Gyas-roeister Marloes Oldenburg uit Groningen breekt rug maar houdt olympische droom levend. 'Een arts zei: Het komt wel goed. Daar heb ik me aan vastgeklampt'
Marloes Oldenburg: ,,Binnen twee dagen had ik een neuropsycholoog aan mijn bed. Die had het erover dat ik mogelijk een trauma had. Ik een trauma? Ik had gewoon pech.’‘ Foto: Merijn Soeters
Amper een half jaar geleden belandde roeister Marloes Oldenburg uit Groningen in een traumacentrum na een ernstig fietsongeluk. Haar olympische droom leek na een geweldig goed roeiseizoen uiteen te spatten. ‘Met het mes tussen de tanden‘ vecht de Groningse zich terug. Einddoel: volgend jaar in Parijs op het podium staan.
Zilver op de wereldkampioenschappen met de vrouwen vierzonder en als kers op de taart won Oldenburg eind september in Tsjechië ook zilver met de vrouwen acht. Meteen na de WK ging ze met haar partner Rogier Blink op fietsvakantie naar Oostenrijk. Waardoor weet Oldenburg niet, maar haar fiets bleef tijdens een van de tochten staan en zij vloog er overheen
,,Ik had niet veel snelheid, 18 kilometer per uur, maar kwam boven op mijn hoofd terecht. Het was alsof je in een zwembad duikt en met je hoofd de bodem raakt. Het hoofd duwt op de wervelkolom en brak de eerste wervel. Het is een super fragiel gebied. Je slagaders en alle zenuwen lopen daar langs. Veel mensen die ook zo op hun hoofd zijn terecht gekomen, zijn óf overleden óf verlamd’‘, legt de nuchtere Groningse uit. Naast haar fulltime roeicarrière geeft ze ook anatomie-les bij het Wenckebach Instituut van het UMCG.
Met de helikopter naar een ander ziekenhuis
Het waren ook haar studenten waar Oldenburg het eerste aan dacht na de val. ,,Ik dacht: o nee, over een uur moet ik les geven. Dat ga ik niet halen. Wat vervelend, hebben die arme studenten hun les voorbereid en dan ben ik er niet. Rogier moet bellen dat ik geen les kan geven.’‘
Oldenburg had met het Wenckebach Instituut geregeld dat ze tijdens haar vakantie online les mocht geven. ,,Tijdens de WK had ik twee weken vrij gekregen. Ik wil tijdens de WK verder niks aan mijn hoofd. Geen studenten die soms stress hebben en hun stress op mij projecteren. Na de WK had ik mijn vakantie zonder roeien hard nodig. Het Wenckebach Instituut wilde daaraan mee werken. Ik heb daardoor lessen gegeven op een camping en diverse andere locaties.”
Pas in het dichtstbijzijnde traumacentrum waar ze in eerste instantie heen werd gebracht, drong bij Oldenburg het besef door hoe ernstig haar situatie was. ,,Ik had heel veel pijn, maar ja, iedereen stoot wel eens zijn hoofd. Gewoon een zware hersenschudding, dacht ik. Het licht uit doen en twee weken absolute rust. Het medisch personeel gaf aan dat het ernstig was. Toen ik de paniek in hun ogen zag en ik met een helikopter naar een ander ziekenhuis moest worden gebracht, realiseerde ik me dat het serieus was. Misschien moesten we toch maar mijn ouders bellen.”
