Freddy de Grooth bij het Freddy de Groothplein. Foto: DvhN
Met de rubriek ‘Stoor ik?’ haalt de sportredactie tijdens de coronacrisis een oud paardje van stal. Hierbij bellen we dagelijks een betrokkene uit de sportwereld met de vraag hoe het hem of haar vergaat. Deze keer amateurvoetbalfenomeen Freddy de Grooth (36), spits bij Groninger Boys. En de eerste vraag is altijd...
„Ik heb nu even lunchpauze, dus het kan wel even.”
„Jazeker, ik mis vooral de gezelligheid. Zo drinken we donderdags na de training altijd nog wat. Nu trap ik een keer in de twee weken op mijn vrije dag een balletje met mijn zoontje. Hij gaat zaterdags altijd mee naar de wedstrijden, zit -ie in de dug-out. Dat is toch mooi?”
„Ik ben voornamelijk aan het werk op de vrachtwagen. Wij doen de bezorging voor een groot meubelbedrijf. Het is erg druk nu iedereen ineens massaal online dingen bestelt. We hebben zelfs extra mensen moeten inhuren. Maar goed ook, want van de hele tijd thuis zitten zou ik gek worden.”
„Ik had gehoopt er in de tweede seizoenshelft nog een paar aan te kunnen toevoegen... Dat zit er nu helaas niet meer is, maar de reden is te begrijpen. Ik hoop alleen dat mijn doelpunten wel blijven staan... Als ze die schrappen, dan zouden ze dat bijvoorbeeld ook bij alle rode en gele kaarten moeten doen.”
„Een stuk of vier gele. Kijk, ik kan slecht tegen onrecht. Bijvoorbeeld een grensrechter die alles afvlagt. Een scheidsrechter moet dan ook eens beslissen iets door te laten gaan. Soms zeg ik daar wat van. Niet iets heel ergs hoor, maar zoiets als: ‘Kom op man, scheids!’.”
„Dat we nu geen kans meer maken op het kampioenschap, is waar ik het meeste van baal. We hebben dit jaar een leuk team en waren zeker weten kampioen geworden. De andere jongens balen er ook van, we hebben gewoon zin om te voetballen. Maar het is begrijpelijk dat de gezondheid van de mens nu voor gaat.”
„Mijn bedoeling was om te stoppen bij 500 goals, maar daar heb ik van afgezien. Het mocht ook niet van de jongens. We zijn allemaal vrienden van elkaar en zijn samen aan dit avontuur begonnen. Het is nog veel te leuk.”
,,Nee, absoluut niet! Zo lang ik kan, ga ik door.”