, de zoon van een Turkse vader en Nederlandse moeder uit Arnhem-Zuid, die met zijn rushes voor nogal wat dreiging zorgen. De oud-speler van NEC is een belangrijke steunpilaar voor dit Turkse team.
Nederland op achterstand
De Turken hebben dit toernooi al laten zien gevaarlijk te zijn uit stilstaande situaties met de trap van Arda Güler en de kopkracht van de grote verdedigers, al was de maker van de goals in de wedstrijd tegen Oostenrijk, Merih Demiral, er ditmaal niet bij vanwege de schorsing die hij had gekregen voor het maken van de zogenaamde ‘Grijze Wolven-groet’.
Maar ook andere Turkse verdedigers zijn sterk met het hoofd bleek toen Güler, de 19-jarige wonderboy van het Turkse voetbal, de bal goed bij de tweede paal legde, waar de defensieve organisatie van Nederland niet op orde was, waarvan centrale verdediger Samet Akaydin profiteerde door de 0-1 tegen het net te koppen.
Het was al de derde wedstrijd op EURO 2024 dat Oranje als eerste op achterstand kwam – dat gebeurde tegen Polen en Oostenrijk ook al – en dat was al dertig jaar niet meer voorgekomen op een groot toernooi.
En dus moest Nederland wéér in de achtervolging en ditmaal tegen een tegenstander die een hecht defensief blok optrok voor het eigen doel. Als er eens een muizengaatje opdoemde, dan bleek de Nederlandse aanvaller buitenspel te hebben gestaan of een overtreding te hebben gemaakt in de ogen van scheidsrechter Clement Turpin.
Koeman grijpt in
Het lukte Oranje niet om de creativiteit te vinden en de snelheid in de combinaties te leggen, die nodig was om het hechte Turkse blok stuk te spelen. En zo sloot Nederland de eerste helft af met weliswaar méér balbezit (53 tegenover 47), maar ook met minder doelpogingen dan Turkije (vier tegenover zes) en dus een 1-0 achterstand.
Koeman greep in de rust in en bracht Wout Weghorst om een beetje tegenwicht te bieden aan de felheid van de Turken, die élk duel uitvochten of hun leven er vanaf hing. Maar ook met het breekijzer in de ploeg kon Nederland geen vuist maken, terwijl achterin Virgil van Dijk en Stefan de Vrij de handen meer dan vol hadden aan de pijlsnelle, geblondeerde spits Baris Yilmaz, een echt handenbindertje.
Nederland draait het om
Na dik minuten was een schotje van Depay de eerste bal van Nederland tussen de palen, terwijl aan de overzijde Güler een vrije trap op de paal mikte. Niet veel later ontsnapte Oranje opnieuw aan een grote achterstand, toen doelman Bart Verbruggen een afstandsschot niet onder controle kreeg en Wout Weghorst de bal liggend wist weg te werken net voor een aanstormende Turkse speler.
Het zag er in die fase niet goed uit voor Oranje, maar de kansen zouden snel keren. Nadat Weghorst nog een grote kans had gemist, was het Stefan de Vrij die uit een voorzet van Depay de gelijkmaker binnenkopte.
De Turkse fans vielen stil en dat gold ook voor de Turkse ploeg, want Nederland ging erop en erover. Na een flitsende aanval was het bij de tweede paal goudhaantje Cody Gakpo die struikelend een voorzet van Dumfries in het doel werkte, zijn vierde goal op dit toernooi, waarmee hij alleen aan kop van de topscorerslijst is gekomen.
De Oranje-supporters vierden feest op de tribune en deden hun link-rechts-dans in het Olympiastadion, terwijl de Turkse fans verbijsterd toekeken. Het zou toch nog heel spannend worden, want na een halve redding van Verbruggen kon Mehmet Celik de gelijkmaker zo het lege doel inschuiven, maar invaller Micky van de Ven haalde de bal weg uit de doelmond. Met Jeremie Frimpong en Joshua Zirkzee, die daarmee zijn Oranje-debuut maakte als invallers, bracht Oranje de voorsprong over de meet, terwijl Turkije sterk aandrong. En zo staat Oranje voor het eerst sinds het EK 2004 (toen tegen Portugal) in de halve finale van een EK.