Het ging opeens over orgaandonatie
,,Vervolgens sloeg het helemaal de andere kant op. Roeien was opeens niet meer belangrijk, maar hoe ga ik morgen wakker worden? Ben ik er nog na deze operatie? Het ging opeens over orgaandonatie. Ik vond het vooral een heel groot drama voor de mensen om me heen. Dat ik mijn ouders en Rogier zo verdrietig zag, deed me meer dan dat ik in bed lag en niets kon.’‘
,,Binnen twee dagen had ik een neuropsycholoog aan mijn bed om me te helpen in het proces. Die had het over dat ik mogelijk een trauma had. Ik een trauma? Mijn ouders en Rogier hebben een trauma. Ikke niet. Ik had gewoon pech. Door daar steeds naar te vragen, kreeg ik het gevoel dat ik spijt moest krijgen van mijn handeling. Dat ik was gaan fietsen. Dat is niet zo. De zon scheen en het was warm. Het was een schitterende dag.’‘
Oldenburg onderging een zware en ingrijpende operatie waarbij onder meer pinnen ingebracht werden ter stabilisering van de nek. Vier weken vocht ze tegen de pijn. ,,Ik telde af wanneer ik weer pijnstillers mocht. Mijn roeimaatjes belden me zoveel mogelijk zodat ik een beetje afgeleid was. ,,Ik lag daar in bed. Ik kon me niet bewegen, niet zitten, niet staan. Eten ging eigenlijk ook niet. Er was één arts die zei: het komt wel goed. Daar heb ik me aan vastgeklampt.’‘
Marloes Oldenburg Foto: Merijn Soeters
De positief ingestelde Groningse zocht, zodra ze dat weer kon, op het wereldwijde web naar sporters die een soortgelijk ongeluk met breuk bij de eerste wervel hebben. Ze ontdekte dat iedereen die na het ongeluk nog leefde, er minimaal blijvend letsel aan overgehouden heeft. ,,Ik dacht: O mijn god. Hoe wil ik ooit weer verder leven?’‘
Via sociale media benadert de Groningse diverse sporters die een breuk bij een lagere wervel hadden met de vraag wat zij gedaan hadden voor hun herstel. ,,Annemiek van Vleuten heb ik gesproken, wereldkampioen triatlon in Engeland Tim Don, snowboardster Cheryl Maas. Van hen kreeg ik goede adviezen. Tim Don zei: je moet kijken hoeveel progressie je in een week gemaakt heb. In plaats van: ik kan niet zelfstandig eten of lopen. Je ziet dan de vorderingen die je maakt.”
Zorg gewoon dat je weer goed wordt
Positief verrast was ze door de reactie van bondscoach Eelco Meenhorst. ,,Ik dacht: voor mij kan hij tien anderen in de selectie nemen. Maar zijn reactie was: zorg gewoon dat je weer goed wordt. Want dat was je en kan je.”
Met de technische staf van de roeibond, ondersteund door het medisch team van Papendal en andere experts werd een speciaal herstelprogramma gemaakt. Dat bleek soms best lastig, omdat het voor iedereen nieuw was om een sporter met zo’n blessure terug te brengen naar de top. ,,In het begin was het dertig seconden op een fiets zitten. Dat bleek al te lang. Elke dag die stomme oefeningen doen om je nek te trainen. Centimeter naar voren en centimeter naar achteren. Maar ik voelde de urgentie dat de Olympische Spelen al over anderhalf jaar zijn.’‘
Eind vorig jaar mocht Oldenburg mee op trainingskamp in Portugal. ,,Alleen als mijn botten de landing van het vliegtuig aan konden, zei Eelco.’‘ Ze mocht nog niet in de boot en deed haar eigen programma. Soms ook nog als haar teamgenoten al klaar waren. ,,Zij gingen elke avond na het eten nog lekker theedrinken en ik ging in het krachthonk van zeven tot acht al die stomme oefeningen doen. Pas op de laatste dag stapte de Gyas-roeister even in de boot en dat voelde weer goed.
,We zijn nu een halfjaar verder en het is bizar wat ik nu allemaal weer kan en doe. Als iemand toen tegen me had gezegd: over vier maanden ga je op trainingskamp en dan heb je alweer meer dan tweehonderd kilometer per week geroeid... Dan was ik denk ik heel boos geworden, omdat ik het niet had geloofd. Ik train keihard. Dat zou ik normaal ook gedaan hebben. Toch is het nu anders. Het is alsof ik nu weet dat ik niks heb te verliezen. De gaskraan is nu gewoon de hele tijd open.’‘
,,Het helpt dat ik nu al na een halfjaar zo ver ben gekomen. De Spelen zijn al over anderhalf jaar. Het zal de laatste keer zijn dat ik daar naartoe kan gaan als sporter. Tegen die tijd ben ik 36. Als ik 25 was geweest, had ik misschien meer gedacht van: laat ik dit seizoen gewoon mijn best doen. Geniet ook een beetje. Ik geniet nu ook wel maar ik train met het mes tussen de tanden en ik laat het echt nergens liggen.”
Het resultaat: volgend weekend (31 maart tot en met 2 april) doet Marloes Oldenburg weer mee aan een wedstrijd. In Italië.