Oud-motorcoureur Johan ten Napel in zijn privémuseum bij zijn woning. Foto: Gerrit Boer
Voor het eerst sinds 75 jaar gaat de TT van Assen niet door. Waar in juni de media voor een belangrijk deel in het teken staan van dit motorsportevenement, blijft het ditmaal oorverdovend stil. Helemaal zonder de TT willen we het niet doen, daarom een terugblik in de vorm van een drieluik. Vandaag aflevering 2: Johan ten Napel uit Beilen; twee jaar in de kwalificaties (1988 en ’99), tweemaal geen race.
Hoe ver reikt de liefde en de opoffering voor de motorsport? Soms gaat dat heel ver. ,,Mijn toenmalige vriendin (huidige echtgenote, red.) en ik hebben tijdenlang op zelf verbouwde aardappelen, vissticks en doperwten geleefd’’, zegt oud-coureur Johan ten Napel. De nu 56-jarige Drent stak met instemming van zijn partner elk dubbeltje in de sport.
,,Ja, het was heel bijzonder dat zij daarin meeging, juist in een tijd dat het op veel stratencircuits erg gevaarlijk was. Voor haar was dat best beangstigend. In mijn raceperiode hebben we van zo’n acht coureurs afscheid moeten nemen. Verongelukt. Er was sprake van veel minder strenge veiligheidseisen dan tegenwoordig.’’
Toch, zegt Ten Napel, is het elke minuut van zijn loopbaan waard geweest. ,,Ik leefde compleet voor de sport, had brandstof in de aderen. Het ging ook goed. Na vier jaar wegracerij kwalificeerde ik mij al voor de trainingen van de TT, in de 500 cc. Ik was 24 jaar, het was een jongensdroom. Er waren 50 rijders voor 36 startplekken. In 1988 had ik eigenlijk moeten rijden. Ik lag 0,1 seconde achter de nummer 36 en op de ochtend van de race meldde een geplaatste Engelsman zich geblesseerd af. Hoe ik ook aandrong en wat ik ook zei, ze wilden mij niet meer toelaten. De startlijst bleek gemaakt, men was onvermurwbaar. Onbegrijpelijk natuurlijk. Je ontneemt een Nederlander, nota bene op het eigen circuit in zijn eigen provincie, het hoogtepunt van zijn carrière. Op de TT rijden tegen de grote Kevin Schwantz, man, man…’’
Elf jaar later, in 1999, startte Ten Napel opnieuw in de kwalificatietrainingen. ,,Het was een totaal andere situatie voor mij. Drie weken voor aanvang kreeg ik de beschikking over de Suzuki waarmee Wil Hartog de TT van ’77 had gewonnen. Tijdens het EK vlak voor de TT reed ik voor het eerst op die fiets. Ik plaatste mij op het nippertje voor de trainingen van de TT, maar kwam toen duidelijk tekort. Toch heb ik ervan genoten, van de deelname in Assen. Ik heb nooit meegedaan aan de races, maar dramatisch doe ik er niet over. Ik heb genoeg andere prachtige prestaties geleverd.’’
Wie anno 2020 een kijkje neemt in de voormalige werkplaats van Ten Napel, komt regelrecht in een privémuseum terecht. Daar, bij zijn woning, krijgt hij nog geregeld bezoek van oud-coureurs. Voor een bakje koffie, om herinneringen op te halen of om ’s nachts samen naar de Grand Prixs aan de andere kant van de wereld te kijken. Te midden van zijn relikwieën en souvenirs, met soms een lach, maar soms ook een traan. Er staan vier motoren (‘ze lopen allemaal nog’), aan het plafond hangen tientallen vaantjes, op een schap staan de bekers, er hangt een lauwerkrans, diverse helmen en Ten Napel heeft een indrukwekkende collectie miniatuurmotoren.
,,Ik ben mijn hele leven al verknocht aan de motorsport. Toen ik zeven jaar was, stond ik voor het eerst op het talud van het circuit in Assen. Mijn vader verkocht daar tijdens de TT worsten namens zijn werkgever Coveco en voor mij was het een kwestie van: je redt je maar. Dat vond ik helemaal niet erg. Het waren de tijden van Giacomo Agostini en Phil Read. Als kleine jongen had ik mijn fiets in de kleuren van de motor van Agostini geschilderd, op mijn veertiende kreeg ik mijn eerste crossmotor; een Suzuki 125 cc. Mijn zwager kocht er eentje en per twee tegelijk waren ze goedkoper. Het mocht van mijn moeder, die merkte wel dat ik niet meer te houden was.’’
Ten Napel was overigens een zeer getalenteerd crosser en baancoureur. Zijn toenmalig sponsor André Gebben (van de bekende Gebben Kreidlers) werd ontzettend boos toen de jongeling van de ene dag op de andere besloot te kiezen voor het wegracen.
,,Hij bood mij nog twee machines en volledige sponsoring, maar ik had mijn keuze gemaakt. Volgens hem zou ik na een jaar failliet zijn. Ik snapte zijn boosheid wel, hij gooide ook zijn hele ziel en zaligheid in de motorsport. Vier jaar later kwamen we elkaar weer tegen, toen was er sprake van wederzijds respect. Op de weg deed ik het ook prima.’’
Wie weet, had Ten Napel vandaag de dag nog op de motorfiets gezeten. Ware het niet dat hij eind juni 2018 op het circuit van Spa-Francorchamps tot tienmaal(!) toe een TIA kreeg. Plus een herseninfarct eroverheen.
,,Twee weken ziekenhuis Maastricht, twee weken Assen en twaalf weken revalideren in Beatrixoord in Haren. Achteraf is het een wonder dat ik het heb overleefd. Sindsdien ben ik afgekeurd; de spraak is minder, het lopen gaat moeilijker en ik kan mijn linkerarm minder goed bewegen. Op het laatste deed ik mee in de races bij de Classics. In 2013 was ik nog Duits kampioen in deze klasse, veel van de twintig wedstrijden gewonnen nog.’’
Vandaag de dag dient de werkplaats van Ten Napel ook als muziekstudio. Het kan hem meer bekoren dan de huidige TT. ,,Ik ben altijd groot muziekliefhebber geweest. Elke donderdagavond draaien we met zes dj’s muziek via onze eigen stream. Machtig mooi om te doen. De TT bezoek ik niet meer. Toen men overstapte van tweetakt naar viertakt was voor mij het plezier eraf. Dat was rond 2003, 2004, dacht ik. In die periode werd het ook verboden te overnachten op het talud, je werd gefouilleerd, enzovoorts. Ik had het wel gezien. Nu is mijn werkplaats een zoete inval voor vrienden en bekenden uit de motorsportwereld. Oude beelden bekijken, herinneringen ophalen, heerlijk!’’