Rentree bij FC Groningen: Arjen Robben met zijn vrouw Bernardine en hun kinderen. Foto: Pim Ras Fotografie
Met een open brief aan alle fans kwam er donderdag definitief een einde aan de glansrijke carrière van Arjen Robben.
Verslaggever William Pomp volgde de wereldster vanaf de aankondiging van zijn comeback bij FC Groningen tot zijn alom gerespecteerde besluit van deze week. Een verhaal over memorabele pieken en diepe dalen met uiteindelijk één wens die niet in vervulling ging.
Het zijn van die momenten in je leven waarvan je nog precies weet waar je was toen je het hoorde. Dat geldt voor verschrikkingen als 9/11 of de moord op Peter R. de Vries, maar gelukkig ook voor hemelse nieuwsgebeurtenissen als de aankondiging van de comeback van Arjen Robben.
Het was het laatste weekend van juni 2020. Ik had een vrijgezellenfeest van een van mijn beste vrienden met nogal wat FC Groningen-supporters van de partij. Gaandeweg de dag bestookten ze me op steeds indringender wijze met de aanzwellende geruchten dat Arjen Robben op 36-jarige leeftijd zijn comeback zou maken bij FC Groningen.
Natuurlijk verwees ik al die verhaaltjes naar het rijk der fabelen. Ik lachte ze weg, want hoezo zou een wereldspeler die zijn beste dagen sleet bij aansprekende topclubs als Chelsea, Real Madrid en Bayern München een jaar nadat hij een punt achter zijn carrière had gezet zijn voetbalschoenen weer aantrekken om bij zijn oude liefde FC Groningen aan de slag te gaan?
Met de kennis van nu had het me een wereldprimeur op kunnen leveren, al was het de vraag of de benevelde hersenen een en ander nog goed op papier hadden gekregen. De volgende ochtend maalden de praatjes nog door mijn hoofd, maar het bleef stil en ik dacht alsnog een rustig weekend tegemoet te gaan. Totdat rond het middaguur het ronkende persbericht van FC Groningen de mailbox binnenkwam en het onmogelijk geachte toch waar bleek te zijn.
De voetbalwereld stond op slag in vuur en vlam. Niet alleen in Nederland, maar tot ver buiten de landsgrenzen. De directie van de Trots van het Noorden bleek in het diepste geheim het meest begaafde kind ooit van de club overgehaald te hebben om bijna 20 jaar na zijn debuut zijn rentree te maken in Euroborg. Voor FC Groningen, dat het water aan de lippen stond, was het een geschenk uit de hemel. Binnen een etmaal vlogen er tweeduizend extra seizoenkaarten over de toonbank. De leegstaande skyboxen waren nog hetzelfde weekend uitverkocht. De website van de club sloeg op tilt met meer dan 80 miljoen pageviews. De shirtjes met nummer tien waren niet aan te slepen. Robbens comeback was een cadeau dat Groningen in geen 100 jaar kan terugbetalen.
Die zondag zat de ster daadwerkelijk met zijn karakteristieke, glimmende schedel achter het spreekgestoelte, nog niet wetende wat voor loodzware weg hij in zou slaan. Zijn eigen lichaam kennende bouwde hij wel meteen een disclaimer in tijdens de persconferentie. Hoeveel wedstrijden hij dacht te gaan spelen? ,,Het kan variëren van nul of één of twee tot... nee, ik zal niet zeggen 34, want dat heb ik nog nooit gepresteerd.’’
Het werden slechts 173 officiële wedstrijdminuten in de eredivisie en nog eens 90 tijdens de play-offs. Zeker niet wat Robben er van had gehoopt. In zijn comebackwedstrijd tegen zijn oude club PSV ging het na 28 minuten al mis. Het had een feestelijke middag moeten worden, 16 jaar na zijn laatste optreden in de eredivisie, maar het werd een tragedie. Iedere voetballiefhebber zal zich het dramatische handgebaar herinneren met de boodschap dat de superster gewisseld diende te worden. Ruim een maand later probeerde de kwetsbare Robben het nog een keer met een kwartiertje tegen FC Utrecht. Het leek goed te gaan, maar schijn bedroog.
De wereldster met zijn prachtige cv ging de donkerste dagen van zijn loopbaan in. Het hoofd wilde niets anders dan voetballen, zijn allergrootste passie, maar het lichaam weigerde. Ondanks dat hij er nooit meer bij was, beheerste Robben week in week de gesprekken in het persvak, langs het veld en waarschijnlijk ook bij bij de mensen thuis. Zou hij nog? Het werd steeds twijfelachtiger.
In huize Robben vocht de linkspoot intussen tegen depressies en kreeg zijn gezin het zwaar te verduren met zo’n neerslachtige huisgenoot. Robben werd geplaagd door schuldgevoelens, hoe hard iedereen om hem heen ook riep dat dat helemaal niet nodig was. Hij vond dat hij in het krijt stond bij al die fans die voor hem een kaart hadden gekocht. Daar hielpen alle bemoedigende brieven en woorden niets tegen.
Pas in het voorjaar gloorde er nieuwe hoop. Steeds nadrukkelijker sijpelden de berichten door dat er toch nog een rentree in zat. Robben werkte er keihard voor, investeerde enorm in zichzelf, totdat hij bij wijze van grote verrassing ineens op het wedstrijdformulier stond voorafgaand aan de Derby van het Noorden tegen Heerenveen. 12 minuten officiële speeltijd en 6 minuten blessuretijd kreeg hij toebedeeld. En ja, het voelde goed!
Het absolute hoogtepunt volgde een paar weken later in Emmen. Robben vervloekte kunstgras. Desondanks stond hij aan de aftrap in stadion De Oude Meerdijk en gaf hij een galavoorstelling weg. Journalisten behoren te allen tijde objectief te zijn, maar er was geen verslaggever die niet euforisch werd op de overvolle perstribune.
Er bleef uiteindelijk nog maar één verlangen over. Dolgraag had Arjen Robben zijn kunsten nog eens willen vertonen in een kolkende en uitpuilende groene kathedraal. Die gedachte heeft hem er lang van weerhouden een knoop door te hakken over zijn voetbaltoekomst. Het zal voor altijd een van de weinige wensen zijn die niet in vervulling zijn gegaan tijdens zijn adembenemende voetballoopbaan.