Zondag is het ´derby-day´ in Stadskanaal, als Nieuw-Buinen op bezoek komt. Voor Boy Nijgh, kleinzoon en naamgenoot van de oud-prof van onder andere FC Groningen, sc Heerenveen en Veendam, is het duel extra beladen: stiefvader Jochen van der Sleen is assistent bij de tegenstander.
,,Ik wil winnen zondag, anders moet ik het nog lang aanhoren'', lacht Boy Nijgh. ,,De hele familie van m´n moeders kant komt er vandaan, het is honderd meter verderop en m´n stiefvader (Jochen van der Sleen, red.) is assistent-trainer.´´
Opnieuw speelt een Nijgh in het eerste elftal van Stadskanaal. De zestienjarige Boy treedt in de voetsporen van zijn vader René, maar bovenal van opa Boy Nijgh, naar wie hij vernoemd is. De oud-spits van FC Groningen, sc Heerenveen en BV Veendam speelde in de nadagen van zijn carrière als laatste man voor de Knoalsters en was tweemaal hoofdtrainer van de club. In 2013 overleed hij - veel te vroeg - op 57-jarige leeftijd.
Dat de naam van Boy Nijgh terugkeert op het wedstrijdformulier, valt tijdens de eerste competitiewedstrijd van het seizoen dan ook meteen op. Op bezoek bij WKE maakt de jongeling zijn competitiedebuut voor Stadskanaal. Tegen tien man speelt de ploeg met 1-1 gelijk, Nijgh laat bij vlagen zijn klasse zien.
De afgelopen twee jaar speelde hij in de jeugdopleiding van FC Twente, daarvoor drie jaar bij Emmen. In Enschede verbleef hij in twee verschillende gastgezinnen. Hoewel zij hem met open armen ontvingen - zijn laatste gastfamilie is bij WKE zelfs toeschouwer -, voelde het niet zoals thuis in Stadskanaal. Helemaal toen hij in zijn tweede seizoen bij Twente geregeld op de bank terecht kwam, raakte hij het plezier in het spelletje kwijt.
En hoe vind je dat vervolgens terug? Nou, door een stap terug te doen. ,,Bij Stadskanaal kan ik veel meer spelen dan bij Twente. En bovenal: plezier maken.'' Andere clubs waren geïnteresseerd en wilden hem laten meetrainen, maar Nijgh hield de boot af: ,,Dat zie ik aan het eind van het jaar wel weer.''
Toen hij zijn oude schoolvrienden vertelde over zijn terugkeer naar de club, waren ze dolenthousiast: Boy die bij hen in de ´onder de 19’ zou komen te spelen! Al snel moest Nijgh hen teleurstellen, hij zou voor het vlaggenschip gaan uitkomen. ,,Maar af en toe doe ik nog een training mee.''
In het eerste elftal maakt hij kennis met een heel ander type voetbal dan hij bij Twente gewend is. Het is fysieker, minder technisch. Voor de lange, maar tengere en vooral balbehendige Nijgh is het schakelen, al probeert hij zoveel mogelijk voetballend op te lossen. ,,Maar soms hebben de gebeurtenissen op het veld écht helemaal niks met voetbal te maken.''
Daarmee verwijst Nijgh naar de elleboogstoot die hij tegen WKE kreeg, terwijl de bal niet in de buurt was. Een wijze les van opa Nijgh kwam op dat moment goed van pas: ,,Ik heb hem nog een tijdje als trainer gehad in de jeugd. Van hem heb ik echt leren bikkelen. Hij zei altijd: 'als er geen uitstekende botten zijn, is er niks aan de hand'.
Dat Boy dezelfde naam draagt als zijn opa, brengt volgens hem geen extra druk met zich mee: ,,Je merkt vooral dat het voor anderen speciaal is, zeker sinds zijn overlijden. Maar mij maakt het niet uit.''
Specialer is de derby van zondag. Woon je eindelijk weer thuis in Stadskanaal, dreigt een wedstrijd tegen het Nieuw-Buinen van je stiefvader voor tweespalt te zorgen in het gezin.
Al zal dat wel meevallen. Zelfs als hij straks de winnende goal maakt, lacht Nijgh: ,,Jochen zei al dat hij zich daar bij neer kon leggen.''